Wel of geen noodwet voor asielmaatregelen: vrijdag moet het duidelijk zijn

Premier Dick Schoof spreekt van een ‘spannende week’ voor het kabinet over de asielnoodwet. En híj heeft, zegt hij, de leiding: „Ze zitten bij míj aan tafel.”

featured-image

Premier Dick Schoof heeft „in principe goede hoop” en „het is eigenlijk wel de bedoeling” dat de vier coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB er vrijdag uit zijn: dan moet duidelijk worden of zijn kabinet kiest voor een noodwet om met asielmaatregelen te komen, of toch voor een ‘gewone’ wet. Maar zeker is, zegt Schoof: „Het wordt een spannende week.” In zijn wekelijkse persconferentie, deze keer op maandag en niet afgelopen vrijdag omdat de premier een EU-bijeenkomst had, probeert Schoof verder zo weinig mogelijk te zeggen.

Hij wil niet vertellen „wat er op tafel ligt” bij de onderhandelingen tussen de PVV, die de noodwet wil, en NSC, die de noodwet niet wil. Maar zegt daarna wel dat de noodwet „nog steeds op tafel ligt”. Hij zegt dat zelfs een paar keer en niet zomaar: het asielnoodrecht is nog steeds een optie, anders zou PVV-leider Geert Wilders dat al hebben ‘weggegeven’ in de onderhandelingen.



Bij zo’n wet, die in het regeerprogramma staat van het kabinet, worden de Tweede en de Eerste Kamer tijdelijk buitenspel gezet. Schoof kiest beeldspraak om duidelijke antwoorden te vermijden. Hij heeft het over „de landingsgrond” voor de noodwet en lijkt te bedoelen dat de meeste oppositiepartijen in de Tweede Kamer er niets van moeten hebben, ambtenaren op ministeries er negatief over hebben geadviseerd en een meerderheid in de Eerste Kamer nu al tegen zo’n wet is.

En dus zijn er nu ook „andere opties”, zegt Schoof, waar ze het aan tafel over hebben. Vooralsnog alleen met de PVV en NSC. „Daar zit de grootste brug die overspannen moet worden”, zegt Schoof.

Pas daarna komen VVD en BBB erbij zitten om mee te praten. „Er is pas besluitvorming als alle vier de partijen er achter staan.” Als dat niet lukt, zou het kabinet kunnen vallen.

Als een beslissing wordt uitgesteld tot na het herfstreces dat volgende week begint, versterkt dat nog meer het idee dat vooral de oppositiepartijen benadrukken: dat er helemaal geen asielcrisis is die je alleen maar met een noodwet, bedoeld voor extreme, ongewone omstandigheden, zou kunnen oplossen. Schoof zelf had het eerder nog wel over een ‘asielcrisis’, op maandag wil hij daar niets meer over zeggen. In zijn persconferentie moet hij, zoals veel vaker, antwoord geven op de vraag of hij wel echt de leiding heeft.

Of zijn het de fractievoorzitters? „Ze zitten”, zegt hij, „in elk geval bij mij aan tafel.” Er zou, maar ook dat wil Schoof niet bevestigen, op maandagavond weer verder worden gepraat. Net voor de vergadering van de ministerraad, op maandagochtend in het Catshuis, probeert ook minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie (PVV) te benadrukken dat zij de leiding heeft als het om asielmaatregelen gaat.

„Ik ben nog steeds in charge .” En toch gaan de onderhandelingen tot nu toe buiten haar om. Dat zij nog steeds werkt aan een ‘dragende motivering’ voor een noodwet, lijkt in de coalitie niemand nog echt belangrijk te vinden.

Vorige week zei Faber dat die af was, een uurtje later was ze hem toch nog aan het „ finetunen ”. Op maandag zegt ze: „Ik zeg er niets over, we wachten de gesprekken af.”.