Van makkelijke rotzooi naar ‘de nieuwe literatuur’: 1999 was een kanteljaar voor de televisieserie

featured-image

Het gouden tijdperk van de televisieserie begon in 1999, dat opmerkelijke jaar in de geschiedenis van de populaire cultuur. Maar hoe ligt het landschap er 25 jaar na de eerste aflevering van The Sopranos bij? Kunnen we Peak TV doodverklaren? Helemaal aan het begin van de Golden Age, de gouden periode voor televisie, ook wel Peak TV of Prestige TV , bevinden we ons in de wachtkamer van een psychiater. Een man kijkt onzeker om zich heen en zijn blik blijft even rusten op een klassieke sculptuur van een naakte vrouw.

Het gebeurt niet vaak dat we het begin van een tijdperk zo precies kunnen markeren, maar deze scène was voor het eerst op televisie te zien op 10 januari 1999. Het einde van dit tijdperk is een heel ander verhaal, zoals we zullen zien. Zomerreeks 1999 Hoe ziet het culturele landschap eruit vlak voor de eeuwwisseling? Welke albums, programma’s en films vieren dit jaar hun 25ste verjaardag? In deze reeks blikt De Morgen een kwarteeuw terug.



Je kunt Peak TV nog zo vaak doodverklaren, of er een ander label aan hangen, streaming wars bijvoorbeeld, of Mid TV , we gaan het nooit meer zo eens worden als over dit begin, toen maffiabaas Tony Soprano (James Gandolfini) zich voor zijn eerste consult meldde bij dokter Melfi (Lorraine Bracco). In die eerste korte ontmoeting is meteen duidelijk welke kloof er gaapt tussen deze academische vrouw en de man die meldt dat hij een waste management consultant (afvalbeheeradviseur) is, wat hier in deze setting in New Jersey een kristalhelder eufemisme is voor iemand die zich in de onderwereld begeeft. En al heb je die openingsscène van The Sopranos tien keer gezien, elke keer valt weer op wat een fenomenale acteur Gandolfini (1961-2013) toch was.

Als acht jaar en 86 afleveringen later dan eindelijk het doek valt voor The Sopranos , in een slotscène die tot op de dag van vandaag druk wordt besproken, dan is hij nog steeds diezelfde Tony, een man die laveert tussen zijn misdaad- en zijn daadwerkelijke, eigen familie. “Kijk, het is voor mij onmogelijk om met een psychiater te praten”, zegt hij tegen Melfi. Het is een verkapt dreigement; als dit zou uitlekken dan zou zijn reputatie bij zijn eigen clan en, erger nog, bij zijn vijanden, geruïneerd zijn.

Maar ja, daar staat tegenover dat hij ging hyperventileren toen hij ontdekte dat de trouwe eenden in de achtertuin het zwembad hadden verlaten en verder waren getrokken. Maak ervan wat je wilt, maar die eenden hebben veel in beweging gezet. Zoek in de afbeeldingenfunctie van Google maar naar ‘Tony Soprano’ en ‘ducks’ en je komt terecht in een labyrint van aangrijpende huisvlijt (aquarel, collages) waarin mensen op zoek zijn naar de eendvormige leegte in hun eigen leven.

In de jaren dat The Sopranos werd uitgezonden (en bekeken werd op dvd) werd het al bezongen als de beste en invloedrijkste televisieserie ooit, tot op de dag van vandaag eigenlijk, in een canon die met kleine variaties en particuliere voetnoten, vast lijkt te liggen. In veel lijsten treffen we naast The Sopranos ook The Wire (2002-2008) en Breaking Bad (2008-2013) aan, eventueel aangevuld met prequel Better Call Saul (2015-2022) en Succession (2018-2023). Drie van deze series komen van de Amerikaanse kabelproducent HBO, die eind jaren 90 prestigedrama presenteerde onder de trotse slogan ‘ It’s not TV’ .

HBO was een producent en een kanaal met een heel ander verdienmodel (abonnementen) dan de reguliere Amerikaanse netwerken, die inkomsten verwierven met de verkoop van reclamezendtijd. Elke aflevering van het reguliere seizoen van de gemiddelde serie werd opgedeeld in een aantal aktes, die op de Amerikaanse markt werden aangevuld met eindeloze reclameblokken. Hoe hoger de kijkcijfers, hoe hoger de opbrengsten.

Verder mocht er niet gevloekt worden, was seks keurig met de lakens tot de kin opgetrokken en was de lijst met taboeonderwerpen aanzienlijk. Je kon rustig afleveringen van je favoriete serie missen, want elke aflevering was een afgerond verhaal in een vertrouwde omgeving (‘where everybody knows your name’). The Sopranos van showrunner David Chase sloeg, met behulp van HBO, radicaal een andere richting in.

