Wéér is het de coalitie zelf die ruzie maakt, in het debat over Oekraïne

Regeringspartijen PVV, VVD, NSC en BBB probeerden begin deze week meer eenheid te laten zien. Maar het debat over Oekraïne eindigde met opnieuw een dreigement van Wilders.

featured-image

PVV-leider Geert Wilders is „ontzettend bang”, zegt hij woensdagavond in de grote zaal van de Tweede Kamer, „dat de heer Zelensky bij onderhandelingen níet aan tafel komt te zitten”. Dat Trump en Poetin daar „alléén” zouden zitten, zegt Wilders ook: „Dat is mijn nachtmerrie.” De Europese regeringsleiders komen donderdag bij elkaar in Brussel voor crisisoverleg over Oekraïne dat elke dag een beetje méér in de steek wordt gelaten door de VS, en dáár gaat het debat over op woensdag: wat mag premier Dick Schoof daar toezeggen namens Nederland.

Hoort Nederland bij de ‘coalition of the willing’, een idee van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk om Oekraïne te steunen tegen de Russische agressie als de VS daar helemaal mee ophoudt? En hoe staat Nederland tegenover het idee van de Europese Commissie om gemeenschappelijke schulden te maken, voor extra geld voor defensie? Wilders, die in Moskou in 2018 nog een Russisch-Nederlands vriendschapsspeldje droeg, lijkt het debat vooral te willen gebruiken om nóg duidelijker te maken hoe hij Rusland nu ziet. „Er is maar één agressor”, zegt hij een paar keer. „Maar één, in dit hele conflict.



En dat is Rusland.” En: „Niemand met gezond verstand wil dat je toegeeft aan Poetin.” In zijn steun aan Zelensky doet Wilders er zelfs nog een schepje bovenop, door heel voorzichtig afstand te nemen van Trump.

Dat is voor Wilders ongekend, hij heeft grote bewondering voor de Amerikaanse president. Nu zegt hij over hem: „Ik zit Trump op dit moment ook niet op te hemelen.” Hij wil hem „niet de hand boven het hoofd houden.

” GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans vindt het niet genoeg, hij wil weten hoe Wilders de ruzie beoordeelt van Trump en Zelensky in het Witte Huis. Als Wilders dat niet doet, zegt Timmermans, zit hij „op de lijn van Trump”, zoals hij vroeger „op de lijn van Poetin” zat. Wilders reageert geërgerd.

„Ik zit helemaal op niemands lijn. Maar zonder Trump is de Navo een dood paard. Dan hebben we geen bescherming.

” Dat had Wilders Timmermans ook zelf horen zeggen op televisie: „het gat” dat de Amerikanen achterlaten als ze militair niet meer meedoen, is niet zomaar „op te vullen”. En hij zegt: „Natuurlijk heb ik mijn mening erover, gedachtes over wat er in de Oval Office is gebeurd. Maar het helpt niet als wij als politieke leiders Trump de les gaan lezen.

In een tijd dat we moeten deëscaleren.” Alsof hij het bíjna liever wél zou doen: Donald Trump de les lezen. Timmermans was zíjn verhaal in het debat begonnen met zachte stem.

Hij had zich, zegt hij, „in al de jaren” dat hij aan het werk was „nog nooit zoveel zorgen gemaakt”. En dus wil hij „niet scherp slijpen” in dit debat. HIj kijkt naar Schoof, in het kabinetsvak, en zegt: „Uw woorden zijn goed, nu nog uw daden.

Ik wil mijn best doen om u namens GroenLinks-PvdA te steunen.” Schoof knikt. Van alle fractievoorzitters die in de grote debatzaal staan, krijgt Timmermans de meeste interrupties.

De een na de andere politieke leider heeft hem op tv van alles horen zeggen. Wilders begint over Nieuwsuur, Henri Bontenbal van het CDA over Buitenhof. Het valt op, want daarmee maken ze Timmermans belangrijk, iemand met wie ze rekening houden, van wie ze willen horen wat hij precies had bedoeld.

De coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB hadden er van tevoren op gerekend dat de oppositie zou proberen om hen „uit elkaar te spelen”. Dat gebeurt niet. Maar het lijkt ook nauwelijks nodig: VVD-leider Dilan Yesilgöz wil premier Schoof „vrij” laten om in Brussel te doen wat volgens hem nodig was.

De VVD is, zegt ze een paar keer, „geen voorstander” van gemeenschappelijke schulden maken voor defensie, maar ze zegt ook: „In zo’n grote crisis moeten politieke partijen zich beheersen in het opwerpen van taboes.” Ook Wilders zegt dat hij, als het om die schulden gaat, Schoof „vrije ruimte” wil geven. „Maar dan heb ik zelf later ook de ruimte om het te zeggen als ik het er niet mee eens ben.

” Half februari zei Wilders, ook in een debat over Oekraïne en Trump, nog dat Schoof een opdracht moest krijgen die heel precies omschreven was. Om te voorkomen dat hij „met de meest gekke dingen” zou terugkomen na een topbijeenkomst. Deze woensdagavond zegt Wilders: „Wij hebben niemand aan de ketting, en premier Schoof al helemaal niet.

” Schoof is er blij mee, blijkt als hij aan de beurt is. Hij voelt zich gesteund. Hij laat de Tweede Kamer ook weten dat het kabinet in 2026 3,5 miljard euro aan steun geeft aan Oekraïne.

Volgens hem past dat in het regeerprogramma waarin staat dat die steun „onverminderd” wordt voortgezet. Maar volgens Wilders is het níet precies op die manier afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. Hij zegt tegen Schoof dat de PVV dan ook „substantieel veel” geld wil voor mensen in Nederland die moeite hebben om de huur of boodschappen te betalen.

„Als u er iets aan gelegen is om de steun van mijn partij te krijgen. Ik hoop dat u dat in uw oren knoopt.” Zo vrij is Schoof dus ook weer niet.

Yesilgöz noemt het „een valse tegenstelling”: om te doen alsof geld voor veiligheid van Nederland en Europa ten koste zou gaan van Nederlanders die zich zorgen maken over hun inkomen. Dat vindt Wilders op zijn beurt, meteen daarna, een „foute opmerking” van Yesilgöz. Begin deze week was in de Tweede Kamer nog opgevallen dat de coalitiepartijen, na weken van diepe verdeeldheid, uit waren op meer eenheid over Oekraïne.

Woensdagavond laat blijkt hoe weinig ervoor nodig is om die eenheid weer onderuit te halen. Wilders haalt hard uit naar Yesilgöz: „Het zijn alleen maar rijke patsers uit Wassenaar die doen alsof de zorgen van gewone mensen er niet toe doen.” In de VVD-bankjes klinkt verontwaardiging.

Yesilgöz gooit, alsof ze niet wéét wat ze hoort, haar armen in de lucht..