Minder bedrijfsinvesteringen, dalende export, haperende productiviteitsgroei, weinig innovatie en consumenten die de handen op de knip houden. De problemen waarmee de Duitse economie momenteel kampt, leiden weliswaar niet tot een hevige crisis, maar zijn wel opvallend hardnekkig. Dat er snel iets moet gebeuren, is iedere politicus in Duitsland wel duidelijk.
De vraag is alleen hoe? Zeker is dat de eind 2021 gevormde 'stoplichtcoalitie' hierop geen antwoord gaat vinden. Gisteren sloeg de vlam in de pan in de al maanden slepende ruzie over de begroting van 2025. Bondskanselier Olaf Scholz (SPD) ontsloeg zijn minister van Financiën Christian Lindner (FDP).
Waarop de FDP besloot uit de regering te stappen. Door de kabinetscrisis gaan de Duitsers vrijwel zeker opnieuw naar de stembus, waarschijnlijk eind maart. Hoewel de problemen daarmee op korte termijn niet zijn opgelost, kunnen vervroegde verkiezingen zo maar eens goed uitpakken.
"De val van de regering kan een bevrijding zijn", zegt Carsten Brzeski, hoofdeconoom bij ING in Duitsland. "Als je burgers bij nieuwe verkiezingen de keuze geeft welk economisch beleid zij willen. Dit kabinet kwam daar niet meer uit, de chemie was weg.
De drie partijen verkozen hun partijbelang boven het nationale economische belang." Waar de ontslagen Lindner per se wilde bezuinigen op uitkeringen en pensioenen, wilden SPD-leider Scholz en zijn minister van Economie Robert Habeck (Groenen) juist liever extra overheidsinvesteringen doen om de economie uit het slop te trekken. Zij zijn daarvoor zelfs bereid tot het loslaten van de Schuldenbremse ('schuldenrem'), de grondwettelijke verplichting die bepaalt dat de staatsschuld van Duitsland behapbaar moet blijven en dat Duitsland niet te veel geld leent.
Voor Lindner en zijn FDP een absolute no-go. "Duitsland komt in de knel met zijn eigen principes door die Schuldenbremse", zegt correspondent Jeroen Akkermans vanuit Berlijn. "Het blijkt heel moeilijk om de economie aan te jagen als je te maken hebt met een minister van Financiën die hier heel strikt aan blijft vasthouden.
Een ander groot en gevoelig discussiepunt is militaire hulp voor Oekraïne, dat aan de verliezende hand is op het slagveld. Er is geen begrotingsakkoord en voor je het weet ben je een half jaar verder." Volgens Akkermans kampt Duitsland al lange tijd met 'treuzeleconomie', waarbij veel te lang is getreuzeld met investeringen door zowel de overheid als bedrijven.
"Nu is de nood zo hoog, dat er wel geld móét worden uitgegeven." Want eigenlijk kent Duitsland al ruim twee jaar geen echte economische groei meer. Veel problemen begonnen met de Russische invasie in Oekraïne, die net als in Nederland leidde tot torenhoge energieprijzen en inflatie.
Maar achter dat militaire conflict gaan structurele problemen schuil. Zo krijgt de wereldwijd befaamde Duitse auto-industrie klap na klap door achtereenvolgens sjoemeldiesels, de coronacrisis en stevige concurrentie uit China. Dat zou er zelfs toe kunnen leiden dat Volkswagen in eigen land fabrieken moet sluiten, zoals te zien is in deze video: Er is ook sprake van achterstallig onderhoud van infrastructuur, met veel verouderde wegen, bruggen en chaos op het spoor.
Verder loopt de digitalisering nog altijd zwaar achter op die van andere landen, wat de concurrentiepositie van Duitsland in gevaar brengt, waarschuwen economen al langer. "Wij moeten accepteren dat het Duitse model van de laatste tien jaren aan een einde is gekomen", zegt Otto Fricke, woordvoerder Begrotingszaken en Bondsdaglid voor de FDP, tegen RTL Z. "Als we dat niet accepteren, komen er geen hervormingen.
En als er geen hervormingen komen, dan gaan de kiezers in de extremen kiezen: linksradicaal of rechtsradicaal. En dat zien we al in het oosten van Duitsland." Hij doelt onder meer op de opkomst van de radicaalrechtse partij AfD.
Die boekte in september bij de deelstaatverkiezing in Thüringen een verpletterende overwinning. Rest de vraag: welke hervormingen precies? "Dit kabinet had hele goede plannen, maar kon het niet eens worden over de financiering", zegt ING-econoom Brzeski. Ook hij denkt dat Duitsland zichzelf uit de economische malaise moet investeren, bij voorkeur met een speciaal investeringsprogramma buiten de officiële begroting om.
Brzeski: "Op korte termijn kan je kiezen voor het verlagen van de vennootschapsbelasting [die wordt geheven over de winst van bedrijven] zodat ondernemers meer gaan investeren. Of hen meer zekerheid geven door de energieprijzen voor vijf jaar te garanderen. Maar de lijst met uitdagingen is zo groot, dat je het nooit in korte tijd kan oplossen.
Met een grote investeringspot kan je veel financieren." Als zo'n pot er komt, betekent dat volgens hem ook goed nieuws voor Nederland - voor wie Duitsland de belangrijkste handelspartner is. Dat komt er volgens Brzeski zoveel productie op gang, dat dit niet alleen door Duitse bedrijven kan worden opgepakt.
Wel maakt hij zich grote zorgen over de universele importtarieven die de aanstaande president van Amerika Donald Trump heeft aangekondigd. Brzeski: "Ik denk dat hij daar serieus mee aan de slag gaat. In die zin was het gisteren voor Duitsland in economische zin zowel een hele slechte als een hele goede dag.
Waarbij het einde van de coalitie het goede nieuws was.".
Bedrijf
Wat als Duits kabinet valt? 'Kan bevrijding zijn voor vastgelopen economie'
Bezuinigen of juist investeren? De discussie hierover is binnen de Duitse coalitie zo hoog opgelopen, dat een kabinetsval onvermijdelijk lijkt. De komende verkiezingen moeten uitwijzen hoe de economische grootmacht zijn kwakkelende economie uit het slop wil trekken. "Duitsland komt in de knel met zijn eigen principes."