Zijn kinderwens is vervlogen, maar ex-dakloze Marco (56) heeft nu een huis en droomt van studeren

Marco is vrijwilliger bij de Pauluskerk, maar kwam er jarenlang zélf als dakloze. Anderhalf jaar geleden kreeg hij eindelijk een sociale huurwoning, maar het leven op straat liet sporen na. “Ik zou bijna zeggen: van zeven jaar dakloos, word je vanzelf knetter.”

featured-image

DAK- EN THUISLOZEN Zijn kinderwens is vervlogen, maar ex-dakloze Marco (56) heeft nu een huis en droomt van studeren Meike Schipper Vandaag, 10:06 • 6 minuten leestijd Marco leefde zeven jaar op straat in Rotterdam. © Rijnmond Marco is vrijwilliger bij de Pauluskerk, maar kwam er jarenlang zélf als dakloze. Anderhalf jaar geleden kreeg hij eindelijk een sociale huurwoning, maar het leven op straat liet sporen na.

“Ik zou bijna zeggen: van zeven jaar dakloos, word je vanzelf knetter.” “Ik stond op mijn pantoffels op straat”, vertelt Marco. Hij moest abrupt zijn huis uit en raakte alles kwijt.



Hij was in een ver verleden afgekickt, had een psychiatrisch traject afgerond, maar zijn leven nam een nieuwe wending. Hij kwam op straat terecht. Marco was verstrikt geraakt in een langslepend juridisch conflict over zijn sociale huurwoning, dat tot op de dag van vandaag nog niet is opgelost.

Hij vindt dat hij recht heeft op een schadevergoeding en stopte met het betalen van de huur, waardoor hij uiteindelijk zijn huis uit werd gezet. Hij is vrij principieel en heeft ‘zowat engelengeduld’, vertelt hij, “maar als ik me bedonderd weet, heb ik weleens een kort lontje en kan dan vrij agressief reageren.” Zo kwam hij een aantal keer in een politiecel terecht.

In 2015 belandde hij uiteindelijk in de winteropvang van de Nico Adriaans Stichting. “Dan heb je zoiets van: ‘Dit is keihard, maar gewoon doorzetten en volhouden.’” 20 kilo administratie Marco verlangde als dakloze maar naar één ding.

“Rechtvaardigheid", zegt hij vastbesloten. “Ik zat tot aan mijn nek in de dossiers en de rechtszaken. Ik kwam Rotterdam binnen met een tas met 20 kilo papieren administratie, waaraan ik angstvallig vasthield.

Maar als dakloze raak je je hele hebben en houden kwijt, dus je hebt niks meer. Alles moest ik opnieuw aanvragen. Ik heb mij echt vastgebeten.

” “Ik maakte zo min mogelijk contact met mensen in de eerste paar jaar. Want ik had al mijn grijze massa nodig - voor zover die nog werkt, want je raakt aardig verward in zo'n opvang – om alles op orde te houden en de rechtszaken te voeren. Daar hangt je hele leven vanaf.

” Niet verslaafd Die principiële houding heeft hem ook op de been gehouden. Jaren voordat hij dakloos werd, was hij afgekickt. Nu had hij plotseling veel verslaafden om zich heen.

Hij had de drugs en medicatie afgezworen en op een biertje bij gelegenheid na, bleef hij bij zijn principes. “Er wordt zoveel gebruikt op de wc's in de nachtopvang, als je staat te douchen krijg je de heroïnelucht in je gezicht. ‘We gaan niet aan de drank, niet aan de drugs, we houden ons koppie erbij’, zei ik tegen mezelf.

Het is alles of niets.” Hij hield zich vast aan routines. “Ik wandelde van de nachtopvang naar de Pauluskerk, naar de bibliotheek, dan weer naar de Pauluskerk en terug.

In dat rondje bleef ik hangen.” Mondigheid Door zijn negatieve ervaringen met organisaties zoals het UWV, de woonstichting en verzekeringsinstanties, accepteerde Marco als dakloze geen begeleiding. “Je zit met bepaalde stempels, je wordt niet voor volledig mens aangezien.

” Hij had lang moeten strijden om zijn GGZ-dossier opgeschoond te krijgen en wilde dat niet opnieuw doormaken. Aan mensen die op straat leven wordt steeds gevraagd om hun autonomie op te geven, vertelt Marco. “Of je even een handtekeningetje wil zetten onder een machtiging, of voor begeleiding.

