'Waarom horen we dit niet?', CJIB gaat voor persoonlijker contact met slachtoffer en nabestaande

Het is zo'n typisch moment waarop veel mensen even flink hardop vloeken. Het moment dat ze een witte envelop met paarse rand van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) op de deurmat zien liggen. Te hard of door rood gereden? Het wordt hoe dan ook betalen. Vanaf 1 januari kan het om een nieuw soort enveloppen gaan. Dan krijgt het CJIB er een aantal nieuwe taken bij.

featured-image

DEN HAAG - Het is zo'n typisch moment waarop veel mensen even flink hardop vloeken. Het moment dat ze een witte envelop met paarse rand van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) op de deurmat zien liggen. Te hard of door rood gereden? Het wordt hoe dan ook betalen.

Vanaf 1 januari kan het om een nieuw soort enveloppen gaan. Dan krijgt het CJIB er een aantal nieuwe taken bij. Veel mensen kennen het CJIB alleen van de verfoeide enveloppen met boetes, maar de organisatie doet meer.



Ze verzorgt bijvoorbeeld de logistiek rond het uitvoeren van straffen en maatregelen. En het innen en uitkeren van schadevergoedingen na rechtszaken. Vanaf 1 januari gaat het CJIB daarnaast slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven informeren over uitspraken, het verloop van de straf van een dader of nieuwe maatregelen die zijn opgelegd.

Ze krijgen bijvoorbeeld te horen dat een dader vrijkomt of verlof van tbs krijgt. 'We gaan de informatie in een neutrale envelop sturen, want we willen ook graag dat mensen die openmaken. En van de enveloppen met de paarse rand schrikken mensen soms', weet Ilse Verkerk.

Zij is als directeur van CJIB nauw betrokken bij de voorbereidingen op de nieuwe taak van haar organisatie. De taak ligt nu nog grotendeels bij het Openbaar Ministerie. 'Maar dat informeren moet persoonlijker', aldus Verkerk.

Manuela Pieterse kan zich daar wel in vinden. Zij is zo'n nabestaande sinds in 2012 haar dochter Ximena werd vermoord. De dader kreeg zeven jaar cel en tbs.

De gevangenisstraf zit er al eventjes op, maar de tbs-behandeling nog niet. Elke één of twee jaar bepaalt een rechter of de behandeling wordt voortgezet en op welke manier. Deze week was er weer in een zitting in dit proces.

Een paar jaar geleden kreeg Manuela daar een brief over van het IDV, het Informatiepunt Detentieverloop van het Openbaar Ministerie. 'Dat was toen hij net een jaar in tbs zat. We kregen alleen een briefje met de boodschap dat ze wilden beginnen met proefverlof.

' 'Dan heb je wel zoiets van...

Pardon? Waarom krijgen we alleen een briefje? Waarom wordt dit niet wat persoonlijker meegedeeld met een belletje bijvoorbeeld?' De meer persoonlijke benadering is één van de zaken waar Verkerk op inzet bij het CJIB. 'Wij realiseren ons heel goed dat tegen de tijd dat mensen van ons iets horen ze al een hele reis door de strafrechtketen achter de rug hebben.' 'Ze hebben contact gehad met de politie, met een officier van justitie, met slachtofferhulp, ze zijn op zittingen geweest.

Er is al veel gebeurd en dat betekent dus dat je niet start op een nulpunt. Dat is wel iets wat wij ons goed realiseren.' 'Het eerste contact zal blijven verlopen per brief, omdat nabestaanden en slachtoffers moeten weten wie we zijn', vervolgt de CJIB-directeur.

'Maar in de echt ernstige zaken waar bijvoorbeeld iemand om het leven is gebracht, zullen we zorgen dat mensen meteen bij een vast contactpersoon terechtkunnen en niet meer eerst het algemene nummer hoeven te bellen.' Ilse Verkerk realiseert zich goed dat ieder slachtoffer en elke nabestaande andere wensen kan hebben. Ze is druk bezig haar organisatie daarop voor te bereiden.

'Wij zijn met de Federatie Nabestaanden van Geweldsmisdrijven (FNG) en Slachtofferhulp Nederland doorlopend in gesprek.' 'Om te zien hoe we dit op zo goed mogelijke manier kunnen inrichten. Zodat de slachtoffers en de nabestaanden ook de regie houden waarover en wanneer ze worden geïnformeerd.

' Bij de nabestaanden van Ximena Pieterse zijn die verschillen in wensen zichtbaar. Moeder Manuela wil alles weten en 'er bovenop zitten', terwijl haar vader en broer die behoefte niet meer hebben. 'Ze horen het wel van mij en vinden dat genoeg.

' Persoonlijk contact hebben met iedereen over alle zaken is volgens Verkerk overigens niet mogelijk. 'Wij gaan per jaar 75.000 brieven versturen naar slachtoffers.

We hebben niet de capaciteit om ook 75.000 mensen te bellen. En dat hoeft ook niet.

' 'Maar juist in die categorie waarbij er echt nabestaanden zijn, waarbij het gaat over hele ernstige feiten, waarbij mensen eigenlijk heel langdurig geconfronteerd blijven worden met de dader door het strafverloop, wil je dat zo persoonlijk mogelijk doen.'.