Van Aert slaagt voor eerste examen: ‘Ik deed meteen mee om tweede te worden’

featured-image

De rentree van Wout van Aert zorgde in Loenhout voor een toeschouwersrecord. ‘Het kabaal toen ik de openingsronde op kop reed deed deugd’, zegt de Vlaamse chouchou, die uiteindelijk als vierde eindigde. Zes dagen na de intrede van Mathieu van der Poel was het in Loenhout de beurt aan Wout van Aert.

De volkstoeloop was immens. “Toen Van Aert donderdag zijn start had bevestigd, steeg onze voorverkoop nog met 4.000 tickets”, zegt Christophe Impens van organisator Golazo, die een toeschouwersrecord (kampioenschappen niet meegerekend) boekte: 15.



500. De aanschuiftijden aan de kassa’s liepen op tot dertig minuten. De wachtende meute kon zich vergapen aan het wagenpark van Visma-Lease a Bike.

De gele bus, camion en twee bestelwagens stonden pal voor de hoofdingang geposteerd. Heb je bij Van der Poel het gevoel dat hij de cross overstijgt – arriveren in een oranje Lamborghini, na Gavere een sluipweg inclusief politie-escorte om de bus te bereiken en zondagochtend met een privévliegtuig naar Besançon – dan is het bij Van Aert zoals thuiskomen bij zijn eerste grote liefde. “Ik heb hier lang naar uitgekeken”, zegt hij.

“Toen ik maandag forfait moest geven door ziekte was dat echt met een shitgevoel.” Van Aert was de uren voor de start in Loenhout rotnerveus. “Niet alleen voor de prestatie.

Er komt veel op je af, zeker de technische kant.” Het verschil tussen de twee zit hem niet in de bereikbaarheid of aaibaarheid. Ook Van der Poel deed na zijn verkenning in Gavere mee aan een spelletje bijtende krokodil voor de sociale media van de organisatie.

Maar je hoeft de kleinzoon van Raymond Poulidor niet uit te leggen dat de chouchou niet noodzakelijk de beste is. “Wout brengt altijd een pak extra volk mee naar de cross”, zegt Van der Poel. “In het wiel van Wout door die massa rijden zorgde echt voor kippenvel”, aldus Thibau Nys.

Van Aert startte fel. “Het kabaal toen ik de openingsronde op kop reed deed deugd.” Lang kon hij dat niet volhouden.

“Toen Mathieu versnelde, maakte ik enkele technische fouten. Nadien probeerde ik nog naar hem toe te rijden, maar hij was al buiten schot”, zegt Van Aert. “Het was absoluut niet mijn bedoeling om hier een duel van te maken.

Mathieu steekt er ver bovenuit. Ik ben heel tevreden hoe het is gegaan, ik deed meteen mee om tweede of derde te worden.” Van Aert had effectief op het podium kunnen staan.

Hij trok met Laurens Sweeck en Nys de slotronde in, tot Nys hem in een bocht met een heerlijk manoeuvre passeerde. “Ik reed aan de buitenkant en daar hing een toeschouwer volledig over het parcours die ik niet kon ontwijken. Jammer, maar Thibau treft geen enkele schuld.

” Het belangrijkste aan de schuiver was dat er geen schade was. Zijn rechterknie is dan wel fit verklaard om te fietsen en te lopen, volgens Van Aert zijn de spieren in die knie nog gevoelig en is niet elke rekkende beweging van harte. “Het enige wat bij die schuiver werd aangetast, is zijn ego”, zegt ploegleider Jan Boven, die na amper twee crosstrainingen veel technische fouten zag bij zijn poulain.

Van Aert beaamt: “Het begon al bij de start. Het duurde lang eer ik in mijn klikpedaal zat.” Vorige winter kon Van Aert alleen in Benidorm wedijveren met Van der Poel, en hem ook verslaan.

Toen was zijn aanloop anders. Hij lag amper twee weken stil na het wegseizoen en begon half oktober de trainingen. Dit jaar lag hij na zijn val in de Vuelta twee maanden stil om begin oktober te hervatten.

“Op stage waren mijn parameters niet slecht, maar ik herstel nog niet snel genoeg. Het is balanceren om niet te veel te doen.” Het is ook de reden van zijn beperkte crosskalender.

“Mocht ik echt goed in vorm zijn, dan zou ik elke cross van de kerstperiode willen rijden. Maar ik voel dat de vorm niet is zoals de voorbije jaren, dus het heeft weinig zin om tien crossen te rijden. Dan zou ik slechter worden en dat is niet de bedoeling.

” Het doel is om van elke cross beter te worden. “Het was voor het eerst in maanden dat ik nog eens een uur tegen mezelf heb gevochten. Als je op training een blokje van vijf minuten fietst, dan verlang je ernaar om na die vijf minuten de powermeter af te drukken, maar in de cross beslist de voorganger hoe hard het gaat.

Ik kan zeggen dat het nog even zwaar is zoals het altijd is geweest.” Volgens trainer Mathieu Heijboer, aandachtig toeschouwer in Loenhout, is dat tragere herstel niet verontrustend. “Wout heeft pas recent de intensieve trainingen opgepakt.

Hij is nog in opbouw en het is even wennen voor het lichaam. Deze wedstrijden zullen helpen om dat herstelvermogen te stimuleren.” Van der Poel rijdt de komende week met Besançon, Baal en Koksijde nog drie crossen.

Van Aert gaat er zeven dagen tussenuit. Hij trekt niet naar de Spaanse zon, maar blijft in België. Op 4 en 5 januari staan met Gullegem en Dendermonde twee crossen na elkaar op de planning.

Heijboer: “Dat is bewuste overload. In de dagen voordien zullen we minder trainen om dan nadien op stage in Spanje weer lange duurtrainingen af te werken.” Een trainingsweek van dertig uur is nu niet aan de orde.

“Dat is niet raadzaam in natte en koude omstandigheden. Nog eens ziek vallen is uit den boze”, zegt Heijboer, die zich geen zorgen maakt richting de klassiekers. Van Aert: “De aanpak van vorig jaar kopiëren richting het voorjaar is niet meer mogelijk, maar het idee wel.

Een aanpak waar er steeds meer training bij komt en zo stap voor stap beter worden.” Geselecteerd door de redactie.