Welke kleuren ziet een kever? Waarom glimt een boterbloem? ‘We tasten volledig in het duister’

Wat is het nut van de soms glanzende kleuren van bloemen? En hoe zien vlinders elkaar? „We hebben nog geen benul.”

featured-image

In de werkkamer van Casper van der Kooi (1990), op de campus van de Rijksuniversiteit Groningen, lijkt het altijd zomer: bloeiende bijenorchissen aan de muur, kleurrijke vlindervleugels, een poster vol bloemen. De lichtblauwe polo van de evolutiebioloog steekt er – in zijn eigen woorden – mat bij af. Veel kleren zijn nu eenmaal mat, net als de meeste kleuren in de natuur, benadrukt hij.

„En dat heeft een functie. Als jij kleur gebruikt om herkenbaar te zijn dan wil je herkenbaar zijn in ruimte én tijd, vanuit alle hoeken, zowel wanneer de zon hoog aan de hemel staat als wanneer die bijna onder is. Kenmerkende kleuren kunnen helpen om soortgenoten te herkennen, om vijanden bijtijds te waarschuwen dat je giftig bent, noem maar op.



Des te opmerkelijker is het dat je in de natuur toch ook regelmatig dynamische kleuren tegenkomt. Glanzende, glimmende, variabele kleuren – wacht, ik pak er een voorbeeld bij.” En weg is Van der Kooi.

Zijn geestdrift kenmerkt zijn werk; in juni won hij een Heineken Young Scientist Award en niet voor niets prees de jury hem juíst ook vanwege zijn bijdrage aan de wetenschapspopularisatie. Regelmatig mengt hij zich in biodiversiteitsdiscussies in de media – bijvoorbeeld wanneer er commotie is over de opmars van jakobskruiskruid in agrarisch gebied , of wanneer naaktslakken te negatief in het nieuws opduiken. Maar bovenal verdiept hij zich in de evolutie van kleur.

„Kijk, hier heb ik hem.” Hij toont een grote, opgezette vlinder achter .