Verdrag tegen huiselijk geweld CN in 2026

Van onze correspondentDen Haag - Het Verdrag van Istanbul zal op z’n vroegst in 2026 gaan gelden voor Caribisch Nederland (CN). Voordat het zover is moeten er volgens minister David van Weel (VVD) van Justitie en Veiligheid (J&V) nog een aantal zaken geregeld worden. Dit antwoordt hij op vragen van Tweede Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen (VVD).Lees meer...

featured-image

Van onze correspondent Den Haag - Het Verdrag van Istanbul zal op z’n vroegst in 2026 gaan gelden voor Caribisch Nederland (CN). Voordat het zover is moeten er volgens minister David van Weel (VVD) van Justitie en Veiligheid (J&V) nog een aantal zaken geregeld worden. Dit antwoordt hij op vragen van Tweede Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen (VVD).

Michon wilde van de minister weten wat de stand van zaken is van het verdrag inzake voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul) en het toewerken naar medegeldigheid van dit Verdrag voor CN. Volgens Van Weel treft het kabinet momenteel samen met de openbare lichamen voorbereidingen voor bekrachtiging voor CN, in lijn met de motie Ceder. ,,De stand van zaken is als volgt: de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in het ‘Bestuursakkoord aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling’ met de openbare lichamen afspraken gemaakt over het inrichten en versterken van de aanpak op Bonaire, Saba en Sint Eustatius”, aldus Van Weel.



Het betreffende Bestuursakkoord waarin dit is vastgelegd loopt tot en met 2024. Met het ontwerpbesluit ‘maatschappelijke ondersteuning en bestrijding huiselijk geweld en kindermishandeling CN’, dat op 8 juni 2023 aan de Kamer is voorgelegd, zet het ministerie van VWS volgens Van Weel een aantal voor de toepassing van het Verdrag van Istanbul in CN belangrijke stappen. De inwerkingtreding van dit besluit is voorzien voor 1 januari 2025.

De voorbereidingen daarvoor zijn inmiddels in volle gang. De openbare lichamen zetten intussen kleine stappen om gendersensitiviteit te bevorderen, zo laat Van Weel weten. ,,De tweejaarlijkse werkconferentie No Mas, No more die VWS samen met de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk en met de openbare lichamen organiseert, vindt in 2025 plaats op Sint Maarten.

Tijdens de conferentie op Curaçao in 2023 zijn samenwerkingsafspraken gemaakt die de aanpak in het Caribisch gebied verder moeten bevorderen.” De staatssecretaris van VWS bereidt momenteel een vervolg voor op het eerdergenoemd Bestuursakkoord. In het najaar van 2024 zal samen met de openbare lichamen besloten worden hoe de samenwerking na afloop van het huidige Bestuursakkoord vormgegeven wordt.

Daarnaast wordt in opdracht van de staatssecretaris van J&V en de staatssecretaris van VWS een werkproces voor het tijdelijk huisverbod CN vormgegeven. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre de randvoorwaarden op de eilanden aanwezig zijn om een doeltreffende inzet van het tijdelijk huisverbod mogelijk te maken en in hoeverre een wettelijke regeling voor de uitvoering van het tijdelijk huisverbod in CN noodzakelijk is. Het concept-werkproces wordt dit najaar met de openbare lichamen en de betrokken uitvoeringsorganisaties besproken.

Parallel hieraan worden de bredere (beleids)maatregelen en aanvullende uitvoeringswetgeving, inclusief de financiële consequenties, die nodig zijn voor de aanvaarding van het Verdrag van Istanbul voor CN, in kaart gebracht. ,,Het kabinet verwacht het Verdrag van Istanbul voor CN op zijn vroegst in 2026 te kunnen aanvaarden, mede afhankelijk van de voortgang van het benodigde beleids- en wetgevingstraject.”.