Vrouwen in Brussel zoeken steeds vaker run crews op om ’s avonds veilig in het donker te kunnen lopen. “Als iemand zich mentaal of fysiek niet goed voelt, dan kan die persoon meteen een van de captains met een oranje bandje aanspreken.” “Wanneer ik het huis uit loop en de hoek omsla van de straat van mijn appartement in Kuregem, beginnen de vervelende opmerkingen al,” zegt Tina Schuermans.
“Bonjour mademoiselle. Ça va? Tu es très jolie.” Schuermans is jeugdwerkondersteuner bij De Ambrassade en gemeenteraadslid voor Groen in Anderlecht.
In haar vrije tijd sport ze graag, van fitness tot lopen. Al voelt ze zich bij dat joggen buiten niet altijd op haar gemak. “Uitgerekend op Internationale Vrouwendag besloot ik om met een koptelefoon te trainen.
Ik wilde die commentaren van jongens en mannen niet meer horen, zeker niet op zo’n moment. Nu kies ik vaak voor goede muziek in mijn oren. Maar eigenlijk zou een vrouw gewoon zorgeloos moeten kunnen lopen.
Laisse les filles tranquilles.” Camille Pollie, die vijf jaar geleden samen met Tim Verheyden de BXL Run Crew oprichtte, merkt dat het veiligheidsgevoel inderdaad ook een motivatie vormt om deel te nemen aan de activiteiten. “We zijn het hele jaar door een gemengde groep,” zegt Pollie.
“Maar voor een aantal vrouwen geeft het gevoel van gerustheid wel de doorslag, zeker nu het snel donker wordt. Ik liep laatst naast een meisje dat zei dat ze opgelucht was dat ze ’s avonds bij ons kon aansluiten.” Zelf heeft Camille Pollie gelukkig nog geen slechte ervaringen gehad, maar ze vermijdt wel bepaalde buurten.
“Overdag loop ik graag langs de kanaalzone, maar liefst niet wanneer de zon ondergaat. Ook in het park van Thurn & Taxis heb je in de zomer meer sociale controle dan op een herfstavond.” Door de loopsessies met de BXL Run Crew loopt ze nu op plaatsen waar ze anders niet meteen zou komen, zoals het Ter Kamerenbos of het Zoniënwoud.
“Samen, en gewapend met lichtjes geeft dat een geheel andere ervaring dan als vrouw alleen.” Die safespace hoopt ze ook voor de andere lopers te creëren. “Aan het begin van elke run geef ik een korte speech waarin ik de regels meedeel,” vertelt ze.
“Als iemand zich mentaal of fysiek niet goed voelt, dan kan die persoon meteen een van de captains met een oranje bandje aanspreken.” Voor Camille is het belangrijk dat iedereen zich welkom voelt in de groep. “Volgens enkele krantenkoppen zijn run crews de nieuwe datingapps, maar dat is bij ons niet aan de orde.
Het draait om de liefde voor het lopen.” Dat sportende vrouwen zich niet altijd op hun gemak voelen in Brussel heeft grotendeels te maken met de erfenis dat de stad vooral op maat van mannen is ontworpen. Gitte Van Der Biest zit in het team Jeugdparticipatie van JES , zij betrekken kinderen en jongeren bij het ontwerp van de publieke ruimte.
Met Gender en de stad: Les filles (ne) traînent (pas) schreef ze samen met collega Jessica Vosters een boek over de beleving van de stad door meisjes en vrouwen. Wat blijkt bijvoorbeeld? Sportterreinen worden door jongens en mannen gedomineerd. “Sportterreinen hebben vaak een vaste functie, het is geen polyvalente plek waar verschillende activiteiten samenkomen,” zegt Van Der Biest.
“Een voetbal- of basketbalveld wordt stereotiep als mannelijk gezien. Het lijkt dus legitiem om meisjes die er een ander spelletje doen, weg te jagen.” Nochtans wordt vrouwenvoetbal steeds populairder, maar meisjes en vrouwen spelen liever in een zaal dan op een plein.
Dat heeft alles te maken met gezien worden, zegt Van Der Biest. “Vrouwen kijken niet alleen naar de buitenwereld, ze zijn zich ook bewust van de blik van de buitenwereld. Dat kwam duidelijk naar voren tijdens het zomerproject van Compagnon De Route.
