De klimaatplannen wereldwijd blijven „mijlenver” achter bij wat nodig is om een klimaatramp te voorkomen. Dat zei Simon Stiell, hoofd van het klimaatbureau van de Verenigde Naties (UNFCCC), maandag. Aanleiding was de publicatie van een UNFCCC-rapport, met daarin een overzicht van de inspanningen van landen om hun uitstoot van broeikasgassen terug te brengen.
Stiell noemt de resultaten „ernstig, maar geen verrassing”. 198 partijen, waaronder alle 193 VN-lidstaten, hebben afgesproken om hun uitstoot van broeikasgassen zodanig terug te dringen dat de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer stijgt dan 1,5 tot 2 graden Celsius. Maar hun inspanningen kunnen niet worden afgedwongen: ieder land levert op vrijwillige basis zijn plannen in.
Wel is bij het klimaatakkoord van Parijs in 2015 afgesproken dat landen die inspanningen om de vijf jaar rapporteren aan het UNFCCC. Als uit de gezamenlijke plannen blijkt dat de optelsom onvoldoende is om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, moeten landen hun plannen aanscherpen. De volgende deadline om dat te beoordelen is in februari 2025.
De meeste grote vervuilers komen voorafgaand daaraan waarschijnlijk met bijgewerkte klimaatplannen. De resultaten zijn verontrustend, ziet Stiell. „Als ze volledig uitgevoerd zouden worden, zouden de huidige plannen samen zorgen dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen in 2030 is teruggebracht tot 51,5 gigaton CO 2 -equivalent.
Dat is slechts 2,6 procent minder dan in 2019.” Ter vergelijking: willen we een goede kans te maken om klimaatopwarming onder de 1,5 graden te houden, dan moet die reductie in 2030 zo’n 43 procent bedragen. Dat staat in het laatste IPCC-rapport.
Onder dat rapport hebben óók alle 193 VN-landen hun handtekening gezet. Ook Nederland loopt achter op schema. Het huidige klimaatdoel is om in 2030 55 procent minder CO 2 uit te stoten dan in 1990.
Maar ook dat wordt hoogstwaarschijnlijk niet gehaald, zo becijferde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vorige week. Diezelfde dag maakte UNEP, het VN-milieuprogramma, bekend dat de wereld afstevent op een „catastrofale” opwarming van 3,1 graden Celsius. Bij zo’n opwarming is de kans groot dat de wereld verschillende „kantelpunten” bereikt, zoals het afsmelten van de ijskap op Groenland en het verdwijnen van het Amazoneregenwoud.
Ook krijgen grote delen van de wereld dan zeer waarschijnlijk te maken met uitstervingsgolven en voedselschaarste, schrijft het IPCC . „Deze hoeveelheid broeikasuitstoot betekent voor elk land, zonder uitzondering, een menselijke en economische ramp”, zegt Stiell. „Het zal elke economie ter wereld lamleggen, en miljarden levens en inkomens verwoesten.
” Hij hoopt dat het rapport van maandag een keerpunt markeert: „Dit moet het einde betekenen van het tijdperk van ontoereikendheid, en een nieuw tijdperk van versnelling inluiden, met gedurfde nationale klimaatplannen”..
Bedrijf
VN-bureau: klimaatplannen blijven wereldwijd ver achter bij afspraken ‘Parijs’
Landen moeten hun plannen aanscherpen als in februari blijkt dat te weinig gedaan is om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.