‘We willen geen tweede Mykonos worden’: Grieks eiland Sifnos worstelt met snel stijgende populariteit

featured-image

Op het Griekse Sifnos kijken ze met vrees naar naburige eilanden die overspoeld worden door toeristen. Ook het tot voor kort onbekende eiland ziet de stroom groeien. ‘Het is voor Sifnos nog niet te laat’.

“Kijk, daar gaat het helemaal mis.” Bouwkundig ingenieur Andreas Kalogiros (56) zet zijn auto langs de kant van het slingerweggetje. Hij tuurt omhoog, de heuvel op, waar bovenaan vier nieuwe villa’s worden opgetrokken.



“Vier voorbeelden van hoe je níét moet bouwen”, recenseert Kalogiros. “Allemaal hebben ze twee verdiepingen. Dat is toegestaan, als ze maar in het landschap passen en de contouren van de berg volgen.

Dat is hier niet het geval.” Hij draait zich om, en gaat weer terug de auto in. Maar uitgepraat is hij zeker nog niet.

“Het is volledig illegaal. En bovendien vreselijk lelijk.” Kalogiros leidt ons rond over zijn Griekse eiland Sifnos, dat behoort tot de Cycladen.

Net als de buureilanden in de archipel beschikt Sifnos, grofweg vijf bij twaalf kilometer, over prachtige dorpen met witgekalkte huisjes en blauwe of grijze deuren en luiken, schitterende stranden en een oneindig aantal kerkjes en kapelletjes. Maar Kalogiros wil vandaag iets anders laten zien. “Die grijze villa’s daar.

Ook te hoog. Met hun muren veranderen ze het landschap. En zie je de ramen? Veel te breed.

Het zijn een soort glazen huizen, terwijl we op Sifnos traditioneel kleine ramen hebben. Zo houden we de zon buiten. Dit valt totaal uit de toon.

” De huizen waar de ingenieur zich druk om maakt, zijn vrijwel zonder uitzondering neergezet door buitenlanders, en ontworpen door architecten van buiten het eiland. En dat allemaal in de afgelopen jaren. Stond het eiland met 2.

800 inwoners bij niet-Grieken tien jaar geleden nauwelijks op de toeristische kaart, vooral na de coronapandemie is daar verandering in gekomen. In juli en augustus vorig jaar bezochten 80.000 toeristen het eiland, en naar verwachting waren het er dit jaar weer meer.

En sommigen van hen worden zo verliefd op het eiland dat ze er een huis laten bouwen. In de vier jaar tussen 2018 en 2022 werden 121 bouwvergunningen afgegeven, in 2023 waren het er 46, tot augustus dit jaar staat de teller al op 36. “21 daarvan omvatten ook zwembaden”, verzucht Kalogiros.

En dat terwijl het eiland een chronisch watertekort kent. “Hoezo zijn die zwembaden nodig? Je bent hier nooit verder dan een paar minuten van de zee. En daarnaast detoneren ze enorm in het landschap.

” Overtoerisme en overbebouwing zijn niet nieuw in Griekenland, en zeker niet op de Cycladen. Mykonos, vooral populair bij de wereldwijde jetset en feestgangers, en Santorini, met zijn schilderachtige zonsondergangen tegen een decor van witte huisjes, trekken jaarlijks miljoenen bezoekers. De grote drukte legt een zwaar beslag op de infrastructuur.

Zo ligt op Santorini in het hoogseizoen het vuilnis vaak naast de containers opgestapeld, leidt de zonsondergang steevast tot een verkeerschaos en zijn bezoekers meerdere uren kwijt om een plekje te bemachtigen om het spektakel te aanschouwen. En vervolgens ook weer om weg te komen uit de nauwe straatjes. Het eiland is onleefbaar aan het worden, dus ondanks de enorme hoeveelheid geld die de bezoekers in het laatje brengen, zijn bewoners het er wel over eens dat er íéts moet gebeuren.

Die bezoekers trouwens ook: voor het tweede jaar op rij dalen de omzetten in hotels en restaurants op de eilanden. Op Mykonos heeft ook het aantal internationale vliegtuigpassagiers een daling ingezet. Maar over de hele linie blijft Griekenland populairder worden, en gaat het opnieuw een recordjaar tegemoet: 35 miljoen vakantiegangers worden er verwacht, tegen 33 miljoen vorig jaar.

In 2028 zijn dat er volgens de prognoses 40 miljoen, vooral door een toename van het aantal bezoekers uit China en India. Ook Sifnos deelt mee in die groei. Steeds meer mensen ontdekken het eiland als een rustiger en leger alternatief waar het net zo mooi is.

