Worstelen, kietelen, duwen en trekken... chimpansees gaan spelen als er spanningen zijn

Volwassen chimpansees vergroten het onderlinge vertrouwen met spelgedrag. „Spel dient als een kanaal om positieve emoties over te brengen.”

featured-image

Chimpansees spelen vaker met elkaar als er onderlinge spanningen in de groep zijn of als ze kort daarna moeten samenwerken, bijvoorbeeld in een jachtpartij of in een conflict met een naburige chimpanseegroep. Dat blijkt uit een groot onderzoek naar spelgedrag bij volwassen chimpansees in drie groepen in het Taï-woud in Ivoorkust. Zes jaar lang werden 57 volwassen chimps geobserveerd en in totaal bijna 5.

000 spelsituaties vastgelegd. Spel bij chimpansees bestaat uit worstelen, kietelen, achternazitten, duwen en trekken en nep-bijten, allemaal vergezeld van gezichtsuitdrukkingen en geluiden die duidelijk maken dat het spel is, geen echt gevecht. Het onderzoek, onder leiding van Liran Samuni (Duits Primaten Centrum, Göttingen) is donderdag gepubliceerd in Current Biology .



Het was al wel bekend dat ook volwassen chimpansees spelen, maar alleen uit onderzoek bij gevangen dieren in dierentuinen en onderzoekscentra. Ook in het wild bleken volwassen chimps vaak te spelen: spel werd gezien op 40 procent van de observatiedagen. In de wetenschappelijke literatuur over spel bij mens en dier wordt ‘het nut’ van spel (per definitie vrij en onserieus gedrag) vaak geproblematiseerd, maar uit het onderzoek van Samuni en haar collega’s wordt duidelijk dat in het Taï-woud spel gebruikt wordt om het onderling vertrouwen te versterken ten behoeve van een goede samenwerking én om onderlinge conflicten op te lossen.

Of, zoals de wetenschappers het formuleren: „Spel dient als een kanaal om positieve emoties over te brengen, waarmee het psychologische incasseringsvermogen voor spanningen gesimuleerd wordt en een positieve instelling en onderling vertrouwen versterkt worden.” Of de (vaak wilde) spellen bewust om die redenen aangegaan worden, weten de onderzoekers niet, „het kan ook worden gedreven door motivationele of emotionele processen”. Als de groep het territorium ging verdedigen tegen naburige groepen was de kans dat er eerder die dag tussen volwassenen gespeeld werd 75 procent groter dan op andere dagen.

Op dagen dat er een (mannelijke) groepsjacht op kleine aapjes werd georganiseerd was de kans op spel door mannelijke chimps 58 procent groter, maar niet bij vrouwen. Chimpvrouwen gingen juist weer vaker (46 procent) onderling spelen op dagen dat een van hen maximale genitale zwellingen vertoonde, een teken van vruchtbaarheid en superaantrekkelijk voor de chimpmannen – en bron van onderlinge spanning. Op zulke momenten gingen de mannen vooral met kinderen spelen, waarschijnlijk om hun aantrekkelijkheid voor vrouwen te vergroten.

Spel komt ook van pas bij verzoening: volwassen chimpansees speelden vaker met elkaar als ze in het half uur ervoor onderling agressie hadden vertoond. De spelbereidheid werd niet alleen groter door sociale spanningen of de noodzaak tot samenwerking. Als veel fruitbomen rijp waren, een belangrijke bron van chimpanseevoedsel, werd er óók veel meer gespeeld.

Hetzelfde gebeurde als de groepsgrootte tijdelijk groter was. Opvallend is verder dat sociale rang geen effect had op de mate van spelen. Wel gingen oudere chimps steeds minder spelen.

.