Vluchtelingenartsen helpen het VK uit de brand. ‘Dit land heeft mij zoveel gegeven, ik wil iets terugdoen’ Het Verenigd Koninkrijk komt duizenden artsen tekort. Tegelijkertijd zijn er heel wat vluchtelingen in het land met een medisch diploma.
In Manchester krijgen zij hulp om in Britse ziekenhuizen aan de slag te kunnen. Een situatie waarin iedereen wint: vluchteling, ziekenhuis én patiënt. H akan Sakar (44) had werkelijk geen idee wat hij had misdaan toen de politie hem acht jaar geleden in zijn geboorteland Turkije oppakte.
Hij weet nog goed: het was de dag dat zijn 1-jarige dochtertje haar allereerste stapjes zette. Tien jaar lang had hij vol toewijding als huisarts gewerkt in een stadje op het platteland tussen Istanbul en Ankara. Nu ging hij de gevangenis in.
Sakar vertelt het in het Salford Royal Hospital in de Britse stad Manchester. Hij is een tengere man met een vriendelijk gezicht en zachte stem: precies het type dat je graag als huisarts wil. “Turkije was ooit een democratie”, vertelt hij.
Maar na een mislukte couppoging in 2016 draaide president Recep Tayyip Erdogan de duimschroeven aan. Hij liet duizenden veronderstelde tegenstanders oppakken. Onder wie dus ook Sakar, die er overigens van overtuigd is dat Erdogan de coup zelf in scène zette.
Na anderhalf jaar kwam de huisarts tijdelijk vrij, in afwachting van zijn hoger beroep. Maar hij was er zeker van dat hij binnen afzienbare tijd terug de cel in moest. Een lagere rechtbank had hem tot zeven jaar veroordeeld.
Sakar besloot te vluchten. Samen met vele andere vluchtelingen begon hij aan een moeizame en gevaarlijke voettocht naar Griekenland. Daar aangekomen reisde hij door naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij politiek asiel aanvroeg.
Zijn gezin arriveerde twee maanden later. Ze werden samen ondergebracht in een hotel voor asielzoekers. Hij vond het er verschrikkelijk.
Toch was het daar dat Sakar van andere gevluchte artsen hoorde over Reache (Refugee and Asylum Seekers Centre for Healthcare Professionals Education). Dat is een herscholingsprogramma dat in het Verenigd Koninkrijk gearriveerde vluchtelingen met een buitenlands geneeskundediploma helpt hun oude beroep daar weer op te pakken. Het traint hen voor alle noodzakelijke Britse examens en helpt hen een registratie bij de Britse medische toezichthouder te verkrijgen.
Gemiddeld duurt het traject twee jaar, al verschilt dit per gevluchte arts. Het bestaat uit Engelse les en uit klinische oefeningen. Want het behandelen van patiënten in het VK werkt vaak anders dan in landen in het Midden-Oosten, Azië of Afrika.
Zo informeert een arts uit Jemen niet altijd automatisch naar iemands alcoholinname. Een vrouwelijke dokter uit Myanmar is meestal minder gewend een mannelijke patiënt naar zijn seksuele activiteit te vragen. Een arts uit Eritrea heeft waarschijnlijk nooit een transgender in zijn praktijk gehad.
En daar komt dus bij dat de consultatie in een andere taal moet. Vluchtelingenartsen moeten het Engels perfect beheersen. Niet elke patiënt weet helder uit te leggen wat er mis is.
Een dokter moet tussen de regels door kunnen lezen. Na de trainingen, examens en registratie doen de deelnemende artsen drie maanden praktijkervaring op in Salford Royal Hospital, waar Reache is gevestigd. Vervolgens krijgen ze hulp bij het vinden van hun eerste baan.
In 21 jaar tijd doorliepen al 612 artsen het met belastinggeld gefinancierde Reache-programma. Ook Sakar heeft net zijn laatste examens afgerond en kan zich als arts gaan registreren. Het VK heeft dokters als hij keihard nodig.
De publieke gezondheidszorgorganisatie NHS had volgens de medische vakbond BMA in september alleen al in Engeland en Wales ruim tienduizend artsenvacatures uitstaan. Het leidt tot ellenlange wachtlijsten in de zorg. Ruim zeven miljoen Britten wachten weken, maanden of soms zelfs ruim een jaar op een medische ingreep.
Het frustreerde Rula Hamad (36) dan ook diep dat zij de stethoscoop, die ze nu over haar fleurig gekleurde hoofddoek rond haar nek draagt, jarenlang moest missen. In 2012 studeerde ze af in geneeskunde aan de universiteit van de Syrische hoofdstad Damascus. Daarna begon ze aan haar specialisatie tot anesthesist.
