Voor de aristocratie is straks geen plaats meer in het Britse parlementaire stelsel

De nieuwe regering van Labour wil een einde maken aan het lidmaatschap van de erfelijke Lords van het Britse Hogerhuis. Charles Courtenay, de graaf van Devon, vindt deze groep juist „een heerlijke Britse mengelmoes”.

featured-image

Zijn landgoed reikt tot dáár, tot aan de glinsterende rivier in de verte, wijst Charles Courtenay. Tussen de riviermonding van de Exe en het kasteel, met klassieke torens en een symmetrische tuin met in kegelvorm geknipte heggen, graast een kudde herten in de zon. Landgoed Powderham beslaat meer dan 1.

400 hectare bos en landbouwgrond. „Hier kwamen vroeger bijna elke dag schepen uit Nederland aan”, vertelt Courtenay verder. Exeter was in de zestiende en zeventiende eeuw een belangrijke handelspartner van de lage landen, vooral voor schapenwol.



„Niet voor niets dineerde William Courtenay in 1688 met Willem van Oranje.” De oorsprong van de naam Powderham heeft niets met buskruit te maken, zegt Courtenay, maar komt van het Nederlandse Polder-ham : een nederzetting op een drooggemaakt stuk land bij de rivier. Powderham is zijn thuis.

Hier is Charles Courtenay, de negentiende graaf van Devon, opgegroeid. Net als zijn voorouders, die het complex ergens tussen 1390 en 1420 lieten bouwen. Courtenay woont in een paar kamers op de begane grond van het kasteel.

De rest is open voor bezoek, soms zijn hier zelfs concerten en festivals. De Geheime Balzaal en de Staatsbanketzaal zijn te huur voor bruiloften, in de boerderijwinkel is hertenvlees afkomstig van het landgoed te koop. In het trappenhuis hangen grote kroonluchters en schilderijen van de eerdere Courtenays.

Charles Courtenay is, zegt hij zelf, „waarschijnlijk het enige hereditaire lid van het Hogerhuis” dat in zo’n klassiek, bijna cliché kasteel woont. Het overgrote deel van de leden van het Britse Hogerhuis wordt door de premier benoemd, voor het leven. Een groep van 92 leden dankt hun zetel aan hun erfelijke adellijke titel: zij zijn hereditary peers .

Courtenay: „Daar zitten leraren tussen, ingenieurs, dierenartsen. We zijn bij elkaar genomen eigenlijk nogal gemiddeld. Vrij gemiddelde personen die toevallig een titel hebben geërfd.

” Maar de hereditaries zijn hun lidmaatschap niet langer zeker. De nieuwe regering van Labour wil het totaal aantal leden van de Britse Eerste Kamer verlagen: het is na de Chinese Volkscongres het grootste wetgevende instituut ter wereld, met 791 leden. Labour komt met wetgeving om een einde te maken aan het lidmaatschap van de erfelijke Lords .

Voor de aristocratie is straks geen plaats meer in het parlementaire stelsel. Idee is om een constitutionele hervorming af te maken die eind jaren negentig onder toenmalig Labour-premier Tony Blair is begonnen. In 1999 maakte de regering-Blair een einde aan de meer dan zeshonderd erfelijke zetels die baronnen, markiezen en hertogen automatisch in het Hogerhuis bekleedden.

De 92 hereditary peers die nu nog in het Hogerhuis zitten, vormden een compromis om die grote verandering voor elkaar te krijgen. Als iemand uit die groep van 92 overlijdt of zich terugtrekt, kiezen de hereditaries van de partij in kwestie een nieuw adellijk lid voor die zetel. De huidige Labour-regering vindt deze gang van zaken een anachronisme en ziet het „meer als per ongeluk dan als opzet” dat die 92 nog steeds kunnen stemmen over wetgeving.

„In de 21ste eeuw zouden geen bijna honderd plaatsen gereserveerd moeten zijn voor individuen die in bepaalde gezinnen zijn geboren, noch praktisch alleen voor mannen”, staat in een toelichting op hun plannen voor komend jaar. Bijna altijd zijn het mannen die hun adellijke titels doorgeven. Het einde aan de hereditaire lidmaatschappen krijgt prioriteit en wordt waarschijnlijk dit jaar in het parlement besproken.

Later zou Labour ook een pensioenleeftijd willen invoeren. Nu is een benoeming voor het leven, maar dan zouden Lords en Ladies van boven de tachtig jaar bedankt worden voor hun diensten. Als beide twee maatregelen erdoor komen, zou de omvang van het Hogerhuis met 49 procent afnemen.

Het voornemen een einde te maken aan de ‘erfelijke’ zetels vindt Philip Norton vanuit Labour bezien „begrijpelijk”, zegt hij. Norton is hoogleraar openbaar bestuur en lid van het Hogerhuis namens de Conservatieve Partij. „Deze praktische en vrij simpele maatregel helpt Labour om de zetelbalans in het Hogerhuis wat in hun voordeel te herstellen.

” Labour heeft in het Hogerhuis ruim honderd zetels minder dan de Conservatieven. Meer dan de helft van de ‘hereditaire’ Lords is van de Conservatieve partij, nog eens een derde is onafhankelijk. Labour heeft er maar vier.

Over het invoeren van een pensioenleeftijd is hoogleraar Norton kritischer. „Er zijn zoveel Lords van tachtig jaar of ouder die juist vanwege hun soms heel specifieke kennis uit het verleden toegevoegde waarde hebben in debatten. Als je leeftijd als criterium hanteert voor hun lidmaatschap, gaat dat verloren.

