WK 2024: Tadej Pogacar wereldkampioen na ongekende onemanshow, brons voor Mathieu van der Poel

Tadej Pogacar is in Zürich op indrukwekkende wijze wereldkampioen geworden. De Sloveen ging op goed honderd kilometer van de streep al in de aanval en reed de laatste 52 kilometer solo. Ben O’Connor reed naar het zilver. De sprint voor plek drie werd gewonnen door Mathieu van der Poel, die zo het brons pakte. De [...]The post WK 2024: Tadej Pogacar wereldkampioen na ongekende onemanshow, brons voor Mathieu van der Poel appeared first on WielerFlits.

featured-image

Tadej Pogacar is in Zürich op indrukwekkende wijze wereldkampioen geworden. De Sloveen ging op goed honderd kilometer van de streep al in de aanval en reed de laatste 52 kilometer solo. Ben O’Connor reed naar het zilver.

De sprint voor plek drie werd gewonnen door Mathieu van der Poel , die zo het brons pakte. De WK wielrennen sloten zondag af met de wegrit voor elite mannen. Tadej Pogacar gold als topfavoriet, maar de concurrentie was niet gering.



Remco Evenepoel en titelverdediger Mathieu van der Poel werden vooraf gezien als voornaamste uitdagers van de Sloveen. Al deze tenoren zouden de strijd met elkaar aangaan op een 273,9 kilometer lang parcours. De start was in Winterthur, waarna het in ongeveer zeventig kilometer naar het lokale circuit in Zürich ging.

Deze 26,8 kilometer lange ronde moest na de eerste finishpassage nog zeven keer volledig worden afgelegd. De omloop bevatte met de Zürichbergstrasse (1,1 km aan 8%) en Witikonerstrasse (2,3 km aan 5,7%) twee beklimmingen waar het verschil gemaakt kon worden, maar deze hellingen lagen wel vroeg in de ronde. De laatste vijf kilometer ging het niet meer omhoog.

Zes vroege vluchters Maar eerst dus de aanloop vanuit Winterthur, waar het een stuk beter weer was dan de voorbije WK-dagen. De droge en zonnige weersomstandigheden inspireerden veel renners tot een uitvalspoging. Toch was alles nog bij elkaar, toen het peloton na een goede twintig kilometer de Buch am Irchel (4,8 km aan 4,2%) bereikte.

Hier was wel even wat afscheiding: een grote groep met ook Sam Oomen sloeg een gaatje. De Slovenen zagen het gevaar echter en dichtten de bres. Na veertig kilometer kreeg een groepje wel de ruimte.

Het ging om acht renners: Silvan Dillier (Zwitserland), Luc Wirtgen (Luxemburg), Piotr Pekala (Polen), Ivo Oliveira (Portugal), Tobias Foss (Noorwegen), Simon Geschke (Duitsland), Markus Pajur (Estland) en Roberto Gonzalez (Panama). Al snel dunde de kopgroep uit naar zes coureurs. Op de Kyburg (1,2 km aan 12%) ging Pajur overboord en niet veel later ging het ook te hard voor Gonzalez.

Zo bleven we met zes renners over vooraan. Opgave Julian Alaphilippe Terwijl de zes een voorsprong van vijfeneenhalve minuut bijeen fietsten, was er in het peloton een valpartij. Daarbij twee kanshebbers voor de titel: Pello Bilbao en Julian Alaphilippe .

Bilbao was behoorlijk gehavend, maar kon zijn weg uiteindelijk toch weer vervolgen. Voor Alaphilippe was het verdict een stuk zwaarder. De tweevoudig wereldkampioen moest met een ontwrichte schouder opgeven en werd afgevoerd met ambulance.

Niet veel later zouden ook Mattias Skjelmose , João Almeida en Mikel Landa opgeven. 12:40 Lees ook WK 2024: Valpartij dwingt Julian Alaphilippe tot vroege opgave, ook DNF Skjelmose, Landa en Almeida 12:40 2 Eenmaal op de lokale ronde, nam België het initiatief. Het was Victor Campenaerts die de meute op een lint trok.

