Waarom de inflatie in Nederland zo hardnekkig is

Het lukt maar niet om de inflatie naar beneden te krijgen dit jaar. Nederland doet het wat betreft het onder controle krijgen van de consumentenprijzen bepaald niet goed in Europa. Hoe kan dat?

featured-image

De eerste indicatie van de Nederlandse inflatie, de snelle raming van het CBS, komt deze maand uit op 3,6 procent . Dat wil zeggen dat consumenten voor iedere 100 euro die ze in oktober 2023 aan levensonderhoud uitgaven, nu 103,6 euro moeten afrekenen. Met name de prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak (+6 procent) stuwen de inflatie.

Terwijl ook het afnemen van diensten - van de kapper tot verzekeringen - duurder werd ten opzichte van vorig jaar (+5,4 procent). Een positieve noot is er ook: de consument betaalde deze maand wat minder voor energie en brandstoffen. De consumentenprijsindex (CPI) die het CBS publiceert, houdt overigens geen rekening met woonkosten.



Dit in tegenstelling tot de de Europees geharmoniseerde index van consumentenprijzen, de HICP. Die laatste graadmeter neemt alle bestedingen in Nederland mee en wordt ook gebruikt om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt de HICP voor het bepalen van het monetaire beleid in de eurozone.

Nederland doet het wat betreft het onder controle krijgen van de inflatie zeer matig vergeleken met de rest van de eurozone. Want hoewel de inflatie ook Europees gezien licht stijgt in oktober, ligt het gemiddelde inflatiecijfer (HICP dus) met 2 procent een stuk lager dan dat van Nederland: 3,3 procent. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat die vanmorgen bekend zijn gemaakt.

Ook hier gaat het om een vroege schatting (' flash estimate ') waarbij nog niet alle definitieve consumentenprijzen zijn meegenomen. Desondanks is het verschil behoorlijk. Want waar de eurozone momenteel gemiddeld exact uitkomt op de doelstelling die de ECB heeft voor de middellang termijn voor het bereiken van lage, stabiele en voorspelbare prijzen voor goederen en diensten, de bekende 2 procent, zit Nederland daar nog altijd een stuk boven.

Nederland behoort met België (waar de HICP-inflatie zelfs nog bijna 1,5 procentpunt hoger ligt), Estland, Kroatië, Slowakije en Griekenland tot de koplopers in de eurozone. Dat de Nederlandse inflatie zo hardnekkig is, heeft meerdere redenen, zegt Igor Dzambo, voormalig CBS-onderzoeker en tegenwoordig werkzaam voor de Rabobank waar hij de Nederlandse economie volgt. Ten eerste is sprake van een sterk belastingeffect, met name door verhoogde accijnzen.

Zo zijn tabaksproducten opnieuw een stuk duurder. Na de verhoging van 1 april kost een pakje sigaretten gemiddeld 11,10 euro, en voor een pakje shag van 50 gram betaal je zo'n 24,50 euro. Terwijl ook de accijns op alcoholhoudende drank dit jaar met 8,4 procent zijn verhoogd.

Ten tweede zijn de huren per 1 juli met gemiddeld 5,4 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar. De grootste stijging van huurprijzen in ruim dertig jaar tijd , die zich het sterkst laat voelen in de vier grote steden. En tot slot zijn bij ons de lonen een stuk harder gestegen dan in veel andere EU-landen - met uitzondering van landen in Oost-Europa die op hun beurt wel van een relatief lager niveau komen, wat de vergelijken lastig maakt.

"Als je puur kijkt naar de EU zie je dat landen met een relatief hoog verdienniveau, in combinatie met een snellere loonstijging, momenteel te maken hebben met hogere prijzen voor diensten", zegt econoom Dzambo tegen RTL Z. "Die diensten worden duurder omdat bedrijven hun hogere loon- en productiekosten doorberekenen aan klanten om hun winstmarges op peil te houden." De inflatie had in Nederland overigens nog hoger kunnen uitpakken als de horeca volgens ditzelfde concept zijn prijzen verder had opgeschroefd.

"Maar daar lijkt de grootste prijsstijging er iets uit", aldus Dzambo. "Vermoedelijk omdat klanten wegblijven als de horeca nog duurder wordt dan ze al is geworden. Want de horecaprijzen zijn sinds 2019 al gemiddeld met bijna 40 procent gestegen.

" De vraag is hoe Nederland weer meer richting die gewenste 2 procent kan gaan. Enkel afwachten wat de Europese Centrale Bank (ECB) doet bij zijn eerstvolgende rentebesluit (verwacht op 12 december) lijkt niet genoeg. De ECB maakt immers beleid voor de hele eurozone, en zal dik tevreden zijn met het huidige (voorlopige) inflatiecijfer van 2 procent.

De Nederlandse regering kan aan een aantal 'binnenlandse knoppen' draaien om te helpen bij het onder controle krijgen van de inflatie, zegt Jan-Paul van de Kerke, econoom bij ABN Amro. "In algemeen kan je zeggen dat de Nederlandse economie capaciteitsproblemen heeft. Met vooral een hele krappe arbeidsmarkt, die mede heeft geleid tot hele hoge loonstijgingen, en een woningmarkt die op slot zit.

Daarnaast wordt het stikstofprobleem maar niet oplost en een vol elektriciteitsnet. De economie loopt tegen zijn grenzen aan." Hoewel die problemen niet direct in verbinding staan met de inflatie, wekken ze wel prijsstijgingen in de hand, zegt Van de Kerke.

"Daarom zal de overheid bijvoorbeeld de druk op de arbeidsmarkt moeten verlichten, bijvoorbeeld door mensen fiscaal te prikkelen om meer uren te gaan werken. Of de arbeidsmarkt iets flexibeler maken om zo de doorstroom te vergroten." Een andere belangrijk punt volgens econoom Van de Kerke: wees terughoudend met het expansieve begrotingsbeleid.

"De overheid heeft de geldkraan nog openstaan, wat misschien niet afwijkt van sommige andere eurolanden, maar het verhoogt wel de inflatiedruk." Desondanks blijft de Nederlandse economie afhankelijk van externe factoren waarop het geen tot weinig invloed heeft. Zoals de na-effecten van de coronapandemie, de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten en wie de Amerikaanse verkiezingen komende week wint.

Mocht Donald Trump aan het langste eind trekken, dan dreigt een agressiever, protectionistischer handelsbeleid met een extra universeel invoertarief van 5 tot 10 procent vanaf volgend jaar. In dat geval lopen de consumentenprijzen in Nederland de komende jaren waarschijnlijk harder op dan wanneer Kamala Harris wint. In het slechtste geval piekt de Nederlandse inflatie in 2026 op 3,8 procent , berekende een team economen van de Rabobank.

Een scenario dat niet ondenkbaar is, als Trump weet te profiteren van de onvrede onder veel Amerikanen die niet profiteren van de goed draaiende economie..