Maar omdat ze tijdens de burgeroorlog medische noodhulp bood aan iedereen in haar wijk die dat nodig had, ook aan tegenstanders van het regime, werd haar situatie onveilig. Haar jongere broer, geneeskundestudent nog, was om hetzelfde ‘vergrijp’ al afgevoerd. Op de vlucht voor vervolging liep Hamad in 2015 vanuit Syrië via Turkije naar Griekenland – en vervolgens door naar Frankrijk.
In Calais verstopte ze zich achterin een vrachtwagen en stak het Kanaal over. Bij aankomst in het VK was ze er fysiek en mentaal slecht aan toe. Ze leed aan een posttraumatische stressstoornis.
Ze voelde zich eenzaam en kreeg op straat racistische opmerkingen naar haar hoofd. Mensen noemden haar bovendien een luie ‘uitkeringstrekker’. “Dat deed misschien nog wel de meeste pijn”, herinnert ze zich.
“Want ik wilde niets liever dan werken. Maar dat mocht niet.” Salih Suliman (38) uit Eritrea knikt instemmend naast haar.
Ook hij mocht de eerste zes jaar in het Verenigd Koninkrijk simpelweg niet werken. Zijn asieldossier was lange tijd ‘kwijt’, waardoor hij niet kon worden uitgezet maar evenmin een werkvergunning ontving. Ook moest hij, om bij Reache te kunnen beginnen, eerst zijn Engels op basisniveau krijgen.
Bovendien had hij vóór zijn vlucht uit Eritrea – ‘het Noord-Korea van Afrika’ – weliswaar de nodige werkervaring opgedaan in een Egyptisch ziekenhuis, maar na al die jaren gedwongen niet-praktiseren moest hij als arts veel opnieuw leren. Reache hielp hem daarbij. Bovendien vond Suliman, net als Sakar en Hamed, een gevoel van veiligheid en verwantschap binnen dat programma.
Ze kregen er steun van andere gevluchte artsen. En de vrijwilligers (veelal gepensioneerde Britse artsen) en stafleden assisteerden hen bij het vinden van onderdak, een laptop om op te werken, een maaltijd en soms een psycholoog om mee te praten. “Dokter-zijn vormt een groot deel van mijn identiteit”, zegt Hamad.
“Bij Reache leerde ik hoe ik weer mezelf kon worden.” Het kostte haar na haar examens nog acht maanden om haar registratie als arts rond te krijgen. Ook daarbij kreeg ze hulp van Reache.
“Als je je land ontvlucht, ben je bovenal bezig met je veiligheid, je denk niet meteen aan de duizend documenten die je mee moet nemen om je in het VK als arts te kunnen registreren”, grapt ze. Bovendien werkte de universiteit in Damascus, nauw verbonden aan het regime, niet bepaald mee bij het opsturen van diplomakopieën. Natuurlijk was de overgang in menig opzicht groot.
“Op het gebied van de vertrouwelijkheid van patiëntendossiers werkt het in het Verenigd Koninkrijk totaal anders dan in Syrië”, geeft Hamad als voorbeeld. Ook de interactie met patiënten is anders: minder autoritair. In veel landen moet de patiënt gewoon doen wat de dokter zegt.
In het VK proberen artsen alles uit te leggen. En een medische fout wegmoffelen is er uit den boze. Toch stelt Reache trots dat er in het 21-jarig bestaan nooit een klacht is ingediend bij de medische tuchtcommissie over een van de artsen uit het programma.
De in het buitenland opgeleide artsen voegen een hoop broodnodige diversiteit aan Britse ziekenhuizen toe. Het VK is immers geen land meer met uitsluitend witte patiënten. Bij zieken met een migratieachtergrond is het vaak nuttig om medische behandelaars met een vergelijkbaar cultureel verleden in te kunnen zetten.
Plus: de vluchtelingenartsen hebben doorgaans veel levenservaring. Hamad: “Weinig Britse geneeskundestudenten zijn ooit dakloos geweest, of hebben honger geleden”. En ook niet onbelangrijk: vluchtelingenartsen vormen een enorme besparing voor de belastingbetaler.
Het opleiden van een doorsnee Britse geneeskundestudent kost de staat 250.000 pond (300.000 euro).
De gemiddelde kosten die Reache per vluchtelingenarts maakt, zijn slechts een vijfde daarvan. “En dan heb je ook nog eens een arts met gemiddeld zeven jaar praktijkervaring”, zegt directeur Aisha Awan van Reache. In sommige gevallen kan de besparing zelfs nog verder oplopen.
Zo kwam ooit een Afghaanse chirurg bij Reache binnen die alleen maar wat extra taalles nodig had. Awan: “Dat scheelde zes jaar aan specialisatietraining: 750.000 pond.
Bespaard in drie maanden.” Het is bovendien een ethische manier om buitenlandse doktoren voor de NHS te rekruteren, benadrukt ze. Een derde van alle NHS-artsen in Wales en Engeland heeft geen Brits paspoort.
