/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129030906-c0f25d.jpg)
De zeespiegel stijgt, Denemarken neemt een radicaal besluit: volledige evacuatie en opheffing van de natie. Het Deense land dat boven water blijft, wordt ’s werelds grootste windmolenpark. Afschrikwekkend voorbeeld is Nederland, dat koppig tegen het water bleef strijden tot het land bankroet ging en in chaos onder- en leegliep.
Als meer Europese kuststroken onder water komen te staan, volgt een enorme vluchtelingenstroom, vreest de Deens regering. Die kan je beter voor zijn. Het uitgangspunt van Families Like Ours is boeiend, zeker voor deltabewoners.
Nederland maakte in 2016 zelf een onbeholpen, zelfs belachelijke serie over het wassende water: Als de dijken breken . Daarin breken de dijken inderdaad, verzuipt de Randstad en beperkt de naar Amersfoort gevluchte regering zich tot handenwringen en somber uit het raam staren. Tegen Gods Wrake sta je immers machteloos: het betrof een serie van de EO.
Thomas Vinterberg watercalypse is een stuk beter, zij het niet briljant - en heeft totaal andere intenties. Vinterberg, dertig jaar geleden met Lars von Trier bedenker van de filmische ‘kuisheidsgelofte’ Dogme 95, wisselt ijzersterke speelfilms – Festen, Jagten , het met een Oscar bekroonde drankepos Druk – af met matiger, zij het zelden ondermaats werk. In die categorie valt Families Like Ours .
Het draait om Denen uit de hogere middenklasse en de elite die een toekomst in Europa moeten vinden nu hun land wordt ontbonden. Hun bestemming weerspiegelt een tweedeling: welgesteld en hoog opgeleid is welkom in West-Europa, armoelijder en uitkeringstrekker eindigen in een flatje ergens in Oost-Europa. Centraal staat de familie van Jacob, een kennelijk briljant architect die we slechts blunder op blunder zien stapelen - acteur Nikolaj Lie Kaas’ gelaat heeft iets onbenulligs, en dat talent benut hij hier ten volle.
Zo hoort Jacob al vroeg van het evacuatiebesluit en probeert hij op de valreep nog snel even zijn huis te verkopen: een zeer illegaal handigheidje. Jacobs stupiditeit blijkt erfelijk: zijn 17-jarige dochter Laura kan met pa en diens tweede vrouw naar Parijs om aan de Universiteit van Sorbonne te studeren, maar wil haar moeder Fanny – een overspannen journalist – niet in de steek laten: zij is veroordeeld tot Boekarest. Maar Laura eindigt na talloze warrige besluiten in Rusland.
Een irritant patroon van domheid domineert de eerste vier afleveringen van Families Like Ours . Zo is er ook de rijke Henrik en zijn man Nikolaj, een hoge ambtenaar. Henrik kampt met een toxische broer die hem in zijn landhuis zo bedreigt dat de opgefokte Henrik per ongeluk een moord begaat, waarna hij zich wentelt in een wat onbeholpen gedramatiseerd vertoon van berouw.
Vinterberg bezondigt zich hier aan gekunsteld melodrama, en zijn keuze om apocalyptische special effects te vermijden – soms zie je ergens een plasje water in een veld liggen – helpt niet: de zaken missen aanvankelijk dreiging en urgentie, de Deense evacuatie heeft iets heel lamlendigs. Je vraagt je dan ook af waarvoor die evacuatie nodig is: heuvelachtig Denemarken ligt voor een substantieel deel boven de dertig meter. Het gaat Vinterberg evenwel niet zozeer om de klimaatcrisis maar om de omgang met vluchtelingen, zo blijkt.
Het wassende water is vooral een excuus om Denen een koekje van eigen deeg te geven. Denemarken, zo trots zijn op zijn keiharde lijn tegen immigranten, maakt nu zelf mee hoe het is om vluchteling te zijn, onwelkom en met ongewisse toekomst. Is Denemarken eenmaal ontruimd, dan komt Families Like Ours goed op stoom.
Zo moet de onnozele Laura –Russen noemen haar Bambi– als illegaal zonder paspoort Polen zien binnen te komen en stuit het vriendje Elias, die haar wil ophalen, op gewelddadige vreemdelingenhaat. Vader Jacob brengt in Parijs door zijn impulsieve, gepriviligeerde gedrag zijn baan en werkvergunning in gevaar: de trotse sterarchitect moet smeken en bedelen. Een verwend volkje leert zo harde lessen over de echte wereld.
Een serie als deze zou best leerzaam voor Nederlanders, eveneens kanjers in zelffelicitatie. Zowel in Boekarest als Parijs moeten de Deense helden onderaan de ladder beginnen, met littekens, schaafplekken en eelt op de ziel. Dat heeft een zekere schoonheid, merkt iemand op: alles helemaal zelf moeten opbouwen.
Het soapachtige begin ten spijt: de tweede helft van Families Like Ours is zeker de moeite waard..