Influencers en advertenties in (sociale) media spelen een grote rol: Sifnos is een van die bestemmingen die als ‘onontdekt’ wordt gepromoot, maar dat steeds minder is. Modeblad Vogue schaarde het eiland dit jaar onder de dertien beste plekken ter wereld om op vakantie te gaan. Ex-president Barack Obama, acteur Tom Hanks en popzangeres Dua Lipa gingen je al voor, schrijft het blad.

“Sifnos is zich aan het ontpoppen als dé plek”, besluit het de lofzang. En dat terwijl het eiland tien jaar geleden nog met de handen in het haar zat. Nauwelijks een buitenlander had er ooit van gehoord, dus Sifnos moest het hebben van Griekse toeristen.

Maar die zaten midden in de gigantische economische crisis zonder geld, en bleven massaal thuis. In de zomer van 2013 had eigenaar Nikos Diaremes van hotel Oasis de prijzen van zijn kamers gehalveerd, naar 30 euro per nacht. Alleen in het hoogseizoen kon hij nog 60 euro vragen.

Maar dat duurde nog maar twee weken in plaats van twee maanden, klaagde voorzitter Vasiliki Kakonikti van de vereniging van kamerverhuurders op het eiland destijds. Jaloers keek ze naar buureilanden Mykonos en Santorini, waar het toerisme dankzij de buitenlanders juist sterk aantrok. “Het grootste probleem is dat we geen vliegveld hebben.

En een retour met de snelle boot vanuit Athene kost 96 euro. Wie kan dat betalen?” Dat retour kost inmiddels 137 euro, al zijn er ook goedkopere opties met lagere prijzen. De kamers van hotel Oasis zijn via een boekingsapp te boeken voor 113 euro.

Bijna vier keer zoveel als in 2013. “Dat komt vooral door de gestegen kosten van bijvoorbeeld energie en personeel”, zegt Giorgos Diaremes, de 37-jarige zoon van Nikos, die inmiddels 87 is. “Maar het komt ook doordat de toeristen nu iets compleet anders willen dan tien jaar geleden.

” Die toeristen van nu, dat zijn vooral buitenlanders. Want voor Grieken zijn dit soort prijzen onbetaalbaar: de economische crisis mag dan weliswaar al jaren achter ze liggen, hun lonen zijn nauwelijks gestegen, en dankzij de hoge inflatie zijn ze er in koopkracht zelfs op achteruit gegaan. “Degenen die nu komen, willen geen eenvoudige kamers, zelfs niet als ze goedkoop zijn.

Ze willen luxe. Een zwembad, ontbijt en een restaurant.” Hotel Oasis ligt op een steenworp van Kamares, het dorp rondom de haven van Sifnos.

Vanuit de tuin kun je de rolkoffertjes horen als er weer een boot heeft aangemeerd of vertrekt. De terrassen zitten vol, op het strand is deze middag geen ligbedje meer te krijgen. Elf jaar geleden was het in dezelfde periode van het jaar nagenoeg uitgestorven.

Spontaan voor een dagje een auto huren? Vergeet het maar. De kantoren in de haven hebben geen beschikbaarheid, en in de ‘hoofdstad’ Apollonia, twintig minuten het binnenland in, is ook niks te krijgen, blijkt uit een telefonische rondgang. Uiteindelijk heeft één verhuurder wel een klein autootje vrij: 220 euro voor een dag.

Vrienden van Giorgos hebben stukken land gekocht of bestaande huizen, vertelt hij, en verhuren die nu via online platforms aan toeristen. Intussen is het voor bijvoorbeeld artsen onmogelijk om betaalbare woonruimte te vinden in het hoogseizoen. Dat betekent dat Sifnos in augustus maar één dokter had, op duizenden inwoners en toeristen.

“Dit soort problemen moet worden opgelost, maar ik denk niet dat we de evolutie kunnen stoppen”, zegt Giorgos. “En ik denk ook niet dat dat hoeft. Toeristen leveren geld op, en dat is belangrijk, zodat we hier ook in de winter kunnen overleven, op het moment dat ze er niet zijn.

” Behalve wat landbouw en pottenbakkerij, vanwege de grote hoeveelheid klei in de grond, is er maar weinig economische activiteit op het eiland. “We moeten vasthouden aan onze tradities, van muziekfestivals en feesten rond eten. Verder hebben we dus geen vliegveld, dat is een natuurlijke rem op al te veel ontwikkeling.

” Ingenieur Kalogiros is daar niet zo zeker van. Hij maakt onderdeel uit van een werkgroep die is ingesteld door de burgemeester van Sifnos. Ze hebben de regering in Athene verzocht paal en perk te stellen.

