Wie samenwoont met een vrouw heeft een langere werkweek dan wie samenwoont met een man

Een Nederlands onderzoek onder mensen die zowel met een man als met een vrouw hebben samengewoond, is het meest gelezen artikel in een Amerikaans sociologentijdschrift.

featured-image

Bij stellen die samenwonen, besteden mannen gemiddeld meer uren aan betaald werk dan vrouwen, en vrouwen besteden meer uren aan het huishouden en de kinderen. Dat heeft niet alleen te maken met wat ze zélf graag willen, maar ook met hun partner. Uit Nederlands onderzoek onder bijna vijfduizend mensen die zowel met een man als met een vrouw hebben samengewoond, blijkt dat zowel mannen als vrouwen meer uren werken wanneer hun partner een vrouw is dan wanneer hun partner een man is.

Het onderzoek is eerder dit jaar gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift American Sociological Review en daar is het dit jaar het meest gelezen artikel: het is bijna 32.000 keer gelezen en gedownload. „In de wetenschap en in het publieke debat wordt vaak gezegd dat mannen geneigd zijn zich zus te gedragen en vrouwen zo”, zegt eerste auteur Eva Jaspers, hoogleraar sociologie aan de Universiteit Utrecht.



„Daar ergerde ik me aan, want zo simpel is het niet. Het systeem waarin je zit, bepaalt ook je opties en ideeën over hoe je je moet gedragen om een goede man te zijn, of een goede vrouw.” En je partner is een heel belangrijke component van dat systeem.

Bij heteroseksuele stellen vindt vaak ‘specialisatie’ plaats: de man doet meer betaald werk, de vrouw meer huishoudelijk werk. „Homo- en lesboparen verdelen de taken eerlijker en dan wordt vaak gezegd: die hechten er meer belang aan. Maar hoogopgeleide heterostellen zeggen óók vaak dat ze een eerlijke verdeling willen en toch gebeurt het dan niet.

” Ook die specialiseren zich, omdat dat nu eenmaal makkelijker is: mannen verdienen bijvoorbeeld gemiddeld meer voor hetzelfde werk en er is een niet altijd bewuste druk om je te conformeren aan wat de maatschappij ‘normaal’ vindt voor je geslacht. Doing gender noemen sociologen dat laatste: alsof je naar je sekse gedragen een soort aangeleerd massatoneelstuk is waaraan de meeste mensen nooit helemaal kunnen ontsnappen. Jaspers bedacht dat ze die sociale druk, dat doing gender , in beeld kon brengen door mensen te onderzoeken die zowel met een vrouw als met een man hadden samengewoond.

„Als je als vrouw met een vrouw samenwoont kom je tot andere overwegingen: hoe zorg je ervoor dat je vrouw ook een goede vrouw kan zijn?” Jaspers en haar collega’s Deni Mazrekaj and Weverthon Machado mochten gegevens van het CBS gebruiken waar gelukkig bijna niemand zomaar bij kan. Nadat het CBS hun onderzoeksvoorstel ethisch had getoetst en beoordeeld op maatschappelijk belang, konden de sociologen gegevens over wie wanneer met wie samenwoonde of getrouwd was koppelen aan databanken met onder meer dienstverbanden, aantal gewerkte uren, belastinggegevens, leeftijd en aantal kinderen. Namen konden ze niet zien; om de bestanden te kunnen koppelen hadden de onderzochte mensen allemaal een uniek nummer (niet hun burgerservicenummer).

Het CBS checkte vooraf en nadat de resultaten binnen waren, maar vóór publicatie, of echt niets naar individuele personen te herleiden was. „Ik mocht halverwege niet eens een ongepubliceerde tabel aan een collega een kamer verderop laten zien”, vertelt Jaspers. Het onderzoek ging uiteindelijk over gegevens van 4.

972 Nederlanders die in januari 2006 tussen de 25 en 29 jaar oud waren, die tussen 2006 en 2020 zowel met een man als met een vrouw hadden samengewoond, en die in loondienst werkten. Hun partner zat trouwens meestal niet in de steekproef: „Meestal had maar één van de partners met beide seksen samengewoond.” De onderzochte steekproef is een heel specifieke, lastig te generaliseren groep.

Of bij Nederlanders in het algemeen het aantal werkuren afhangt van het geslacht van de partner, kun je op basis van dit onderzoek dus niet zeggen, zegt Jaspers. „Maar als er nou één populatie flexibel is in omgaan met genderrollen, dan is het deze wel. En zelfs bij deze groep vinden we het al.

Waarom zouden mensen die wel in het traditionele plaatje passen dan níét beïnvloed worden door het geslacht van de partner?”.