Deze vrouwen volgden op dat moment geen onderwijs en waren ook niet actief op zoek naar een betaalde baan. Volgens het CBS gold dit vorig jaar in deze leeftijdscategorie voor 17 procent van de vrouwen, tegen 8 procent van de mannen. Het CBS meldt dat een derde van alle niet-werkende vrouwen onder bepaalde voorwaarden wel betaald zou willen werken.
De meest genoemde voorwaarden zijn een baan met de gewenste uren (17 procent), het (beter) kunnen afstemmen van de werktijden op het privéleven (15 procent) en een baan dichter bij huis (13 procent). Ziekte of arbeidsongeschiktheid is de voornaamste reden voor het niet-werken bij zowel vrouwen als mannen. Dat was in 2023 bij 75 procent van de mannen en 55 procent van de vrouwen het geval.
Bij vrouwen met een partner en thuiswonende kinderen was zorg voor het gezin of huishouden de meest genoemde reden om niet te werken (52 procent). Vaders met een partner gaven dit in 8 procent van de gevallen aan. Moeders met een partner werken bijna vier keer zo vaak niet als vaders met een partner.
Niet werken komt relatief vaak voor bij 55- tot 65-jarigen en bij mensen met alleen basisonderwijs of een vmbo-diploma, aldus het CBS. Ook in het buitenland geboren vrouwen en mannen werken in verhouding vaker niet. Van de werkende vrouwen (bijna 8 op de 10), werkte 65 procent in deeltijd: minder dan 35 uur per week.
Bij mannen is dat 18 procent. Zowel vrouwen als mannen geven het huishouden, boodschappen en andere klussen, tijd voor jezelf, hobby's, sport en sociale contacten het meest op als reden daarvoor. Daarna komt zorg voor de kinderen.
.
Bedrijf
Vrouwen twee keer zo vaak zonder betaalde baan als mannen
Vrouwen tussen de 15 en 65 jaar hadden vorig jaar twee keer zo vaak als mannen geen betaald werk. Dat meldt het CBS in de Emancipatiemonitor 2024.