Vandalen hebben schade aangebracht aan de Ukkelse brasserie Le Pilea. Vermoedelijk zijn de daders klanten die zijn teruggekeerd nadat ze het oneens waren met de aanwezigheid van het tijdschrift Judaïca in de zaak. Enkele dagen geleden bezochten drie mannen de zaak aan de Winston Churchilllaan.
“Op het eerste zicht waren ze erg sympathiek”, zegt David San, eigenaar van Le Pilea in een reactie aan Radio Judaïca zelf. De sfeer veranderde toen de klanten enkele exemplaren van het tijdschrift Judaïca opmerkten. Judaïca is een joods tijdschrift dat haar uitvalsbasis heeft in Brussel.
Naast berichtgeving over het joodse geloof neemt het tijdschrift ook een duidelijk pro-Israëlisch standpunt in. In eerste instantie besloten de klanten het tijdschrift om te draaien, zodat de voorpagina niet zichtbaar was. Ook spraken ze San aan en vroegen ze hem of hij op de hoogte is van de huidige situatie in het Midden-Oosten, verwijzend naar de Israëlische invasie van Gaza die intussen al aan meer dan 40.
000 mensen het leven kostte. Nadat de klanten de zaak verlaten hadden, merkte San dat de tijdschriften verdwenen waren. “Ik vermoedde al dat ze ze in de vuilnisbak hadden gegooid op straat.
Toen ik ging kijken, was dat effectief het geval”, zegt hij aan La DH Les Sports+ . De volgende dag ontdekte San dat tijdens de nacht het raam van zijn zaak was kapot geslagen. Ook werd er op de gevel een davidster aangebracht.
“Op de camerabeelden zag ik dat de daders dezelfde kleren droegen als de klanten die ik had ontvangen in mijn restaurant”, zegt hij. Ook besloot San een klacht in te dienen bij de politie. “Het is de eerste keer dat zoiets gebeurd en het heeft me erg aangegrepen.
Ik dacht altijd dat Ukkel een ruimdenkende gemeente was, daarom denk ik dat de daders hier niet wonen. Het stemt me triest en ik ben geshockeerd.".
Bovenkant
Ukkelse brasserie doelwit van vandalisme na discussie over pro-Israëlisch blad
Vandalen hebben schade aangebracht aan de Ukkelse brasserie Pilea. Vermoedelijk zijn de daders klanten die zijn teruggekeerd nadat ze het oneens waren met de aanwezigheid van het tijdschrift Judaïca.