/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129279724-f0f77d.jpg)
Het maken en delen van foto’s en filmpjes van slachtoffers van ongelukken of geweld moet strafbaar worden, vinden GroenLinks-PvdA en CDA in de Tweede Kamer. De twee fracties kwamen dinsdag met een aangescherpt wetsvoorstel om onnodig leed bij slachtoffers en hun nabestaanden te voorkomen, en om online „sensatiezucht” tegen te gaan. Kamerleden Derk Boswijk (CDA) en Songül Mutluer (GroenLinks-PvdA) pleiten voor een geldboete van 9.
000 euro en een maximale gevangenisstraf van één jaar voor de eerste persoon die dergelijke beelden van slachtoffers deelt. Drie vragen over dit wetsvoorstel, waar al jarenlang in Den Haag aan wordt gewerkt. Het idee kwam zeven jaar geleden van CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg: passerende automobilisten maakten toen beelden van een ernstig ongeluk op de A58.
Er kwamen wel preventiecampagnes tegen het ‘exposen’ van slachtoffers, maar het duurde tot 2023 totdat het tot een initiatiefwet kwamen. De Raad van State was kritisch over het maatschappelijke draagvlak voor zo’n verbod, en vroeg zich af of het strafrecht hier gepast was. Volgens GroenLinks-PvdA-Kamerlid Mutluer moet het wetsvoorstel opnieuw opgepakt worden, omdat het delen van beelden van slachtoffers nog steeds „moreel verwerpelijk” is.
„Mensen realiseren zich niet wat de impact is van hun acties.” CDA-Kamerlid Boswijk benadrukt dat preventiecampagnes niet voldoende zijn gebleken, en dat strafbaarstelling nodig is. „Het is nu en-en”, zegt hij, verwijzend naar het wetsvoorstel.
Het intensieve smartphonegebruik van tegenwoordig maakt het probleem volgens Boswijk „alleen maar erger”. Recente cijfers over het aantal verzoeken tegen beeldverspreiding zijn er volgens politie niet. „Strafrecht geeft ons wel goede handvatten om op te treden”, aldus een woordvoerder van de landelijke politie die het wetsvoorstel „sympathiek” noemt.
De Raad van State uitte eerder twijfels over de bescherming van burgerrechten, zoals de vrijheid van informatieverspreiding. Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), waarschuwt voor een „ chilling effect ”, waarbij bijvoorbeeld persfotografen terughoudend worden en de persvrijheid onder druk komt te staan. „Straks mogen journalisten niet meer in de openbare ruimte hun werk doen”, zegt hij.
Met dit wetsvoorstel zou bijvoorbeeld de foto van de vermoorde regisseur, tv-maker en interviewer Theo van Gogh in 2004 nooit openbaar zijn gemaakt, denkt hij. Een gruwelijk, maar journalistiek beeld. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Mutluer begrijpt de zorgen en wil die bij de evaluatie van de wet over vijf jaar bespreken.
Zij benadrukt dat het wetsvoorstel zich richt op eerstegraads delers en journalisten buiten beschouwing moet laten. De Raad van State had eerder ook kritiek op de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Heeft de politie wel voldoende bevoegdheden om een verbod op het delen van foto’s en filmpjes te handhaven? „Om die reden hebben we ervoor gekozen het wetsvoorstel te richten op alleen de éérste persoon die het beeldmateriaal deelt”, legt Boswijk uit.
De twee Kamerleden hopen in goed contact met de Politiebond de wet uitvoerbaar te houden. Juist het strafrecht moet de politie ruimere bevoegdheden geven, om bewijzen te vergaren en verdachten op te kunnen sporen, zegt een woordvoerder van de politie. NVJ-secretaris Bruning vreest echter dat journalisten het risico lopen om zo vervolgd te kunnen worden.
„De journalistiek blijft een open beroep, en dat onderscheid zal in de praktijk heel moeilijk controleerbaar zijn”, aldus Bruning..