” Een betere manier zou volgens hem zijn om de regels rond aanwezigheid in het Hogerhuis aan te scherpen. Nu worden leden die gedurende één parlementsperiode niet aanwezig zijn geweest, geschorst. Het gebeurde afgelopen jaar bij zes leden.

„Maar die aanwezigheidseis kun je opkrikken.” Bijvoorbeeld door Hogerhuisleden te verplichten 10, 20 of zelfs 30 procent van de tijd aanwezig te zijn, zegt Norton. Bovendien, zegt hoogleraar Norton, zijn eerder dan het grote aantal leden vooral de omstreden benoemingen die Britse premiers in het verleden deden een probleem voor de reputatie van het Hogerhuis, omdat daar een zweem van vriendjespolitiek omheen hangt.

Toen de kortst zittende premier uit de Britse geschiedenis, Liz Truss, bij haar afscheid in oktober 2022 met elf voordrachten voor het Hogerhuis kwam, ging daarover in de Londense politieke bubbel menig wenkbrauw omhoog. Norton: „Als ik studenten vraag hoeveel Hogerhuis-leden er zijn, hebben ze geen idee. Maar de verhalen over de uitwassen kennen ze wél, over Lord Lebedev en barones Mone bijvoorbeeld.

” Lord Lebedev is de Russissche Brit Evgeny Lebedev, die in 2020 op initiatief van oud-premier Boris Johnson een zetel in het Hogerhuis kreeg. Volgens Britse media vonden de veiligheidsdiensten zijn benoeming een risico, omdat zijn vader nauwe banden heeft met het regime van de Russische president Poetin. Zijn benoeming ging toch door en officieel heet hij nu Baron Lebedev van Hampton en Siberië.

En barones Michelle Mone kwam in opspraak omdat het bedrijf van haar man tijdens de coronacrisis tientallen miljoenen verdiende aan een deal over beschermende kleding. Er loopt een rechtszaak tegen haar en hoewel ze zich tijdelijk afmeldde bij het Hogerhuis, is ze wel nog steeds lid. Graaf Charles Courtenay is één van de weinige hereditaries die ervoor uitkomt dat hij de 92 erfelijke leden liever zou behouden.

De honderden adellijke leden van vóór 1999 waren volgens hem inderdaad niet meer van deze tijd, maar de huidige uitzondering voor een kleinere groep „is een heerlijke Britse mengelmoes”, zegt hij, die juist past bij de manier waarop Britten politiek bedrijven. „Wij doen niet graag aan revoluties. We hebben ook niet voor niets geen geschreven grondwet.

We schrijven niets op, we komen er onderling wel uit.” Ook Courtenay ziet in dat benoemingen op basis van erfelijke titels ouderwets zijn, achterhaald zelfs. Maar dat geldt voor zovéél dingen in de samenleving, zegt hij.

„We erven ook vastgoed van onze ouders en onze monarchie is erfelijk bepaald. Voor een deel van het parlement lijkt het me ook passend.” En van de hereditaries weet je tenminste waarom hun voorvaderen ooit in het Hogerhuis terecht kwamen, zegt hij: „Ik zat laatst in de bankjes naast de hertog van Wellington.

Zijn voorvader won de Slag bij Waterloo. Waarom zijn die andere leden benoemd? Vanwege een deal in achterkamertjes of omdat ze goed zijn met sommige politici.” Van de Conservatieve Partij is het een publiek geheim dat rijke donoren die miljoenen aan de partij geven, beloond worden met een zetel in het House of Lords .

Volgens Courtenay kiest Labour „de makkelijke weg” met het afschaffen van de hereditaries . „Daarmee houden we straks een Huis over vol leden die zijn aangewezen door premiers. Dat lijkt me pas bezwaarlijk.

” De verkiezing van de adellijke Lords is nu de enige manier waarop nog onafhankelijk van de regering nieuwe leden in het Hogerhuis komen: alle anderen worden door de zittend premier voorgedragen. In 2018 werd Courtenay door de andere onafhankelijke hereditaries gekozen, hij won met zeven stemmen. Bij de samenstelling van zijn kabinet begin juli benoemde Labour-premier Keir Starmer ook enkele Lords, omdat hij hen als vakministers in zijn regering wilde hebben en in het Verenigd Koninkrijk ministers altijd in het parlement horen te zitten.

Dus zijn de minister voor Gevangenissen, de minister voor Wetenschap en de openbaar aanklager nu lid van het Hogerhuis. Niets op tegen, vindt zowel Courtenay als hoogleraar Norton. Norton: „Wij waren zelfs verheugd dat de openbaar aanklager nu weer onder ons is.

We hadden een tekort aan goede advocaten.” Politiek wordt het een uitdaging voor Labour om het voorstel over de erfelijke Lords erdoor te krijgen. Al helemaal omdat de partij de steun van het Hogerhuis de komende maanden juist hard nodig heeft, voor alle andere nieuwe wetten die ze wil doorvoeren.

Koning Charles kondigde onlangs in zijn troonrede – in de zaal van het Hogerhuis – meer dan dertig wetsvoorstellen aan voor komend jaar. Courtenay denkt dat het spannend gaat worden: „We hebben een paar onverbiddelijke hereditary leden die bij eerdere pogingen tot het uiterste gegaan zijn om afschaffing van hun zetels te voorkomen.”.