Gedurende een aantal seizoenen creëerde hij een complexe wereld van tientallen rollen en hyperrealistische locaties met onderlinge relaties die zich zelden voorspelbaar ontwikkelden, al was het maar omdat er nogal eens iemand gewelddadig aan zijn einde kwam. In hun televisiejaaroverzicht van kerst 1999 rekende The New York Times dat eerste seizoen van The Sopranos al tot de hoogtepunten van “de laatste jaren” en een “buitengewoon kunstwerk dat intelligent en gewaagd genoeg is om sympathie op te wekken voor een koelbloedige moordenaar”. Wat de Times nog niet kon weten, was dat het tijdperk van de gemankeerde, moreel dubieuze held was begonnen, van scheikundeleraar en drugstycoon Walter White (Breaking Bad) tot aan bastaard en troonpretendent Jon Snow (Game of Thrones).

Sleutelwoord in de omschrijving van de Times is het woord ‘kunstwerk’, dat voor 1999 zelden of nooit voor voor televisie werd gereserveerd. Vanaf The Sopranos werd ook televisie- of seriekritiek een heel nieuw vak, waarin critici zonder terughoudendheid series gingen vergelijken met de grote romanoeuvres uit de 19de eeuw. Want was het Baltimore van David Simon uit The Wire niet een moderne versie van het Londen van Charles Dickens? It’s not TV , inderdaad.

De Amerikaanse televisiecriticus James Poniewozik schreef dat de gangbare opvatting dat televisie rotzooi fabriceerde in korte tijd werd vervangen door het idee dat televisie ‘de nieuwe literatuur’ was. Was hiermee de reguliere televisieserie doodverklaard? Bepaald niet, want net als het filmjaar was ook televisiejaar 1999 bijzonder. In september van dat jaar werd de eerste aflevering van The West Wing (1999-2006) uitgezonden, een serie van Aaron Sorkin over de fictieve democratische president Josiah Bartlet (Martin Sheen) en zijn staf, die in de westvleugel van het Witte Huis zijn ondergebracht.

Sorkin creëerde hiermee een soort schaduwpresidentschap, in eerste instantie ook een commentaar op het door schandalen geplaagde regime van Bill Clinton. De gelovige moralist Bartlet, bepaald geen gemankeerde held, was de ideale tegenhanger voor de in politiek teleurgestelde kijkers, die zich wekelijks konden wentelen in de briljante dialogen die Sorkin schreef voor de uitmuntende cast. In The West Wing waren het land en de wereld een uur per week in goede handen.

1999 was ook een jaar van een aantal inmiddels klassieke tekenfilmseries op televisie, tot op de dag van vandaag populaire titels. SpongeBob SquarePants , Family Guy en Futurama zagen allemaal het licht in 1999, de laatste twee series gericht op een nieuw volwassen publiek voor cartoons. Futurama , over een pizzabezorger die per abuis wordt ingevroren en ontwaakt op 31 december 2999, duizend jaar in de toekomst, was duidelijk geïnspireerd door het ogenschijnlijke sciencefictionjaar 2000, dat in 1999 boven ieders hoofd hing als een ongedefinieerd toekomstvisioen.

Begin dit jaar werd David Chase, de man achter The Sopranos en een van de aanstichters van Peak TV, geïnterviewd vanwege de 25ste verjaardag van de eerste aflevering van zijn serie. Hij had geen zin in een feestrede. Als het hem betrof was het tijd om het hele idee van Peak TV te begraven.

De vrije hand die hij ooit van HBO had gehad was vervangen door de dictatuur van het algoritme op de vele streamingdiensten. Netflix werd op 16 januari 2006 gelanceerd. “We gaan terug naar waar we vandaan kwamen”, inclusief de dreigende terugkeer van reclame, aldus Chase.

Het hele idee van Peak TV als een hoogtepunt in de kwaliteit van series was langzamerhand vervangen door de overproductie van de s treaming wars , de benaming voor de intense concurrentie van oude en nieuwe mediabedrijven, die Netflix op de hielen zaten. Tientallen miljarden werden er in 2021 en 2022 aan series uitgegeven, in de strijd van een aantal oude mediabedrijven (Warner en Disney) en Netflix tegen economische reuzen als Amazon (Prime Video) en Apple (Apple TV+), die series en films er vooral voor de prestige bijdeden. In 2022 waren er naar schatting ruim zeshonderd nieuwe series te zien.