Maar daarmee doe je afstand van al je mondigheid. Ik heb best veel dingen geweigerd, hele simpele dingen. Aju paraplu”, zegt hij stellig.

Toch koos hij er bewust voor om op de radar van instanties te blijven en gebruik te maken van de nachtopvang. “Uit het oog, uit het hart, weet je wel. Ik ben de luis in jullie pels, je komt zo niet van me af.

” De vrijheid van een huis Sinds anderhalf jaar heeft Marco een sociale huurwoning in Overschie. “Ik heb het een beetje opgeknapt en het ziet er redelijk uit allemaal. Ik heb mijn bed en mijn keuken en mijn wasmachine en mijn bureau, dus ik kan alles doen wat ik moet doen.

Alles wat een ander normaal vindt, dat kan nu weer. Eten en slapen wanneer je wil.” Marco ervaart een ander soort vrijheid.

“Als dakloze krijg je een uitkering en je hebt weinig vaste lasten, maar het is één en al rompslomp. Vrijheid zit voor mij in regelmaat en zekerheid. Ik ben niet het type dat zegt dat je met een zwerversbestaan alle vrijheid van de wereld hebt.

” Toekomstdromen Heeft Marco nog toekomstdromen? “Ik vind dat de raarste vraag van allemaal", lacht hij. “Ja, wereldvrede, en dat iedereen een dak boven zijn hoofd, eten en werk heeft, en voldoende inkomen.” Toch komen er tijdens het gesprek steeds meer dingen in hem op.

Zo droomt hij van schone dossiers, een leeg strafblad en een schadevergoeding voor het juridische conflict. “Maar dan vraag ik me ook af: wat moet ik met zoveel geld? Als ik dan een motor kan kopen en ik mag hem kiezen, wat voor motor moet dat dan zijn? Het gaat mij meer om het rijden en het sleutelen. Dus dan zou ik bijna zeggen: ‘Een gele.

’” Hij lacht. “Of het dan een Harley Davidson of een 20 jaar oude Yamaha is, dat maakt dan niet uit.” Ook gitaarspelen en zeilen staan nog op zijn lijstje.

“Een zeilbootje kopen en opknappen, zodat je lekker wat te doen hebt. Dat het ding drijft en vaart, en dat je dat dan zelf gedaan hebt. Dat gevoel.

” Afgelopen jaar heeft hij een paar weken met een groot zeilschip meegezeild. “Dat is heerlijk. Het materiële is het dan niet echt, het is meer lekker bezig zijn.

Het gaat meer om uitwaaien. Dat kan ook met de motor, maakt niet uit waar je naartoe rijdt.” Marco genoot van het 'uitwaaien' op het zeilschip.

© Privéfoto Werktuigbouwkunde Marco droomt nog even verder. “Misschien een werkplaatsje met een appartementje erboven.” Als hij ooit zijn schadevergoeding krijgt, wil hij weer gaan studeren.

“Dan wil ik mijn werktuigbouwkunde halen. Dat ik 56 ben en tussen jongetjes van 20 jaar op school kom te zitten, dat maakt niet uit. Het is ook een principekwestie.

" De gedachte maakt hem emotioneel. “Toen ik 22 was, ging ik terug naar school. Ik deed werktuigbouwkunde en verdiende tegelijkertijd bij in de horeca.

Ik ben in de horeca blijven hangen. Als ik het nog een keer over zou mogen doen, deed ik het andersom.” 'Normale Nederlander’ Sommige dromen, zoals zijn kinderwens, zijn vervlogen.

“Dat is het helaas niet geworden. En nu ben ik 56, dus dat zijn dingen die je moet loslaten.” Marco krijgt tranen in zijn ogen en pauzeert even, voordat hij verder praat.

“Ja, dat gaat niet meer gebeuren, niet zoals ik vroeger droomde. Maar dat is niet anders.” Het leven heeft hem getekend en dakloosheid laat sporen na, die niet zomaar verdwijnen nu hij eindelijk een huis heeft.

“Ik zou bijna zeggen: van zeven jaar dakloos, word je vanzelf knetter. Ik ben ook maar een mens. Nu ben ik een ‘normale Nederlander’, maar wie is er nog normaal na zeven jaar dakloosheid?”.