/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/11140516/data127910766-6d6d22.jpg)
Frida, onze dochter, is jarig. Ze is nu ‘echt’ vier. In haar beleving is ze dat al sinds zaterdag, toen vierden we het.
Deze ochtend geen echt feestje meer, maar wel een pannenkoekenontbijt (die ze ook gaat uitdelen op de opvang, twee vliegen in één klap). Na de gebruikelijke „doe nou je schoenen aan” en „waar zijn je handschoenen?”, lukt het weer om de jarige en haar broer op tijd af te leveren op de opvang en op school. En ik fiets door naar Huis van de Wijk ’t Klooster op Rotterdam-Zuid, waar we repeteren voor The City She Loves Me .
Het is het derde deel van een drieluik over de dynamiek tussen jongeren en volwassenen. Voor mij gaat dit deel over de ingewikkelde zoektocht naar een gelijkwaardig gesprek in ongelijkwaardige relaties. Bijvoorbeeld in participatieprojecten van de gemeente, maar ook in de overlegjes met de kinderen over wat we gaan doen.
Als dat gesprek geen enkele invloed heeft op de uitkomst, waarom voer je het dan? Dit is de laatste repetitieweek en sinds gisteren heb ik het idee dat we haast hebben. Bij elke voorstelling overvalt dat me weer. Wekenlang zijn er gevoelsmatig zeeën van tijd en ineens weet ik niet meer hoe ik alles gedaan ga krijgen.
Dus doe ik einde middag nog een bespreking met de decorontwerper tijdens de zwemles van Marius, onze zoon. Vroeger had ik een hekel aan die ouders die niet volledig toegewijd zaten te kijken. Die mate van toewijding houd je niet vol, na een jaar zwemles en met een première over een week.
.. ’s Avonds laat komt Wieke, mijn liefste, thuis van haar Raad van Toezicht-vergadering bij Orkater en drinken we een wijntje.
Het is heerlijk om een beetje samen mijmerend de dag af te sluiten. Veel beter dan in slaap vallen bij een of andere serie om vervolgens de volgende dag erachter te komen dat ik drie afleveringen heb gemist. Vandaag ben ik zo vroeg bij ’t Klooster, dat het nog niet open is.
Dus klap ik op de bank buiten naast de deur mijn laptop open. Als locatiemanager Lo het pand opent, moet hij lachen omdat ik in de ochtendkou zit te tikken. Ik vraag hem gelijk de sleutel van de berging (want ik heb nog steeds het gevoel van te weinig tijd).
Maar Mo pakt me even stevig beet. „Hé, eerst even groeten”, zegt hij. Het is een heerlijke plek om te werken, juist hierom.
We doen vandaag een doorloop van het hele stuk. Ik ben de enige ‘toeschouwer’. En dat in een half decor, onder genadeloos tl-licht en met kostuums die nog niet af zijn.
Dus dat het niet de meest geïnspireerde doorloop is, begrijp ik wel, maar ik begin zenuwachtig te worden. Wanneer komt die bevestiging dat het klopt wat ik aan het doen ben? Voor vandaag haal ik die uit het moment dat ik thuis kom en de kinderen eindeloos het spel ‘vader aap’ met me willen spelen. Ik zit naast de bank op handen en knieën en zij klimmen over me heen en proberen onder mijn buik te gaan hangen.
En ze roepen heel veel: „Vader aap!” Deze donderdag breng ik Frida voor het laatst naar de opvang. Marius heeft er ook gezeten, dus dit is de laatste keer na zeven jaar dat we daar zijn. Ik moet al slikken als ik binnenloop met tassen met cadeaus voor de leidsters.
Maar ik haal het zonder helemaal leeg te lopen. End of an era..
. Marius gaat even mee naar de repetities (school heeft studiedag). Tegen zijn zin.
Ondanks een moeder en een vader in het theater heeft hij het er niet zo op. Dus in de repetitieruimte vindt hij een oude bank waarop hij in zijn encyclopedie gaat zitten lezen. Zo af en toe komt er een feitje achter het boek vandaan zoals: je moet twee jaar lopen om om de aarde heen te lopen.
Tot opa hem komt ophalen om leukere dingen te gaan doen. De kostuumontwerpster is er vandaag. Gelukkig, want de verwarming heeft alleen een standje ‘tropisch’, dus de prachtige, grotendeels tweedehands, maar ook vooral synthetische kostuums hebben een luchtje.
Een plantenspuit met wodka doet dan wonderen. Het is een truc, waarvan ik me altijd afvraag hoe iemand die heeft uitgevonden. Met meer publiek doen we de laatste doorloop in ’t Klooster.
Mensen moeten lachen. Ikzelf ook. Godzijdank, want ik wilde dit deel van het drieluik wat lichter maken na de vorige twee over jeugdcriminaliteit en coronarellen.
Nu lijkt dat te gaan lukken. De rest van de dag is er goed door. De vrijdagen ben ik altijd met Frida thuis.
Marius heeft de griep te pakken, dus het wordt een dag met twee kinderen in pyjama, spelletjes, verhalen en schooltje spelen. Vroeger vond ik het ingewikkeld om te schakelen van werk naar thuis. Nu vind ik het heerlijk.
En ik denk zelfs, maar misschien is dat mezelf wat wijsmaken, dat die afstand mijn werk beter maakt. Zaterdagavond ga ik met een vriend naar een Indiase film op het IFFR. Bij de eerste beelden betrap ik mezelf op de gedachte: een beetje amateuristisch.
Maar dan realiseer ik me dat de beeldtaal gewoon volledig anders is dan die series waarbij ik in slaap val. Het is zo verfrissend iets te zien dat niet in de mal van de streamingsdiensten past. De rest van het weekend flitsen scènes uit de film prettig voorbij.
Zondagavond ga ik naar Dordrecht om te beginnen met monteren. Ze hebben overdag het decor, licht en geluid opgebouwd. En nu ga ik met de lichtontwerper de eerste lichtstanden maken.
Ik vind het heerlijk. Zo’n groot theatergebouw dat voor de rest helemaal leeg is en dat dan even ‘van ons’ is. Vandaag is het de eerste dag in de kleuterklas van Frida.
We brengen haar met z’n allen. Aan de hand van de juf stapt ze dapper naar binnen. Beginning of an era .
Ik ga door naar het theater om met de techniek en acteurs te gaan monteren. Het volledig (bijna) smurfenblauwe decor is zo te gek met theaterlicht erop, dat het iedereen energie geeft. Misschien gaan we daarom zo snel dat we morgen al een doorloop kunnen doen.
En in tegenstelling tot een week geleden verheug ik me erop..