Met de hulp van Slovenië kwam het peloton vervolgens snel dichter bij de vluchters. De voorsprong van de zes zakte tot onder de drie minuten. Daarna kregen ze weer wat meer ruimte, totdat de koers openbarstte op de derde keer Zürichbergstrasse, met nog zo’n 130 kilometer te gaan.

Pablo Castrillo gooide knuppel in het hoenderhok. Hij werd al gauw bij de lurven gegrepen, maar het spel was nu op de wagen. Nederland mist de slag Op de Witikonerstrasse leidde een aanval van Jay Vine (Australië) tot een tegenaanval van tien.

Met Jan Tratnik en Laurens De Plus hadden respectievelijk Slovenië en België een mannetje mee, in tegenstelling tot Nederland. De oranjehemden zetten zich echter niet gelijk op kop van het peloton. Ook de andere landen deden niets, waardoor Vine, Tratnik, De Plus, Mattia Cattaneo (Italië), Magnus Cort (Denemarken), Pavel Sivakov (Frankrijk), Stephen Williams (Groot-Brittannië), Kevin Vermaerke (Verenigde Staten), Johannes Staune-Mittet (Noorwegen) en Florian Lipowitz (Duitsland) in geen tijd drie minuten pakten.

Ondanks de aanwezigheid van Cort vooraan, waren het de Denen die uiteindelijk tempo begonnen te maken. Op de vierde keer Zürichbergstrasse begon ook Slovenië mee te werken. De voorsprong van de zestien koplopers – de achtervolgers hadden inmiddels de vroege vluchters bijgehaald – liep zo weer wat terug.

Toen het gat nog twee minuten was, viel Kasper Asgreen aan, met Wilco Kelderman in zijn wiel. Deze aanval werd geneutraliseerd door Slovenië, waarna Quinn Simmons het probeerde. Zéér vroege aanval Pogacar Niemand minder dan Roglic dichtte de bres voor Pogacar, die op honderd kilometer van de streep.

.. zelf in de aanval ging.

Simmons probeerde zijn karretje aan te haken, maar werd recht uit het wiel gereden. Slechts één man kon wel volgen: Andrea Bagioli . Eventjes, tenminste.

De Italiaan bleef een paar minuten bij de topfavoriet, maar moest op een ogenschijnlijk niet al te lastige strook lossen. Pogacar had de pas er goed in, bleek ook uit het verschil met de koplopers. Hij naderde al snel tot op veertig seconden.

Op dat moment kreeg hij bovendien steun van Tratnik, die zich uit had laten zakken. Met zijn vroege aanval drong Pogacar de ander favorieten in het defensief, maar Evenepoel had nog wel vijf helpers bij zich: Tim Wellens , Maxim Van Gils , Tiesj Benoot , Quinten Hermans en de onvermoeibare Campenaerts. Die laatste twee zorgden ervoor dat de voorsprong van Pogacar en Tratnik beperkt bleef tot een minuut.

Het Sloveens duo kwam ondertussen bij de eerste groep, waar niemand echter zinnens was om hen te helpen. Het was dus Tratnik tegen Hermans en Campenaerts. Pogacar op pad met Sivakov De Belgen reden voorlopig sneller.

Met nog drie rondes te gaan, was het verschil teruggebracht tot 35 seconden. Bovendien kreeg België nu hulp van Nederland, in de persoon van Bart Lemmen . Pogacar besloot niet langer te wachten en trok door op de Zürichbergstrasse.

Zijn medevluchters ging een voor een overboord. Pavel Sivakov ging als laatste overboord, maar Pogacar hield na de top in om de Fransman – zijn ploeggenoot bij UAE Emirates – terug te laten komen. Zo hielden we twee koplopers over.

Hun voorsprong was inmiddels opgelopen tot vijftig seconden ten opzichte van het peloton. Daar moest Maxim Van Gils al aan de bak. De schaduwkopman van de Belgen kon het verschil een tijdje stabiel houden, maar meer ook niet.

Evenepoel voelde de dreiging en besloot daarom zelf aan te vallen. Hij sloeg een klein gaatje, maar Mathieu van der Poel wist naar hem toe te springen, waarna het weer wat stilviel. In het uitgedunde peloton was nu geen controle meer.

Hollen en stilstaan Er volgden meerdere demarrages, onder meer van Michael Woods , nog eens Evenepoel en vervolgens Giulio Ciccone . Niemand kwam echter weg, waardoor hollen en stilstaan was. Toch bleef het verschil met Pogacar en Sivakov voorlopig binnen de perken.

