Zangeres Sylvie Kreusch graaft in haar jeugdherinneringen: ‘Wat borrelt er diep in mij?’

De Belgische zangeres Sylvie Kreusch ging voor haar laatste album terug naar haar jeugd. Het werd een ‘ode aan haar kinderlijke verwondering’. De betovering leidt, met muzikaal veel zijstraatjes - folk, elektropop, country, pastichepop of nachtclubzwoel.

featured-image

Als kind had ze zo’n vriendenboekje. Met mooie letters noteerde de Belgische muzikante Sylvie Kreusch erin wat ze later worden wilde: popstar. Of in elk geval toch zangeres, danseres of nu ja, íéts op dat podium.

En zie haar tournee nu eens voor begin 2025: heel Europa door, te beginnen met het grote Europese Eurosonic showcasefestival in Groningen. Een muziekdroom, knikt Kreusch. „In buurlanden van België trad ik al vaker op, dat is voor mij al iets minder spannend.



Maar Scandinavië, Polen,...

zo ver weg met mijn muziek? Supercool dat ik op plekken ga komen waar ik nog nooit optrad.” Ochtendkoffie met Sylvie Kreusch (33). De Vlaamse artpopsensatie zit midden tussen verhuisdozen, twee dagen terug heeft ze met haar vriend, acteur Flor Van Severen, een nieuwe woning in Gent betrokken.

Dat kon nog nét voor haar decemberconcerten – Londen, Parijs, Berlijn en Amsterdam (11 dec, Paradiso). Niet echt ideaal in repetitietijd die verhuisstress erbij, lacht ze, „maar met een huiskamer vol vrienden is gisteren al veel gefikst”. Zo’n ramvolle agenda zou kunnen benauwen.

Maar nee, prettig juist, aldus Kreusch. „Als er één ding is dat heftig is aan het artiestenbestaan, is dat je nooit weet wat er morgen gaat gebeuren. Heb je hard gewerkt aan een liedje of album, kan het zomaar zijn dat die niet aanslaat.

Dus dat ik nu één van de weinige gelukkigen ben die toch al twee jaar op voorhand een soort van zekerheid heeft, voelt super nice. Het voelt eindelijk aan als iets waar ik geld mee kan verdienen.” In dat verband kan ze juichen om het feit dat het na haar kunstenaarsstatuut (een veelzeggend statuspapiertje dat in België aangeeft dat een artiest recht heeft op een uitkering) eindelijk gelukt is zelfstandig te worden.

„Zelfstandig!”, roept ze uit. „Ja, dat vind ik nog het coolste. Dat je zo, na al die jaren echt kunt zeggen dat het gelukt is te kunnen leven van die droomjob.

(lacht) „Waarvan de meeste ouders zeggen: studeer maar best iets anders he. Al is de realiteit minder sexy want er komen grote financiële verantwoordelijkheden bij, dit is voor mij erkenning als artiest van een zeker niveau.” Van femme fatale tot gestileerde diva tot filmische personages als Superwoman.

Op het podium is zangeres Sylvie Kreusch een bedwelmend expressieve artieste. Van optreden tot videoclip, ze heeft de artistieke wens op te willen vallen. In haar recentste video ‘Daddy’s Selling Wine In A Burning House’ loopt ze, met looks ergens tussen Marlène Dietrich en David Bowie, rondjes in een rad.

Broeierig, ongrijpbaar. Al op haar zestiende rolde Sylvie Kreusch de muziek in. Ze heeft dan al een woelige schoolroute achter de rug, met muziek- en dramadocenten die nog niet goed weten wat ze aanmoeten met haar stem en haar het liefst tot musicalster zouden vormen.

Maar de popmuziek lonkt. En ze valt, verlegen als ze is, voor de intimiderende woorden van een gehaaide manager die haar op jonge leeftijd gouden bergen belooft. Lang verhaal kort: ze tekent een wurgcontract waarvan ze later pas ontdekt wat dat nu precies inhield.

Simpel, ze verkocht haar stem. „‘ I’m gonna make you a popstar ’. Die belofte was niet te weerstaan.

En voor dat je het weet heb je contracten getekend waarin staat dat je al je rechten afdraagt tot en met dat en dat jaar. Supergevaarlijk. Ik durfde geen nee te zeggen.

” Hoe klem je dan zit? Toen ze met een ander project een hitje kreeg, verdiende ze niets. „Mijn huidige manager heeft dat contract kunnen laten ontbinden. Daar ben ik goed weggekomen.

