Van de charme van Sonja Barend is in de theaterbewerking van haar leven weinig terug te zien

Toneelgroep Maastricht maakt een voorstelling over het leven van Sonja Barend. De gevierde presentatrice van praatprogramma’s worstelde met de vraag wie haar vroeg overleden vader was.

featured-image

Een kwart eeuw was Sonja Barend een zeer geliefde presentatrice van naar haar vernoemde praatprogramma’s. Ze werd uiteindelijk ‘de koningin van de talkshow’ genoemd en niet voor niets is de vakprijs voor het beste televisie-interview naar haar genoemd. Nadat ze twintig jaar geleden van de buis verdween, schreef ze haar memoires, in Je ziet mij nooit meer terug .

Die richten zich niet op haar tv-werk, maar op de gevolgen van de vroege dood van haar vader, die door de nazi’s werd vermoord. Het niet kennen van haar vader en het zwijgen van haar moeder liet haar met veel vragen achter. Die twee geheel verschillende verhalen, de twijfels in het privéleven en de glans van het openbare leven, tracht Toneelgroep Maastricht, in de regie van Servé Hermans, bij elkaar te brengen in de voorstelling Sonja .



Zonder veel succes, want de twee verhaallijnen zitten elkaar alleen maar in de weg. Delen die zich afspelen op de redactie en stukjes uit beroemde interviews wisselen af met gesprekken met de geest van de vader en haar zieke moeder, maar staan steeds op zichzelf. Het centrale idee is dat Sonja iedereen elke vraag durfde te stellen, maar dat ze de vragen over haar vader niet aan haar moeder durft te stellen.

Maar waarom dat is en hoe dat komt, blijft schimmig. De moeder kapt haar vragen af, maar Sonja dringt ook niet erg aan. Terwijl ze, in een beroemd geworden interview, Pim Fortuyn onbevreesd het vuur aan de schenen legt.

Beide kanten van haar persoonlijkheid komen er bekaaid af. Als je dat interview uit 1999 met Fortuyn terugkijkt, zie je meteen hoe gedreven, slim, schalks en levendig de echte Barend kon interviewen. Van die overweldigende charme is in de vertolking van Sonja door Angela Schijf helaas weinig terug te vinden.

Hoewel Stefan de Walle en Chava voor in ’t Holt in diverse rollen vruchtbaar tegenspel bieden, blijft haar optreden afstandelijk en effen. Terwijl onder meer de verstoorde relatie met haar stiefvader toch boeiend materiaal oplevert. Alleen als Sonja zich een keer laat gaan en de geest van de vader uitlegt dat ze wil weten wie hij was, hoe hij rook en of ze het samen hadden kunnen vinden, klinkt er iets van emotie door in haar stem.

Tekstschrijver Vincent van der Valk tracht dynamiek aan te brengen door allerlei meta-ingrepen, zodat De Walle bijvoorbeeld behalve dode vader ook verteller wordt. Zijn les is dat je van het leven zelf een verhaal moet maken, want de waarheid laat zich niet achterhalen. „ Zoals het gegaan is , bestaat niet”, zegt hij.

De kunstgrepen doen vooral machteloos aan, en versterken het gevoel dat de makers niet weten wat ze willen met deze voorstelling..