Zeldzame sprinkhanen na jaren terug in nationaal park De Hoge Veluwe

[OTTERLO] In nationaal park De Hoge Veluwe zijn na jaren van afwezigheid twee zeldzame sprinkhaansoorten waargenomen: de wrattenbijter en de zadelsprinkhaan.

featured-image

In nationaal park De Hoge Veluwe zijn na jaren van afwezigheid twee zeldzame sprinkhaansoorten waargenomen: de wrattenbijter en de zadelsprinkhaan. ,,De wrattenbijter werd in 2016 voor het laatst gezien. Maar afgelopen mei werden er tijdens een inventarisatie drie stuks gevonden.

En in de zomer lieten zelfs zo’n vijftien exemplaren zich zien’’, meldt het park in een persbericht. De vondst van de wrattenbijter kwam voor beleidsmedewerker Leontien Krul als een verrassing: ,,Ik kon het in eerste instantie bijna niet geloven. We hadden de wrattenbijter al zo lang niet meer waargenomen.



De eitjes kunnen jaren onder de grond zitten, maar inmiddels hadden we de hoop opgegeven. We weten niet zo goed waarom we de wrattenbijter nu weer zien’’, vervolgt ze. ,,Zaten er eitjes in de bodem en zijn die uitgekomen dankzij het natte voorjaar?’’ De wrattenbijter is volgens het park één van de grootste inheemse insecten van ons land.

Het mannetje kan zo’n 3,5 centimeter lang worden, het vrouwtje 4 centimeter. ,,De sprinkhaan eet vooral kruidachtige planten en andere insecten. Hij dankt zijn naam aan een oud gebruik om hem in wratten te laten bijten.

Het bruine vocht dat dan vrijkomt, zou de wrat genezen.’’ Ook de zadelsprinkhaan werd deze zomer weer aangetroffen. Krul: ,,We hadden deze soort in 2019 voor het laatst gezien.

In de jaren daarna is hij wel gezocht, maar niet gevonden. Tot deze zomer, toen we een vrouwtje vonden. De vrouwtjes van deze soort zijn 2 tot 3,5 centimeter, de mannetjes iets langer: 2,5 tot 3 centimeter.

De zadelsprinkhaan leeft maar één seizoen en is een paar maanden actief, vanaf augustus.’’ Zadelsprinkhanen gedijen in gebieden met een mineraal- en kruidenrijke bodem. Deze staan volgens het park onder druk door onder meer verzuring en vermesting van de bodem.

,,De afgelopen hebben wij het leefgebied van deze en andere sprinkhaansoorten verbeterd. Zo zijn er kleine plekjes heide afgebrand ter verbetering van de vegetatiestructuur. In de buurt van deze brandplekjes werd in augustus de zadelsprinkhaan aangetroffen.

’’ ,,Bij deze sprinkhanen is te zien dat alle beetjes helpen’’, stelt Krul. ,,Het mooie is dat de maatregelen die we nemen niet alleen voor een bepaalde soort nuttig zijn, maar ook andere soorten helpen.’’.