‘Zo lang als nodig’ Oekraïne helpen: de buitenlandse agenda van Arizona lekt uit

featured-image

Oorlog in Oekraïne. Eindeloos bloedvergieten in het Midden-Oosten. Onrust in Afrika.

Een heftige great power competition . De wereld is een vijandige plek anno 2024. Hoe wil Arizona zich tot die wereld verhouden? De onderhandelingsnota rond het thema buitenlandse zaken biedt een inkijk.



De Morgen heeft de recente tekst doorgenomen. Arizona is kritisch voor Europa. Volgens de onderhandelaars van N-VA, Vooruit, cd&v, MR en Les Engagés moet de EU dringend “meer inspanningen leveren om de welvaart van haar burgers veilig te stellen”.

De economische slagkracht van het continent staat onder druk door “overregulering”, klimaatplannen “zonder oog” voor de industrie en “te naïef” handelsbeleid. Europa moet ook de eigen regels rond staatssteun weer verstrengen. Nu strooien grootmachten Duitsland en Frankrijk met subsidies.

Dit alles moet in een Europese deal rond competitiviteit samenkomen. Zo een deal is een “onmisbare aanvulling” op het Green Deal Industrial Plan. Arizona wil Oekraïne “zo lang als nodig is blijven ondersteunen in zijn strijd tegen Russische agressie”.

Enerzijds gaat het dan om “doelgerichte sancties” tegen Moskou. Anderzijds om militaire en humanitaire steun aan Kiev. Die moet doorlopen “zolang de situatie dit vereist”.

Net zoals de voorbije jaren willen N-VA, Vooruit, cd&v, MR en Les Engagés hiervoor een beroep doen op de inkomsten uit de bevroren Russische tegoeden in ons land. De vijf partijen willen ook “een voortrekkersrol” spelen in het onderzoek van het Internationaal Strafhof in Den Haag naar Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne. “Om onze veiligheid te garanderen” kijkt Arizona naar de NAVO en EU.

België moet zich daarom binnen de westerse militaire alliantie “een betrouwbare bondgenoot” tonen. Een passage waarin de coalitie belooft “aan onze verplichtingen te voldoen” staat voorlopig tussen haakjes. Er is nog geen overeenstemming rond.

De NAVO vraagt dat lidstaten 2 procent van hun bbp aan defensie besteden. Voor België komt dit neer op een jaarlijkse extra inspanning van 5 miljard euro. Arizona grijpt terug naar de Europese China-strategie.

Daarin wordt Peking getypeerd als ‘partner’, ‘economische concurrent’ en ‘systemische rivaal’. Economisch moet Europa “sneller en efficiënter” ingrijpen wanneer de eigen economie in gevaar is. “Desgevallend” met een verhoging van invoertarieven voor Chinese producten die de markt ondergraven.

Ook de “problematische afhankelijkheden” van Peking moeten “in snel tempo” afgebouwd worden. China is bijvoorbeeld de wereldleider in batterijen en zonnepanelen. Kritieke infrastructuur moet doorgelicht worden op mogelijke “veiligheidslekken”.

Internationaal blijft Europa “de voornaamste hefboom” om België een stem te geven volgens Arizona. De Verenigde Staten en de G7-landen worden gezien als de “belangrijkste partners voor het verdedigen van gedeelde fundamentele waarden en wereldwijde veiligheid”. Maar naast deze klassieke westerse partners moet er ook aandacht zijn voor “verbeterde relaties met opkomende regio’s”.

Arizona wil nieuwe diplomatieke banden smeden in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Wat de oorlog in Gaza betreft, pleit Arizona voor “een onderhandelde oplossing, gebaseerd op de vreedzame coëxistentie van twee staten”. Daarbij wordt het illegale nederzettingenbeleid van Israël als “een gevaar” voor een oplossing bestempeld.

De vijf partijen verzetten zich tegelijk tegen “elke vorm van antisemitisme en terrorisme”. Al bij al gaat het om een korte passage. Naar verluidt dringt Vooruit nog aan op een boycot van Israëlische producten uit de bezette gebieden (Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever) en een inreisverbod voor Joodse kolonisten.

De socialisten willen ook dat België zijn steun verleent aan de Zuid-Afrikaanse genocidezaak tegen Israël in Den Haag. De kans dat N-VA en MR hiermee zullen instemmen in de laatste rechte lijn van de federale formatie lijkt klein. De onderhandelingsnota benadrukt dat Iran “op alle wijzen het Westen en onze manier van leven ondermijnt – niet in het minst via wapenleveringen aan Rusland”.

Arizona wil daarom “een sterkere dam” opwerpen tegen het islamistisch regime en zijn proxy’s en zich “niet laten chanteren door hun gijzeldiplomatie”. Een erg gevoelig onderwerp is dit, gezien de beladen gevangenenruil vorig jaar voor Olivier Vandecasteele. Vooruit, cd&v en MR hebben die deal altijd verdedigd.

N-VA heeft er destijds harde kritiek op geuit. Arizona wil “maximaal” inzetten op voorlichting van landgenoten rond de gevaren van reizen naar Iran. Er moet een “Europees initiatief” komen tegen de gijzeldiplomatie van het land.

Het is onduidelijk hoe dat initiatief er kan uitzien. Arizona wil ook de Iraanse Revolutionaire Garde op de Europese terreurlijst plaatsen en stelt “strengere economische en andere sancties” voor. Voor Arizona blijft ontwikkelingshulp een “belangrijk” instrument.

Al wordt een “pragmatische aanpak” bepleit. Zo moeten samenwerkingen met landen waar “blijvende tekortkomingen” zijn sneller opgeschort of omgeleid worden. De uitkering van ontwikkelingshulp wordt best gekoppeld aan “terugname van uitgeprocedeerde vreemdelingen”.

Over een passage waarin met name “veroordeelde criminelen” worden genoemd is nog geen overeenstemming. Sowieso bepleit Arizona een verlaagd aantal partnerlanden voor België. Met de overblijvende partnerlanden moet in ruil sterker samengewerkt worden.

Rond ontwikkelingshulp wil N-VA een de facto regionalisering van het beleid. In de onderhandelingsnota’s staan meerdere passages hieromtrent tussen haakjes. Zeker de Franstalige partijen MR en Les Engagés zijn tegen.

De overheidsdienst Buitenlandse Zaken kampt met geldtekort . Maar meer middelen moet het diplomatenkorps niet meteen verwachten, zo blijkt. Arizona wil dat Buitenlandse Zaken “sterker geografisch en inhoudelijk focust”.

Er moet een externe studie komen naar het eigen ‘postennetwerk’. N-VA dringt ook aan op een nieuw samenwerkingsakkoord met de regio’s rond de diplomatie van het federale België. Vlaamse (en Waalse) diplomaten moeten meer zeggenschap krijgen op het internationale toneel.

Een oude eis van N-VA is een aanpassing aan de ‘protocollaire rangorde’. Vertegenwoordigers van de deelstaten staat daarin vandaag steevast achter hun federale collega’s. Sinds de zesde staatshervorming is dat niet meer terecht in de ogen van de Vlaams-nationalisten.

Geselecteerd door de redactie.