Voetbalclub moet terrein verlaten: 'Deze zaak kent alleen maar verliezers'

LEIDEN - Voetbalvereniging LFC uit Leiden, vroeger bekend als FC Boshuizen, moet voor 17 september vertrekken van sportpark Boshuizerkade. Dat heeft de rechter besloten nadat de gemeente Leiden een kort geding had aangespannen tegen de club vanwege betalingsachterstanden. Volgens LFC-voorzitter Joop von Oven kent de zaak alleen maar verliezers en beseft de gemeente niet wat de daadwerkelijke prijs is die ze nu moet betalen.

Daarmee doelt hij op de sociaal-maatschappelijke kosten. Doordat de club uit de wijk Leiden Zuidwest verdwijnt, zullen er ook spelertjes zonder club komen te zitten. 'De talenten worden weggekaapt door andere clubs', vertelt Von Oven.



'Wat mij echt dwarszit, is wat er met die andere voetballertjes gebeurd.' Want de Boshuizerkade ligt volgens de voorzitter in een wijk 'waarin je liever ziet dat kinderen aan sport doen, dan dat ze op straat hangen'. 'Dat had de gemeente mee moeten wegen in de beslissing toen ze de huur van de velden en het clubgebouw stopzette.

' Dat is de kern van de huidige problematiek. De gemeente besloot dat LFC weg moest van de Boshuizerkade. De voetbalclub kon niet voldoen aan de eisen van Voetbal Vitaal, een lijst met eisen die bijna tien jaar geleden werd opgesteld om Leidse voetbalclubs levensvatbaar te maken.

In juni zei sportwethouder Fleur Spijker dat het LFC niet is gelukt om aan de verplichtingen te voldoen. Zo lukte het de club niet om een levensvatbaar ledenbestand van minimaal 450 leden op te bouwen met in elke jeugdcategorie ten minste één team. Ook voldeed LFC niet aan de financiële verplichtingen voor de huur en het onderhoud van de velden en voorzieningen.

'Zonder aflossing van de betalingsachterstand en een levensvatbaar plan blijven de structurele problemen bestaan en is er geen realistisch uitzicht op een verandering van de situatie', aldus Spijker. Dat werd kracht bijgezet met het opzeggen van de huurovereenkomst. Vooral over de schuld van enkele tienduizenden euro's werd gesteggeld.

Volgens LFC klopte de berekening niet en men wilde niet vertrekken van de huidige ondergrond, waarop de gemeente naar de rechter stapte. Die gaf de gemeente gelijk met als eis dat de vereniging op uiterlijk 16 september de twee velden en kantine moet hebben ontruimd. Met als dwangsom vijfhonderd euro per dag dat de club te laat is, met als maximaal bedrag 25.

000 euro. Volgens voorzitter Von Oven is de gemeente te vroeg geweest met de beslissing om de huur stop te zeggen. 'Vanaf het moment dat we zijn verhuisd naar de huidige locatie, vanwege de aanleg van de nieuwe sporthal, zijn we in overleg met de vorige wethouder gaan werken aan onze positie in de wijk.

De afgelopen 2,5 jaar hebben we tachtig jeugdleden geworven. Eigenlijk liep het gesmeerd, al hadden we wel problemen zoals elke club, bijvoorbeeld een vrijwilligerstekort.' Maar volgens Von Oven ontbreekt de wil bij de gemeente om samen op het gebaande pad verder te gaan.

Dat is volgens de voorzitter te zien aan de toekomstplannen die er al zijn gemaakt. 'De rugbyvereniging is al een veld beloofd', zo vertelt hij. 'Daarnaast mag hockeyclub Roomburg komende winter op het veld al een opblaashal neerzetten omdat ze een ruimteprobleem hebben.

Dan gaat er ergens iets mis.' Wel denkt hij dat het eerste elftal van LFC in september aan de competitie begint. Dat zal dan waarschijnlijk op het veld zijn van een andere club.

'Het is aan ons om eersteklassevoetbal voor Leiden te behouden. Als dat niet kan aan de Boshuizerkade, dan maar ergens anders. De mogelijkheden zijn er, maar die ga ik eerst komend weekend intern bespreken.

'.