” Onder die naam begeleidt JES vrouwen naar werk en een breder netwerk in Brussel. Het idee ontstond om met die groep buitenactiviteiten aan de Ninoofsepoort te organiseren, zoals een dansles op het grote grasveld. Een interessante ervaring, volgens Van Der Biest.
“Op een kalm moment in de namiddag danste de groep vrouwen onder de bomen. Er ontstond een cirkel waarbij ze elkaar aanmoedigden om alleen in het midden te dansen, om zich daarna weer bij de groep te voegen.” De enkelingen die ook in het park zaten, bleken vooral mannen, die al gauw uit nieuwsgierigheid dichterbij kwamen.
“Twee ervan waren aan het kijken, eentje was aan het filmen en nog een andere zette zich bijna in de cirkel. Dat voelde heel ongepast. Net wanneer je als vrouw de ruimte claimt, word je alweer geconfronteerd met die blikken van buitenaf, maar door de kracht van dat groepsmoment, durfden de vrouwen de mannen daarop aan te spreken, waarop die afstand namen.
” Vandaag is het vaak een kwestie van zelf je ruimte op te eisen en je eigen veiligheid te waarborgen in de stad. Camille Pollie van BXL Run Crew raadt lopende vrouwen aan om niet te laat te vertrekken en bekende routes te kiezen met grote lanen en verlichte parken. Toch vindt ze het fout om de verantwoordelijkheid bij vrouwen te leggen.
“Investeringen in verlichting of alarmknoppen kunnen bijdragen aan het veiligheidsgevoel. Het zou ook goed zijn mochten er ’s avonds parkwachters rondlopen. Want op plekken als het Jubelpark weet je niet meteen wie je kan aanspreken in geval van nood.
” Op beleidsniveau bestaan er momenteel verschillende plannen om diversiteit in het Brussels gewest aan te moedigen, zoals het Brusselse plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en het Gewestelijk Plan voor gendermainstreaming. Ook Perspective, het expertisecentrum voor regionale en territoriale ontwikkeling van het Brussels Gewest, werkt aan een strategie om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen. Op dit moment houdt de studiedienst een enquête over hoe gebruikers sportfaciliteiten ervaren in de publieke ruimte in Brussel.
JES probeert vooral vanuit een positieve insteek de publieke ruimte genderinclusief te maken. Zo was het team Jeugdparticipatie betrokken bij de renovatie van het Dauwpark in Anderlecht. Dat was ingedeeld in verschillende zones, met een speeltuin en voetbalveld aan de zijkant.
Vooral jongens gebruikten dat laatste, meisjes hadden het gevoel dat ze minder hun plek vonden. Na gesprekken met parkgebruikers, werd besloten om de kracht van die zones te behouden en aan te vullen met nieuwe functies. Er kwamen picknickbanken en fitnesstoestellen.
“Enkele toestellen werden geplaatst naast het voetbalveld, zodat jongens met een andere interesse ook daar terechtkonden,” zegt Van Der Biest. “Aan de andere kant van het park kwamen fitnesstoestellen op maat van meisjes en ouders met kinderen. We merkten dat werken in zones heel inclusief kan zijn.
Nu vindt iedereen zijn plek in het park.” Gitte Van Der Biest ziet een tweeledige oplossing opdat vrouwen zich welkom zouden voelen in de stad. “Zowel de infrastructuur en inrichting van de openbare ruimte als de sociale sfeer en controle bepalen hoe genderinclusief een buurt aanvoelt.
Een stad moet proberen om die hardware en software in evenwicht te houden. Op het vlak van architectuur kan je blinde gevels mijden en streven naar voldoende winkels en horeca op de begane grond. Door in genoeg woningen te voorzien en sociale organisaties aan te trekken, wordt de dynamiek versterkt.
De doodse sfeer na de werkuren in de Noordwijk wil je vermijden. Gelukkig groeit de interesse voor genderplanning. Dat kan de Brusselse openbare ruimte alleen maar ten goede komen.
”.
Bovenkant
Vroeg donker en gevoel van onveiligheid nopen vrouwen om samen te lopen in run crews
Vrouwen in Brussel zoeken steeds vaker run crews op om ’s avonds veilig in het donker te kunnen lopen.