Voelt kerst dit jaar vervreemdend? Nee hoor, juist nu is het tijd voor liefde Schrijver en theatermaker Marjolijn van Heemstra gaat voor haar plezier kerstmarkten af. Maar dit jaar voelt vrede en liefde vieren vervreemdend. Is er in die stapeling van slecht nieuws nog ergens een glinstering te vinden? Het antwoord is: ja.
H et is adventstijd, kaarsen aan, aftellen naar kerst. Lichtjes, vleugels en het wonder van een baby die Gods liefde belichaamt tussen schapen en een os. Kerst is een tijd buiten de tijd.
De viering speelt zich af in haar eigen heden, een groundhog day van glitter en hoop. Steeds weer dat ene kindje in de kribbe, steeds weer die ene, groene boom. Steeds weer de vraag om naastenliefde, ongeacht de omstandigheden.
Uniek en afgezaagd. Nieuw en grijsgedraaid. Dat is wat rituelen vragen: glans in de herhaling.
Ik ben zo iemand die voor haar plezier kerstmarkten afgaat, maar de afgelopen weken merkte ik dat ik opzag tegen deze kerst. Ik was bang dat die baby met zijn oproep tot vrede en liefde vooral de afwezigheid daarvan zou benadrukken. Al met al een slechte tijd voor kerst, dacht ik.
Tot ik begreep dat dit de beste tijd is voor kerst. De afgelopen weken hoorde ik vaker dan ooit de vraag: wat geeft jou hoop? Op etentjes en verjaardagen ging het over de opmars van zeewier en het aanstaande burgerberaad. De opeenstapeling van slecht nieuws wakkert een verlangen aan naar kleine glinsteringen.
Zelf vond ik die glinstering in de actie van Just Stop Oil , een activistische groep tegen fossiele brandstoffen die de grenzen van burgerlijke ongehoorzaamheid opzoekt. In november deden ze iets opvallends. Ze sloten zich aan bij een protest van The National Farmers Union , een rechtse club van boze boeren.
Een onwaarschijnlijke alliantie, maar op een spandoek van de klimaatactivisten stond het simpel uitgelegd: Food = Life . En life is waar het de activisten om te doen is. Leven waar we mensen voor nodig hebben die voedsel verbouwen, zorgen voor het land en haar gewassen.
Boeren. Dit is ongemakkelijk, schreef Just Stop Oil in haar persbericht, ‘maar we kunnen niet zonder elkaar’. Een andere - kleinere - glinstering vond ik in de podcast van schrijver Conner Habib.
In een recente aflevering praat hij over het liefhebben van mensen waar je een hekel aan hebt. Hij noemt een collega-schrijver die zijn populariteit verwierf door voortdurend andere schrijvers belachelijk te maken. Als ik alleen al aan hem denk word ik woedend, zegt Habib in het gesprek.
Maar, vertelt hij dan, hij heeft besloten deze nemesis als leermeester te beschouwen in polariserende tijden. In een poging voorbij zijn woede te komen, stelt Habib zich voor hoe tevreden deze man zich moet voelen als hij weer eens heeft gescoord over de rug van een ander. Het is misschien een vreemde kronkel, geeft Habib grinnikend toe, maar het werkt wel.
Waar hij eerder woede voelde als hij aan de treiterige collega dacht, voelt hij nu tevredenheid, soms zelfs blijdschap. Het gedachte-experiment van Conner Habib is van een andere orde dan de klimaatactivisten die hun hand naar rechts uitstrekkend de straat opgaan. Maar in beide gevallen wordt er een touw gespannen naar de overkant.
Een touw, geen brug. Niemand wordt gevraagd om over te steken. Maar er is een knoop waar je af en toe een hand langs laat gaan, om de verbinding te voelen.
Nog een glinstering. Een bijeenkomst in de ambtswoning van burgemeester Femke Halsema waar Joodse en islamitische Amsterdammers samen om een tafel zitten. Ik zit er als betrokken buitenstaander bij.
Een Amsterdamse moslima vertelt dat ze in haar moederland, Marokko, de sporen van Joodse geschiedenis is gaan zoeken, om beter te snappen hoe de Joodse en Marokkaanse culturen verweven zijn. Aan die tafel heerst de overtuiging dat Joden en moslims niet moeten vallen voor de verdeel-en-heersstrategie van politici. “Tegenover een xenofobe regering staan we aan dezelfde kant.
” Dwars door de ruis van polarisatie, georchestreerde chaos en desinformatie reiken mensen naar elkaar. Je zou kunnen zeggen dat dit reiken een tegenbeweging is, maar misschien komt de handreiking juist uit de chaos voort. Als onze oude politieke wereld uitsluitend nog angst en woede oproept, moeten we misschien concluderen dat het tijd is voor andere allianties, andere vormen van organisatie.
Weg van sleetse verhalen over links en rechts en wie bij wie hoort. De zin van Just Stop Oil - we kunnen niet zonder elkaar - deed me denken aan een andere zin, van de filosoof Judith Butler: We undo each other and if we don’t we miss something . In haar boek Precarious Life schrijft ze dat we de mens moeten beschouwen als meer dan een autonome verschijning.
Op een diep niveau zijn we verstrengeld. Die verstrengeldheid voelen we bijvoorbeeld als we naar iemand verlangen en onszelf niet compleet voelen zonder de ander. Dat is, stelt Butler, omdat je ook niet compleet bent zonder de ander.
De verstrengeling voelen we ook als er aan de touwen wordt getrokken. In tijden van turbulentie, van agressie, van opruiing, wordt duidelijk hoezeer we van anderen afhankelijk zijn, verwikkeld in allerlei vormen van geweld en onbegrip. Het kwetsbare besef dat we aan elkaar zijn blootgesteld kan ons wild om ons heen doen slaan.
Maar het kan ons ook op het spoor zetten van een grote menselijkheid. Culturen waarin geen onderling vertrouwen heerst, verliezen hun probleemoplossend vermogen. Wat er nu en de komende tijd nog op ons afkomt moeten we in gezamenlijkheid aankijken.
Het spannen van de touwen - zelfs de kleinste draadjes - heeft de hoogste prioriteit. Hierin tekenen zich nieuwe vormen van gemeenschap af, waarin niet de oude politieke tegenstellingen centraal staan, maar de allianties die geboren worden uit het besef dat we simpelweg niet zonder elkaar kunnen. Hier en daar gaan ze ons voor, de mensen die - al is het maar voor even - ons een radicaal nieuw antwoord geven op deze tijd.
Of eigenlijk is het een oud antwoord. Een antwoord dat al duizenden jaren in talloze verhalen en rituelen meeleeft met onze soort. Het antwoord is compassie.
Met jezelf, met je naaste, met de vogel in je tuin, met een baby in een stal. En compassie groeit in de kieren en barsten van het systeem. Dat is dan weer goed nieuws.
Want barsten genoeg deze dagen. Het is een hopeloze tijd, en daarom een tijd voor hoop. Het is een liefdeloze tijd en daarom een tijd voor liefde.
In 2023 was het 800 jaar geleden dat Franciscus van Assisi in het Italiaanse Greccio de eerste levende kerststal optuigde. Het dorp vierde feest, maar maakt zich ook zorgen over de toekomst van dit stuk erfgoed ..
Bovenkant