Maar waar het VK veel van die buitenlandse artsen met hogere salarissen weglokt uit ontwikkelingslanden, en zo dus in die landen een schadelijke braindrain creëert, zijn de vluchtelingenartsen die bij Reache aankloppen al in het land. “Zij hebben allemaal zeer goede redenen waarom ze hun land zijn ontvlucht”, zegt Awan. “Het komt praktisch niet voor dat hun asielaanvraag wordt afgewezen.
” Het weer aan het werk krijgen van vluchtelingenartsen is in ieders belang, stelt zij. Dat van de vluchtelingen zelf, dat van de Britse medische sector, van patiënten, van de Britse belastingbetaler en op termijn zelfs van hun vaderland. Want als daar ooit weer vrede en vrijheid terugkeren, zullen hoogopgeleide vluchtelingen moeten helpen hun land weer op te bouwen.
“Als wij vluchtelingenartsen geen kans geven hier te werken, is dat niet alleen een verspilling van sociaal kapitaal in het VK zelf, maar ook een wereldwijd verlies”, zegt Awan. “Zij zullen dan ook later nooit meer arts worden.” Suliman hoopt inderdaad ooit terug te gaan naar Eritrea.
Hij zou zijn land, onder een nieuwe regering, dolgraag helpen. Dat was ooit zelfs de reden waarom zijn vader, tegenstander van het huidige dictatoriale regime, hem stimuleerde om te gaan studeren. Hamad hoopt ooit iets te kunnen betekenen voor het Palestijnse volk van haar ouders.
“Maar eerst wil ik in het VK werken”, voegt ze daar direct aan toe. “Dit land heeft mij zoveel gegeven. Ik wil met mijn medische werk iets terugdoen.
” De Turkse huisarts Sakar geeft aan dat zijn ambities vooralsnog bescheiden zijn. “Ik wil slechts weer een goede dokter worden”, zegt hij. “Mensen beter maken.
” Hij kan niet wachten tot zijn medische registratie in het VK is rond. “Als je werkt, integreer je veel beter in de samenleving”, legt hij uit. “Je maakt dan sneller en makkelijker contact.
Met je collega’s, maar ook met je buren bijvoorbeeld.” Reache in Manchester is niet het enige begeleidingsprogramma voor vluchtelingenartsen die aan de slag willen in het Verenigd Koninkrijk. In de steden Londen en Middlesbrough, de Engelse plattelandsregio Lincolnshire en in Wales en Schotland bestaan soortgelijke projecten.
Sinds kort bestaan er ook in Nederland enigszins vergelijkbare initiatieven. Zij het op kleinere schaal. Want ook Nederland kan medisch opgeleide immigranten erg goed gebruiken bij het tegengaan van tekorten in de zorg.
Bovendien bevorderen zij de gewenste groei van de diversiteit binnen de zorg. Zo startte UMC Groningen in 2022 ‘Traject Nieuwkomers in hun kracht’. Dat programma helpt vluchtelingen en andere migranten met een buitenlands verpleegkundediploma en een verblijfsvergunning hun carrière een vervolg te geven binnen de Nederlandse zorg.
Het wordt momenteel uitgebreid naar andere ziekenhuizen in de noordelijke provincies. De hoop bestaat dat er op termijn geld vrijkomt om het programma ook in een aantal Randstedelijke ziekenhuizen te starten. En in oktober dit jaar rondden elf statushouders – afkomstig uit Afghanistan, Oekraïne, Iran, Syrië, Turkije en Jemen – als eerste groep het traject ‘Oriëntatie in de Nederlandse gezondheidszorg’ van UMC Utrecht af.
Zij kregen een half jaar lang ‘medische taalles, onderwijs over de Nederlandse gezondheidszorg en begeleiding bij het kiezen en maken van een vervolgstap’, legt programmamanager Fokie Huizenga uit. Het is een vervolg op een aanvankelijk Engelstalige zomercursus voor gevluchte medische studenten die UMC Utrecht in 2022 begon, nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak. Waar Reache zich puur op artsen richt, zijn bij UMC Utrecht allerlei soorten medische professionals welkom.
“De eerste groep bestond onder meer uit een verloskundige, een kinderarts, een oncoloog, een huisarts, een verpleegkundige en een fysiotherapeut”, zegt Huizenga. Komend jaar sluiten het St. Antonius Ziekenhuis en het Diakonessenhuis in Utrecht zich bij initiatief van UMC Utrecht aan.
De Britse nationale gezondheidsdienst NHS kan de golf aan omikronbesmettingen nauwelijks aan. De personeelstekorten zijn enorm en dat leidt tot noodsituaties. De problemen waren er ook al voor corona.
Toch zijn Britten bijzonder trots op hun zorgsysteem , dat gratis is voor iedereen..
Bovenkant