Voor welke problemen komt de nieuwe minister van Financiën te staan?

Deze week begint minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) met onderhandelingen over de begroting. Hoe streng zal hij zijn?

featured-image

De zomervakantie is voorbij voor de ministers en staatssecretarissen. Dinsdag kwam het kabinet voor het eerst sinds begin juli weer samen en vrijdag is de eerste ministerraad. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) heeft meteen een sleutelrol.

Hij zal de komende weken met de andere ministers over de begroting van 2025 onderhandelen. Wat zijn de hobbels en kaders waar hij rekening mee moet houden? En moet Heinen meteen bezuinigen? De belangrijkste financiële kaders en instrumenten voor Heinen staan in het hoofdlijnenakkoord, gesloten door de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB. Heinen schreef tijdens de kabinetsformatie mee aan de financiële paragraaf.



Daarin staat dat het overheidstekort (grofweg inkomsten minus uitgaven) nooit meer mag zijn dan de EU-norm, namelijk een tekort van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), dat is wat er verdiend wordt in Nederland. Over de hele regeerperiode van het kabinet-Schoof moet dat gemiddeld nog lager liggen: 2,8 procent. Lukt dat niet, dan voorziet het hoofdlijnenakkoord in middelen om tot die 2,8 procent te komen.

De minister kan de begroting niet aanpassen aan de inflatie. Op die manier hebben alle ministeries relatief gezien minder geld, want door inflatie kun je met dezelfde hoeveelheid geld minder kopen. Mocht het jaar daarop de norm van 3 procent niet worden gehaald, dan moeten er extra maatregelen genomen worden.

Voorkeur ligt bij bezuinigen, schrijven de partijen. Dit financiële kader is strenger dan de nieuwe begrotingsregels van de Europese Unie. Die regels, waarover in 2023 overeenstemming is bereikt, laten ruimte voor maatwerk bij grensoverschrijdingen.

Die ruimte geeft het kabinet zichzelf niet. Daarmee loopt het een risico. Wat als je moet bezuinigen als het al slecht gaat met de economie? Dan loop je de kans dat het nóg slechter zal gaan.

De grenswaarden die het kabinet zichzelf stelt, lijken in zicht. Het Centraal Planbureau (CPB) rekende het hoofdlijnenakkoord door en kwam op een tekort van 2,8 procent. Volgens De Nederlandsche Bank komt het tekort al in 2025 op 3,3 procent.

Belangrijk voor het tekort is de economische groei, omdat het wordt uitgedrukt in een percentage van het bbp. De economie stagneerde sinds half 2022, maar woensdag maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend dat de economie groeide met 1 procent ten opzichte van het vorige kwartaal. Dat is goed nieuws voor Heinen.

Waar Heinen wel geld voor moet vinden: enkele miljardentegenvallers. Zo zijn er de miljarden euro’s die de staat moet terugbetalen aan beleggers, omdat de Hoge Raad oordeelde dat de manier waarop vermogens werden belast niet juist was . Er is de 2,3 miljard extra voor de afhandeling van de Toeslagenaffaire.

En de verkoop van het Duitse deel van het hoogspanningsnet van Tennet, een staatsonderneming, ging niet door. Dat veroorzaakte een begrotingstekort van 1,6 miljard euro. Heinen zei tijdens zijn kennismakingsverhoor in de Tweede Kamer dat hij zich zorgen maakt om die tekorten.

Maar de minister van Financiën kon ook meevallers vinden, benadrukte hij. Heinen hoopte die tegen elkaar weg te kunnen strepen. Veel van wat Heinen de komende weken moet doen, hangt af van vrijdag.

Dan presenteert het Centraal Planbureau de ramingen voor de economie van 2025. Deze raming vormt een belangrijk ingrediënt voor de Miljoenennota. Vallen de cijfers tegen, dan heeft Heinen nog een paar weken om bij te sturen.

De raming maakt onder andere duidelijk hoe de koopkracht van Nederlanders zich zal ontwikkelen en toont het verwachte overheidssaldo. Als het tekort boven de 3 procent uitkomt, zal het kabinet volgens de zelfopgelegde norm moeten ingrijpen. Heinen, die duidelijk wil uitstralen dat hij streng is op begrotingsbeleid, wordt dan meteen op de proef gesteld.

Is hij absoluut in de toepassing van de regels die hij heeft ingevoegd in het coalitieakkoord, of moeten de regels vooral als een waarschuwing gelezen worden aan de coalitiepartijen die houden van geld uitgeven? Van VVD en NSC is bekend dat zij tijdens de formatie zorgen hadden over de dure verkiezingswensen van BBB en PVV. Als de economische ramingen van het CPB zijn gepresenteerd, begint het onderhandelen. In hoeverre de fractievoorzitters van de coalitiepartijen daar meteen bij betrokken worden, is onduidelijk.

Premier Dick Schoof zei eerder dat hij afstemming met de coalitiepartijen belangrijk vindt. Het ingewikkelde is dat de ministers ondertussen het hoofdlijnenakkoord verder uitwerken. Het kabinet wil het regeerprogramma (uitwerking van het hoofdlijnenakkoord) in september presenteren, nog voor Prinsjesdag, wanneer de Miljoenennota bekend wordt gemaakt.

De begroting moet uiterlijk 30 augustus af zijn. Maar de grootste financiële tegenvallers komen later. In het hoofdlijnenakkoord staan namelijk voornemens voor bezuinigingen waarvan de kans aanzienlijk is dat die minder geld opleveren dan het kabinet inschat.

Zo wil het kabinet onderhandelen over een lagere afdracht aan de Europese Unie. Dat moet in 2028 1,6 miljard euro opleveren. In 2025 moeten bezuinigingen op het aantal ambtenaren al 239 miljoen opbrengen.

Het Centraal Planbureau was al sceptisch over deze bedragen. Als de afdracht niet lager kan, dan heeft Heinen nog een optie achter de hand. Een noodrem: dan zullen de ministeries allemaal minder geld krijgen.

En dan moet er alsnog breed bezuinigd worden..