De wekelijkse biljartavond in Arti. We spelen op een ouderwets biljart, zonder gaten, de variant tien over rood: de witte bal met stip moet via de rode bal de andere witte bal raken. Na acht succesvolle stoten moet de negende carambole via drie banden.
En de tiende moet via een losse band. Ulli Jessurun d’Oliveira mag als oudste lid van acquit. In de slotpartij staan we allemaal op negen caramboles.
Inmiddels ligt de bal met stip midden op het laken, de rode bal rechts boven, de tweede witte bal vastgeklemd in de hoek links onder. Een onmogelijke bal dus, maar mijn keu weet beter. Door een raar contra-effect via de lange band raakt de stootbal de rode bal aan de linkerzijde en gaat vervolgens tergend langzaam op zoek naar zijn witte broer in de hoek.
Met een nauwelijks hoorbaar plofje komt het tweetal bij elkaar. De tiende over rood, mijn week kan niet meer stuk. Stilte voor de storm, die pas om 16 uur zal losbarsten, én voor het stormachtige programma van de komende dagen.
Ik benut de dag om de roman Black-out van Frans Thomése uit te lezen: een stemactrice van kleur veroorzaakt een dodelijk ongeval in villadorp Blankendaal, wat een enorme consternatie veroorzaakt in het overwegend witte ‘reservaat’. Genadeloos portretteert Thomése de bewoners achter hun ijzeren hekken en veiligheidscamera’s. Rijke mensen hebben het niet gemakkelijk, zeker niet als er emoties in het geding zijn.
Maar rouw en verdriet kunnen bestreden worden met een uitbundige begrafenis, voor iedereen te volgen via een livestream op RTV Blankendaal. En voor de nazorg kan men terecht bij een rouwcoach en een letseladvocaat. Ik verheug me op het gesprek dat ik zondag met oude kameraad Frans over zijn boek mag voeren.
Vandaag verschijnt mijn nieuwe Franstalige compilatie: de dubbel-lp J’aime les filles – The Yé-Yé Girls from Paris . ‘Zuchtmeisjes’ worden ze ook wel genoemd, maar daarmee doe je de Swinging Mademoiselles uit de jaren zestig te kort. In hun chansons hoor je naast de Engelse beat en de Amerikaanse rock-’n-roll ook nog een vleugje jazz en exotica.
Yé-yé is de benaming van die muziekstroming, die in korte tijd heel populair werd. Françoise Hardy, Sylvie Vartan en Jane Birkin werden wereldberoemd, met in hun kielzog een stoet van yé-yé-girls die vaak slechts met hun voornaam worden aangeduid: Cléo, Clothilde, Delphine, Elizabeth, Zouzou. Hun plaatjes zijn nu zeer gezocht in kringen van verzamelaars.
Op J’aime les filles staan er ruim dertig bij elkaar. De presentatie is in het Amsterdamse muziekparadijs Concerto, een zaak die een notering verdient op de Werelderfgoedlijst. Voor een massaal opgekomen, enthousiast publiek draai ik eerst een paar tracks van J’aime les filles met toelichting.
Daarna nemen de drie meiden van Zazi het podium over met prachtige vertolkingen van Jane Birkin’s ‘Nicotine’ („ Il est parti chercher des cigarettes ”) en ‘Comment te dire adieu’, een Vera Lynn-klassieker, door Françoise Hardy en Serge Gainsbourg in een hip jasje gestoken. De eerste exemplaren van de dubbel-lp reik ik uit aan de Nederlandse zangeressen op de plaat: Fleur en Bobbi, geheel in de Franse traditie zonder achternaam. Fleur (Floor Henkelman) heeft zojuist haar derde sixties-album uitgebracht, haar beste tot nu toe, Fille sauvage .
Bobbi is Margriet Planting die, buiten Zazi om, een hele elpee vol zong met eigen Frans repertoire, Un jour . Met Floor, Margriet, Dafne en Sabien (de twee andere meiden van Zazi) kies ik mijn fotomomentje. Oh wat zijn de vrouwen groot! Ik sta er een beetje tussen als een Rai Uno-presentator.
’s Avonds opnieuw in Arti, maar wat een verschil met dinsdagavond. Toen uitsluitend een handvol diep geconcentreerde schakers en het beschaafde geluid van klotsende biljartballen. Nu de opening van De Salon, waarin meer dan 200 leden hun recente kunstwerken tonen.
Ze zijn er allemaal, met aanhang. Tegen tienen worden de tafels met drinkebroers (en –zusters) aan de kant geschoven en starten Ron Tebbens en ik onze disco vanaf het veilig toegedekte biljart. We draaien uitsluitend 45-toerenplaten: rock-’n-roll, beat, soul, punk, new wave en hier en daar een zuchtmeisje.
De krioelende menigte komt in beweging, een swingende dansmix van krasse knarren en aankomende kunstenaars. Al om 10 uur op de tennisbaan met de vrienden van TIB (Tennis Is Bijzaak), de benen nog slap van de vorige avond. Bij de tweede bal ga ik onderuit.
’s Avonds in een diepe slaap gevallen in de trein naar Antwerpen. Om 8 uur ontwaakt in mijn hotelkamer in de Antwerpse diamantwijk. Snel gedoucht en daarna vastgelopen in het ondoorgrondelijke gangenstelsel van het hotel, waar de lift bleek uitgeschakeld.
Via de nooduitgang en een deur ‘alleen voor servicemedewerkers’ uiteindelijk ontsnapt richting de Campus Opera in de Jezusstraat. Daar vindt de 53ste aflevering plaats van Lezen op Zondag, georganiseerd door mijn vriend Cyriel Van Tilborgh, oud-bankier en voorzitter van het Willem Elsschot Genootschap, het WEG. Als een ware Boorman [personage uit Elsschots tweedelige roman Lijmen/Het been 1923/1938] weet hij driemaal per jaar zo’n 120 gasten te verzamelen, die graag 85 euro betalen voor een van spijs en drank voorziene literaire eredienst op de zondagochtend.
Met slechts een glas champagne op de nuchtere maag interview ik de beminnelijke Frans Thomése, waarna ik mij overgeef aan het ‘sprankelend ontbijtbuffet’. Na de pauze is het de beurt aan Rick de Leeuw. Sinds zijn verhuizing naar Belgisch Limburg is hij een echte BV’er geworden.
Één vraag van mijn kant volstaat om hem een half uur durende conference te laten opvoeren over zijn historische roman De verdwijning van Peter Treckpoel en Het grote ontbreekwoordenboek . Na afloop overleg ik met Cyriel over de op handen zijnde uitgave van Het Wereldtijdschrift van Willem Elsschot, de facsimile-editie van alle teruggevonden exemplaren van het fameuze tijdschrift dat model heeft gestaan voor het Algemeen Wereldtijdschrift in de romans Lijmen en Het Been . Het wordt, na 25 jaar, de laatste van meer dan honderd uitgaven van het WEG , ‘het koninginnenstuk’.
Komende week kunnen wij met een gerust hart het genootschap feestelijk gaan opheffen..
Vermaak
Vic van de Reijt stelde muziekalbum met Franse ‘zuchtmeisjes’ samen. ‘Ik sta er een beetje tussen als een Rai Uno-presentator’
Vic van de Reijt bracht muziek van ruim dertig Franse yé-yé-zangeressen, zoals Françoise Hardy en Jane Birkin, samen op een album. „De krioelende menigte komt in beweging, een swingende dansmix van krasse knarren en aankomende kunstenaars.”