Zo blijven de roeiers in de Rotterdamse haven 's nachts fit

Ze varen met kleine bootjes tussen zeeschepen, moeten soms hoge palen opklimmen om de trossen van een schip vast te maken en hebben te maken met regen en golven. Het werk van de roeiers (KRVE) in de Rotterdamse haven is niet makkelijk. En dan zijn ze ook nog 's nachts actief. De KRVE werd benaderd door slaaponderzoekers om te onderzoeken hoe hun leden vitaal kon blijven tijdens hun nachtdiensten.

featured-image

De roeiers assisteren 24 uur per dag, zeven dagen in de week, de bemanning van zeeschepen met het aanmeren en vertrekken. Bij aankomst pakken ze de zware trossen touw en bij vertrek gooien ze die los. Vroeger werd naar de schepen geroeid, tegenwoordig gaat het met snelle motorboten.

"Het blijft zwaar werk. Niet alleen door de inspanning, maar ook door de lange diensten", vertelt Jasper Koekendorp (39) die al 23 jaar als roeier in de haven werkt. "We werken in een roterend continurooster.



De ene week werken we gemiddeld vier diensten van twaalf uur, de week erna doen we drie lange diensten. 75 roeiers doen mee aan het onderzoek. We zijn daarbij verdeeld in drie groepen.

Een groep waarbij gekeken werd naar voeding, een groep waarbij gefocust werd op slaap en een controlegroep waarbij niets veranderde." Inês Chaves, chronobioloog bij de Erasmus universiteit in Rotterdam was betrokken bij het onderzoek en legt uit. "Ons lichaam heeft een 24-uursritme.

's Nachts ga je eigenlijk werken op een moment dat je lichaam daar niet op is voorbereid. Nachtwerkers hebben meer concentratieproblemen, meer kans op obesitas en diabetes en volgens sommige studies zelfs meer kans op kanker." Hoe dat komt weet de wetenschap niet precies.

"Maar je eet bij een nachtdienst op de verkeerde momenten. Dat terwijl na een maaltijd altijd toxische stoffen vrijkomen. Je lichaam verwerkt die stoffen 's nachts niet goed en je stofwisseling werkt anders.

" Koekendorp kreeg bij het onderzoek, net als 24 van zijn collega's, een speciale sensor opgeplakt, die diabetespatiënten ook hebben. Hij hield een voedingsdagboek bij en met een glucosemonitor las hij zijn waardes af. Daarna kreeg hij gericht advies van een diëtist.

De eerste objectieve dataresultaten van het project komen pas over een maand. Maar Koekendorp is enthousiast. Door het advies om gericht een bepaald soort maaltijd te nemen of juist te vermijden, is de kans op 'after dinner-dips' kleiner en blijft hij fitter tijdens je nachtdienst, vertelt hij.

"Meer koolhydraten en eiwitten en minder vetten bijvoorbeeld tijdens het diner én voor het slapen gaan nog een ontbijt bestaande uit bijvoorbeeld magere kwark met granola," vertelt de roeier. Andere roeiers kregen gepersonaliseerde slaapinstructies. Zo leerden ze dat een korte powernap van 15 minuten voldoende kan zijn, om je dienst weer fit te vervolgen.

"Dan zit je nog in de lichte slaapfase. Een slaapcyclus duurt normaliter ongeveer 1,5 uur. Dus als je een dutje van een uur doet, word je wakker in je diepe slaap.

Dan ben je gedesoriënteerd, heb je hoofdpijn en ben je juist vermoeider en ga je fouten maken," vertelt Heidi Lammers-van der Holst, assistent-professor arbeid en gezondheid bij Erasmus MC in Rotterdam. Ook ziekenhuizen, politie en defensie hebben interesse in het onderzoek naar de vraag hoe nachtwerkers hun dienst beter doorkomen, vertelt de wetenschapster die ook het onderzoek bij de roeiers leidde. Er is volgens haar nog een wereld te winnen.

"Het zou het beste zijn als je de hele nacht niets eet, maar dat is niet altijd mogelijk. Eten dus, maar dan wel met mate en met de juiste voeding." De ene werknemer gaat ook beter om met nachtdiensten dan de ander.

De een is bijvoorbeeld een avondmens, de ander een ochtendmens, zegt Lammers-van der Holst. "Dat is genetisch bepaald en kun je niet veranderen. Er is geen one size fits all en daarom gaven we in onze studie maatwerkadvies.

Zo hebben we iedereen die in de voedingsgroep zat uitgerust met een glucosesensor. Om aan de hand van deze data voedingsadvies te geven dat voor die persoon het beste was." Deelnemers van de slaapgroep bij de roeiers moesten tijdens hun nachtdiensten en dagdiensten een ActiWatch dragen, dat het slaap-waakritme bijhoudt.

Daarmee werd de duur en kwaliteit van de slaap gemeten, maar ook hun bewegingen tijdens het werk en tijdens de slaap. "Vanuit hun eigen slaapdata konden we vervolgens maatwerkadvies geven. Bijvoorbeeld, wanneer iemand het beste een dutje kan doen," zegt slaaponderzoeker Lammers-van der Holst.

Ze ziet langzaam de cultuur bij bedrijven veranderen. "Tien jaar geleden werd je als nachtwerker vreemd aangekeken als je even een dutje ging doen. Nu is dat steeds normaler.

Maar nog meer bedrijven zouden er aandacht voor moeten hebben.".