En het kan best zijn dat daar schitterende dingen bij zaten, maar wie had nog de tijd, of het overzicht? Niet alleen ons kijkgedrag raakte versplinterd, met al die nieuwe titels, maar ook het gesprek en de gedeelde kijkervaring leken verdwenen. Heel af en toe brak er nog wel eens wat doorheen, maar dan moest het wel op Netflix staan. Bridgerton , Squid Game , Baby Reindeer en Stranger Things zijn populair, maar behoren ze tot de canon? Was het laatste jaartal in het postuum van Peak TV niet eigenlijk 2022 (slotaflevering van Better Call Saul) of 2023 (het slot van Succession)? Geen kwaad woord over superieur tijdverdrijf, maar welke series laten ons nog anders naar de wereld kijken? Eind april dit jaar schreef James Poniewozik, de televisierecensent van The New York Times , een essay onder de titel ‘Het comfortabele probleem van Mid TV’.

Het door hem benoemde nieuwe tijdperk van Mid TV kenmerkte zich volgens hem door het inruilen van ambitie voor betrouwbaarheid: “Televisie is zo langzaam lauwwarm geworden dat u het wellicht nog niet eens in de gaten heeft.” In een overvolle markt heeft niemand meer tijd om in een serie te groeien. Series moeten met de deur in huis vallen en vertrouwde, herkenbare ingrediënten bevatten.

En dan kun je dus niet een heel universum bouwen op een paniekaanval over een stel verdwenen eenden, waar we het 25 jaar later nog steeds over hebben. Het bewijsmateriaal van Poniewozik bestaat onder meer uit de loopbaan van aantal acteurs die ooit verbonden waren aan het beste wat het medium te bieden had en nu waren terechtgekomen in series waarvan je, volgens hem, hoogstens kon zeggen dat ze ‘niet slecht’ waren. Idris Elba bijvoorbeeld, een van de onvergetelijke hoofdrolspelers uit The Wire (HBO), die nu in vaardige actieseries als Hijack (Apple TV+) opduikt.

Of Keri Russell, een Russische spion in het geweldige The Americans (2013-2018), die met The Diplomat (Netflix) de hoofdrol in een soort spionnenromcom speelde. De ideale serie in de Mid TV-periode werd door een leidinggevende figuur bij Netflix waarderend omschreven als een ‘gourmet cheeseburger’. Kortom, echt prima (voor een cheeseburger).

Het is misschien ook het verschil tussen het rauwe oorlogsdrama Band of Brothers (HBO, 2001) en het glossy Masters of the Air (Apple TV+, 2024) van dezelfde producenten, maar duidelijk gemaakt in een andere tijd. Het online magazine Slate beschreef het huidige serielandschap als een wereld waarin je zo verwend wordt met sterren, budget, locaties en gelikte cinematografie dat je soms zes of zeven afleveringen nodig hebt om vast te stellen dat de serie nergens heen gaat: “De meeste shows gaan tegenwoordig over extreem aantrekkelijke mensen die hun werk heel goed doen en vervolgens ontspannen met heel aantrekkelijke seks.” Deze grotendeels Amerikaanse consensus over het einde van een tijdperk dat in 1999 begon, verdient wat kanttekeningen.

Neem de seriecanon, waarvan de top, met kleine variaties, in marmer gehouwen lijkt. Het zijn drama’s over morele odyssees van gemankeerde personages (grotendeels mannen van middelbare leeftijd) die hun omgeving meeslepen in hun doorgeschoten ambitie en hun falende karakter. Zo worden ze niet meer gemaakt inderdaad; laat staan 86 episodes over een scharrelaar die de boel een beetje bij elkaar probeert te houden in de onderwereld van New Jersey.

Producent HBO, die met The Sopranos destijds het bestaande model opblies, is inmiddels onderdeel van HBO Max, dat een enorm pakket aan Mid TV op ons heeft losgelaten. De nieuwe serie-economie dwingt ze er toe. Het overaanbod ontneemt ons (de kijkers) ondertussen het zicht op heel veel hele goede series, die ondanks hun kwaliteit niet promoveren tot het gesprek bij de koffieautomaat, zoals Game of Thrones dat ooit deed.

Er is iets voor te zeggen om Apple TV+ de opvolger van het oude HBO te noemen, met baanbrekende series als Dickinson , Slow Horses , Severance en For All Mankind. En al winnen ze prijzen en vragen fans zich wanneer in hemelsnaam dat tweede seizoen van Severance opduikt, ze maken nauwelijks deel uit van het gesprek van de dag. Te weinig mensen kijken naar de Apple-dienst, de enige plek waar deze series te zien zijn.

Maar ze bestaan dus wel, is hier het punt. Dit Amerikaanse perspectief ontneemt ons het zicht op wat er in de rest van de wereld ondertussen is gebeurd. Neem alleen al het Scandinavische drama met, inmiddels, klassiekers als het Deense Borgen (2010-2022), het Zweeds-Deense The Bridge (2011-2018) en het Noorse Exit (2019-2023).

Peak TV of ‘Peåk TV’ is daar helemaal niet voorbij. Geselecteerd door de redactie.