Voor de Sloveen was het wel goed nieuws dat de Fransman – na enkele kilometers herstel in het wiel – nu wel overnam. Samen hadden ze driekwart minuut op de achtervolgende groep, die in twee delen was gespleten. Mollema, Van der Poel en (uiteindelijk) ook Evenepoel zaten in het eerste deel.

Ook in dat eerste deel bleef het aanvallen regenen. Ben Healy (Ierland), Toms Skujiņš (Letland) en Oscar Onley (Groot-Brittannië) vonden elkaar en gingen op jacht naar het kopduo. Bij het ingaan van de voorlaatste ronde was hun achterstand 42 seconden.

Tien tellen later volgde een kwartet met Van der Poel, Frederik Wandahl (Denemarken), Kevin Vermaerke (Verenigde Staten) en Tobias Halland Johannessen (Noorwegen). Een gefrustreerde Evenepoel volgde samen met onder meer Mollema, Marc Hirschi en David Gaudu al op een dikke minuut. Pogacar gaat solo Op de Zürichbergstrasse kon Sivakov het wiel van Pogacar niet langer houden.

De Sloveen begon zo met nog 52 kilometer te gaan aan een solo. Achter hem knalde Van der Poel weg bij zijn metgezellen. De Nederlander kwam bij de geloste Onley, maar Skujiņš en Healy kreeg hij niet te pakken.

Sterker nog, hij begon terrein te verliezen en zakte samen met Onley terug tot bij de achtervolgers. Daar was het nu Evenepoel die het initiatief nam. Het verschil met Pogacar was echter groot, een minuut en twintig seconden.

Healy en Skujiņš zaten op vijftig tellen. Bij het luiden van de bel voor de laatste ronde, waren daar voor beide groepen nog tien seconden bijgekomen. Het leek dus binnen voor Pogacar.

Healy en Skujiņš moesten zich nog wel reppen voor de medailles, want in groep drie gaf Hirschi er een klap op. Niemand was in staat om de Zwitser te volgen, ook Van der Poel en Evenepoel niet. Samen met onder meer Enric Mas , Romain Bardet , Quinn Simmons , Roger Adrià, Ben O’Connor en een sterke Mollema hielden ze Hirschi op de Witikonerstrasse wel in het zicht.

De thuisrijder zag op zijn beurt Healy en Skujiņš rijden. Stort Pogacar nog in? Later op de klim knalde Mas naar Hirschi, waarna ook Evenepoel , Van der Poel en O’Connor nog over probeerden te steken. We kregen het welbekende accordeon-effect.

Op zestien kilometer van de streep kwamen Mas en Hirschi eerst bij Healy en Skujiņš en vervolgens sloten Van der Poel, Evenepoel en O’Connor aan bij dit kwartet. Nu achtervolgden plots zeven man Pogacar, die het wat moeilijker leek te krijgen. Zijn voorsprong zakte tot onder de veertig seconden.

Maar de Sloveen herpakte zich. Hij breidde zijn voorsprong weer uit, waardoor het op tien kilometer van de streep duidelijk was dat de achtervolgers streden om plek twee. Of dacht Van der Poel dat er nog meer te halen was? De titelverdediger ging op het laatste steile hupsje in ieder geval vol aan.

Hij sloeg samen met Hirschi en Skujiņš een gaatje, maar na de afdaling kwam de rest weer terug. Op het laatste klimmetje probeerden Hirschi, Healy en Skujiņš het achtereenvolgens. Ook daarna probeerde bijna iedereen het nog wel een keertje.

Goud voor Pogacar, brons voor Van der Poel Ondertussen kwam Pogacar binnen. Na zeges in onder meer de Giro d’Italia en de Tour de France kroonde de Sloveen zich op indrukwekkende wijze tot wereldkampioen. De eerste die na hem over de streep kwam, was Ben O’Connor .

De Australiër was in de slotkilometers weg weten te glippen bij zijn tegenstanders. De sprint voor plek drie werd vroeg aangegaan door Skujiņš, maar Van der Poel wist de Let nog te remonteren. De Nederlander veroverde zo het brons.

.