Strange Darling groeide in de VS uit tot een critic’s darling . Regisseur JT Mollner geeft inderdaad een verfrissende draai aan het slashergenre, maar zijn goocheltruc klinkt ook hol. JT Mollner Een jonge vrouw (Willa Fitzgerald) probeert in blinde paniek te ontkomen aan een woeste seriemoordenaar (Kyle Gallner).
Hij hanteert een reusachtig geweer, zij rent hulpeloos door het bos. Kat en muis, helder. Of is er meer aan de hand? Regisseur/scenarist JT Mollner maakt van meet af aan duidelijk dat alles in Strange Darling een beetje anders zal verlopen dan we gewend zijn.
“Een thriller in zes hoofdstukken”, verschijnt in het begin op het scherm. Waarna Mollner plagerig van wal steekt met hoofdstuk drie. De kijker midden in de actie droppen, nieuw is het natuurlijk niet – een veelgebruikte variant is die waarin een personage zich tot de kijker richt met de woorden: “Je vraagt je misschien af hoe ik hier ben terechtgekomen”, waarna de film de doldwaze weg tot dat punt reconstrueert.
Maar Mollner gaat verder, verhakselt zijn tijdlijn alsof hij Nolan en Tarantino een poepje wil laten ruiken, en zet de kijker daarmee voortdurend op het verkeerde been. Het is die narratieve acrobatie die van Strange Darling een bescheiden hype maakte in Amerika. Mollner houdt zijn kaarten dicht tegen de borst, en legt er met elk nieuw hoofdstuk eentje op tafel.
Net als in een spannend pokerspel kan de situatie daarmee telkens volledig keren. Je valt van de ene verbazing in de andere, niets is wat het lijkt. Wanneer JT Mollner geen films maakt, runt hij samen met zijn familie een gerenommeerd spookhuisbedrijf in Las Vegas.
Dat is aan Strange Darling te merken: dit is het filmische equivalent van een spannende pretparkattractie, een wilde rit die je van begin tot einde kriebels in de buik bezorgt. En eentje die nog mooi aangekleed is ook: “Volledig gedraaid op 35 mm”, bloklettert de begingeneriek trots, en de beelden zijn inderdaad om duimen en vingers bij af te likken. Waar de meeste slasherfilms opteren voor donker en grauw, is de gruwel hier vaak gedrenkt in warm zonlicht en dromerige kleuren.
Strange Darling wérkt, laat daar geen twijfel over bestaan. Maar in tegenstelling tot memorabele narratieve experimenten als Irréversible heeft de door elkaar geklutste vertelstructuur hier geen enkele emotionele of intellectuele impact. Haal de ingenieuze opbouw weg, en er blijft weinig van de film over.
Strange Darling is een en al vorm. Een perfect uitgevoerde trompe-l’oeil, maar ook niet veel meer dan dat. Door de spoiler-gevoelige aard van deze film is het moeilijk om inhoudelijke kritiek te geven, maar laat het ons hierop houden: Mollner geeft zijn verhaal een wending die je simpelweg kan zien als een verfrissend spel met horrorclichés, maar die evengoed te interpreteren valt als een flauwe afrekening met #MeToo, die net bepaalde kwalijke clichés over vrouwen bevestigt.
Strange Darling speelt vanaf 18/9 in de bioscoop. Geselecteerd door de redactie.
Vermaak