Vogelgriep na bijna jaar terug; 23.000 kippen in Putten worden geruimd

Bij een biologisch leghennenbedrijf in Putten is vogelgriep vastgesteld. Om verspreiding van het virus te voorkomen, worden de circa 23.000 kippen geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Het is de eerste uitbraak sinds december vorig jaar. ,,Dit is een een grote teleurstelling en een ingrijpende gebeurtenis voor pluimveehouders’’, aldus het ministerie van landbouw. Binnen de 1-kilometerzone liggen geen andere pluimveebedrijven.



Binnen de 3-kilometerzone liggen dertien pluimveebedrijven. Deze bedrijven worden gescreend door de NVWA en vervolgens gedurende tien dagen door de Gezondheidsdienst voor Dieren gemonitord door kadaverbemonstering en telefonische monitoring. In de 10-kilometerzone, waaronder ook een gebied bij Voorthuizen, liggen 58 andere bedrijven met pluimvee.

,,Helaas hebben we na een langere periode weer te maken met een bedrijf met een vogelgriepbesmetting’’, meldt minister Femke Wiersma. ,,Dat dit vroeg of laat zou gebeuren, wisten we, maar het blijft ingrijpend. Ik kan mij voorstellen dat dit een zware klap is voor de betrokken pluimveehouder.

We nemen passende maatregelen en houden de situatie nauwlettend in de gaten”. In de hele 10-kilometerzone geldt per direct een vervoersverbod. Dit betekent dat er vanaf locaties met vogels in deze zone geen pluimvee en broed- en consumptie-eieren vervoerd mogen worden.

Ook geldt een verbod voor de afvoer van mest van vogels en gebruikt strooisel en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met vogels. Deze maatregelen zijn volgens het ministerie nodig om verspreiding naar andere delen van het land te voorkomen. Ook geldt een ophok- en afschermplicht in de hele 10-kilometerzone.

,,De ophokplicht is van toepassing op alle commercieel gehouden vogels en de afschermplicht geldt voor niet commercieel gehouden risicovogels (bijvoorbeeld hobbymatig gehouden kippen). De afscherm- en ophokplicht is een effectieve preventieve maatregel om nieuwe besmettingen te voorkomen, omdat de kans op contact tussen wilde besmette vogels en gehouden vogels verkleind wordt.’’.