Meest in het oog springend is een verbod op nieuwe zwembaden. “Die horen eigenaren te vullen met eigen water, bijvoorbeeld opgevangen regen of zeewater. Maar in plaats daarvan gebruiken de meesten leidingwater”, vertelt hij staand voor alweer een probleemgeval: een groep villa’s die zo zijn neergezet dat ze een natuurlijk irrigatiesysteem voor landbouwgrond, met regenwater dat via terrassen omlaag loopt, onderbreken.

Verder willen ze een betere centrale planning, beperking van het aantal bouwvergunningen, meer restricties om te zorgen dat het landschap niet wordt aangetast, en betere controle op naleving. Want er zijn wel degelijk al regels, maar die worden met voeten getreden. “Een bouwvergunning moet je aanvragen op buureiland Milos.

En er wordt uiteindelijk over besloten op Syros, het administratief centrum van de Cycladen”, legt Kalogiros uit. “En dan moet je nog langs de archeologische dienst in Athene, die moet bevestigen dat je met de bouw geen oudheden aantast.” Een wirwar aan bevoegdheden dus, van diensten die langs elkaar heen werken en ook nog eens chronisch onderbezet zijn: een recept voor een zwakke handhaving, wat het mogelijk maakt om op diverse momenten bijvoorbeeld een extra verdieping op een villa te smokkelen.

Het is voor Sifnos nog niet te laat, wil Kalogiros benadrukken: er is nu vooral sprake van uitwassen door ongebreidelde groei. Hij laat graag óók de voorbeelden zien van nieuwe huizen die smaakvol opgaan in het landschap en perfect de contouren van de heuvels volgen. En het is weliswaar druk op de stranden en in de dorpjes, maar niet overvol.

Maar het is wel zaak het tij te keren, nu het nog kan. Dat zegt ook Europa Nostra, een Europees samenwerkingsverband van organisaties die zich inzetten voor behoud van cultureel erfgoed. Europa Nostra zette de Cycladen dit jaar op de lijst van bedreigd erfgoed.

“Ze lopen het risico hun uitzonderlijke en authentieke karakter te verliezen, aangezien de toenemende op toerisme gerichte bouw de intrinsieke aantrekkingskracht dreigt te overschaduwen”, licht de organisatie toe. Serifos, Folegandros en ook Sifnos krijgen een aparte vermelding. “De druk op de infrastructuur en de toenemende vraag naar accommodatie vormen aanzienlijke uitdagingen.

” De eilanden proberen samen op te trekken, maar dat is laveren. Ze verschillen onderling, en bovendien zit een deel van de bevolking helemaal niet te wachten op beperkingen. Ook een bekender eiland als Paros, qua ontwikkeling ergens tussen Mykonos en Sifnos in, roert zich.

Behalve over de wildgroei aan accommodatie maken de bewoners zich daar ook zorgen over het almaar uitdijende aantal strandbedjes. Tot enkele jaren terug was het makkelijker je handdoek in het zand te leggen, en voor gebruik van een ligbedje was veelal alleen het bestellen van een consumptie verplicht. Nu vragen de uitbaters rustig tientallen euro’s per bedje, een bedrag dat buitenlandse toeristen grif neertellen.

Zo raken niet alleen een vakantie in eigen land, maar zelfs de stranden van het eigen eiland buiten bereik van de Grieken. De regering in Athene is niet doof voor de protesten. Sinds dit jaar worden de licenties voor de uitbating van stranden strenger gehandhaafd.

Maar verder zijn het vooral Santorini en Mykonos die nu de aandacht krijgen. Premier Kyriakos Mitsotakis maakte bekend dat er vanaf volgend jaar niet meer dan 8.000 dagjesmensen vanaf cruiseboten aan wal mogen op Santorini.

Nu zijn dat er op de drukste dagen nog 17.000, op een bevolking van zo’n 20.000 mensen.

Op Mykonos zegt de regering strenger te controleren op de handhaving van bouwvoorschriften. Daar reppen ze inmiddels van maffiapraktijken. In juli werd een man die bouwplannen op het eiland ontwierp in Athene in zijn auto doodgeschoten.

Een jaar eerder werd op Mykonos zelf een inspecteur van de archeologische dienst die bouwvergunningen moet goedkeuren in elkaar geslagen. Met breuken in zijn ribben, neus en gezicht als gevolg. Op Sifnos twijfelt toch ook hoteleigenaar Giorgos Diameres intussen.

“Het is wel duidelijk welke kant het opgaat. Mykonos was ook ooit een klein en onbekend eilandje. Nu is het een topbestemming, maar geen authentiek Grieks eiland meer.

We moeten echt voorkomen dat zoiets hier ook gebeurt. Maar uiteindelijk draait het om geld. En wie geld heeft, die zal bouwen.

” Geselecteerd door de redactie.