Maar ik weet: het gebeurt jonge artiesten nog vaak. Dus dit is een waarschuwing aan hen. Artiesten kijken nooit op hun rekening.

Geld maakt creativiteit kapot. Als mensen ons leegplukken hebben we het pas veel te laat door.” Lang zit Kreusch in de Belgische indiepopband Soldier’s Heart.

Vanaf haar 25ste gaat ze zelf nummers schrijven. Ze heeft dan een relatie met Balthazar-zanger Maarten Devoldere met wie ze samen Warhaus vormt. Hun muziek is van een film-noirachtige sensualiteit.

Live mooi en moody, een broeierig nachtclubsfeertje met Kreusch als sensueel zingende gogo-danseres. Het eind van die relatie leverde haar soloalbum Montbray (2021) op. Hartzeer - wat een krachtige motor.

Kreusch ging alleen verder , steeds weer meters makend als eigenzinnige artpop-artiest, met steeds weer een ander kleur kapsel (van hoogblond is ze nu weer bordeauxrood). Rolmodellen in de muziek met een even theatrale als edgy aanpak, ze heeft er legio. Bowie, natúúrlijk, groot kunstenaar tussen fantasie en werkelijkheid.

Verder heeft ze een lijst aan vrouwelijke performers, die inspireren in zowel kwetsbaar als charismatisch opzicht, van Billie Eilish, FKA Twigs, Caroline Polachek tot Lykke Li. Ook voor Kreusch is muziek „pure vrijheid”. Op het podium voelt ze dat ze stoom afblaast - „opgekropte gevoelens die er plots uit mogen of zo.

Vergelijkbaar misschien met het naar de therapeut gaan en eindelijk kunnen huilen.” Ze glimlacht om het rustige ‘nestje’ dat ze nu heeft, een veel stabieler leven dan het rock-’n-rollbestaan destijds met Devoldere (met wiens Warhaus ze overigens toch ook weer een liedje uitbracht: ‘ Popcorn ’). Al is dergelijk ‘zacht geluk’ best een uitdaging voor het creatieve schrijfproces.

Schrijf dáár maar eens edgy popliedjes over, grinnikt ze. „Ik heb echt dieper moeten graven: wat is er in mij aan het borrelen? Want er is altijd wel iets dat in je zit.” Ze ging terug naar haar jeugd.

Haar album Comic Trip werd een aantrekkelijke ode aan haar ‘kinderlijke verwondering’. Speelse melodieën, gevat in vele stijlen. Op de hoes van Comic Trip poseert ze met een aquarium over haar hoofd – een kind zou er een astronaut in zien.

„Ik ben teruggegaan naar wie ik was als kind, effectief een dromer, best verlegen en wat angstig. Als kind staan je zintuigen veel meer aan, ik absorbeerde alles.” Dat leverde enerzijds de herinneringen op aan de jeugd met haar ouders die een wijnhandel hadden in Mortsel in de provincie Antwerpen.

Anderzijds waren er onbezorgde vakanties in de wijngaarden van haar opa in de Dordogne. „Dáár heb ik leren kussen, fietsen, zwemmen en roken, tot en met mijn eerste joint.” Een bundeling zoete kinderherinneringen dus.

In de luchtige titeltrack bezingt ze de nostalgie van oude stripboeken – „paaw paaw, beng beng, kachaaw” – met big bold emotions . Maar ze kan ook sensueel broeierig klinken (‘Ding Dong’). De betovering leidt, met muzikaal veel zijstraatjes - artpop, folk, elektropop, country, pastiche of nachtclubzwoel).

Maar in de weemoedige single ‘Daddy’s Selling Wine in a Burning House’ keert ze als „ quiet middle child „ in een zweem folk naar een donkere periode. De scheiding van haar ouders. Een tijd waarin haar vaders wijnhandel afbrandde – het gezin woonde er altijd boven – ze waren net verhuisd.

En hoe haar depressieve vader vast kwam te zitten en jarenlang vals beschuldigd is van brandstichting en fraude. Haar lage stem voert mee, lichtpuntjes komen van een kinderkoor. Als Kreusch dit live zingt, wordt het stil.

Zeker ook laatst op de 90ste verjaardag van haar oma. „Die heeft nog zot-veel vriendinnen, allemaal oude mensjes. En dan mijn familie, ze hoorden het voor het eerst.

Iedereen huilen, iedereen wist direct waar dit over ging.” Die tekst verzon ze in een dag. „Instinctief en heel letterlijk stroomt de misère eruit.

Dat vind ik mooi, hoe realiteit een juist poëtische songtekst kan worden.”.