Deze lente en zomer krioelden ze nog massaal door de tuin, knagend aan bloemplanten en groenten; nu zijn ze weer bijna verdwenen: naaktslakken, in veel soorten en maten. Waar zijn ze gebleven? Zitten ze ergens diep weggekropen? Of zijn ze gewoon allemaal dood? Menno Schilthuizen van Naturalis Biodiversity Center, ook hoogleraar kenmerkevolutie en biodiversiteit in Leiden, wil eerst even iets rechtzetten: „ Bijna ieder jaar krijgen slakkenkenners dezelfde vraag: waarom zijn er dit jaar zoveel naaktslakken”, zegt hij. „Meestal komt die vraag in een warme vochtige periode in het voorjaar als veel mensen in de tuin bezig zijn, precies wanneer naaktslakken extra actief zijn.
Maar het is niet zo dat er dit jaar meer naaktslakken waren dan anders. Dat leek misschien alleen maar zo.” Hè? Maar juist dit jaar verdwenen sla, aardpeer en zonnehoedje vrijwel geheel in slakkenmagen.
Dat zal toeval zijn, denkt Schilthuizen: „Er bestaan in Nederland 34 soorten naaktslakken. Die behoren tot zeven families die niet nauw aan elkaar verwant zijn: naaktslakken zijn in de evolutie verschillende keren ontstaan uit huisjesslakken. In een gemiddelde tuin vind je makkelijk zeven of acht verschillende soorten.
Allemaal hebben die hun eigen ecologie en levenscyclus.” De ene soort leeft van paddenstoelen, een andere van dode bladeren, een derde van andere slakken. En er zijn dus ook naaktslakken met een voorkeur voor bepaalde plantensoorten.
Misschien waren dit jaar, door de specifieke combinatie van neerslag en temperatuur (en de timing daarvan) juist soorten actief die graag sla, aardpeer en zonnehoedje eten. Naaktslakken gaan over het algemeen niet dood in de winter, vervolgt Schilthuizen. „Sommige soorten hebben meerdere jaren nodig om volwassen te worden, andere zijn al binnen één seizoen volgroeid.
De meeste Nederlandse soorten overwinteren ten minste één jaar. Bij vorst kruipen ze diep de grond in. Bij milder weer blijven ze gewoon actief.
Dat je ze dan niet ziet, komt doordat het veelal nachtdieren zijn en mensen ’s winters minder tijd in hun tuin doorbrengen.” Overdag zitten naaktslakken verstopt in spleten, holletjes of tussen dode bladeren. In je tuin vervullen ze een nuttige functie, benadrukt de bioloog.
Ze ruimen dood materiaal op en maken de voedingsstoffen weer beschikbaar voor planten. Ze vormen zelf ook onmisbaar voedsel voor de vogels, egels, kikkers, padden en zelfs spitsmuizen in je tuin. Gewoon met rust laten dus, die slakken, betoogt hij.
Wie er oog voor heeft, kan er heel wat boeiends aan ontdekken. Neem bijvoorbeeld het liefdesspel van de grote aardslak : twee exemplaren bungelen, om elkaar heen gedraaid, aan een lange, taaie slijmdraad. Langzaam komt uit elke slak een enorm, blauw geslachtsdeel tevoorschijn, dat golft en steeds van vorm verandert.
De twee aanhangsels lijken wel samen te smelten. De BBC en Vroege Vogels maakten er prachtige filmpjes van. In eigen tuin kun je daar live naar kijken.
Maar wat nu als je tóch vindt dat je te veel naaktslakken hebt..? „Handmatig vangen en wegbrengen is veruit het effectiefst”, zegt Schilthuizen, „over afstanden van meer dan 25 meter zullen ze zeker niet terugkruipen.
Vooral geen slakkenkorrels of biervallen gebruiken: die vernielen ook veel van de rest van de broodnodige bodemfauna in je tuin.”.
Wetenschap
Waar blijven al die naaktslakken in de winter?
In Nederland leven wel 34 soorten naaktslakken. „Allemaal hebben die hun eigen ecologie en levenscyclus.”