Op zijn nieuwe album Chromakopia is Tyler, the Creator zijn jeugdige branie ontstegen. Niet slechts omdat hij ouder is geworden, maar omdat hij een van de beste muzikanten van het moment is. Hij is een verhalenverteller, een alleskunner.
Tyler Gregory Okonma, beter bekend als Tyler, the Creator, is een unieke eend in de hiphopbijt. Niet alleen omdat hij een vreemde vogel is, maar vooral omdat hij zijn eigen muziek volledig zelf schrijft, componeert en produceert. Ook produceerde hij muziek voor een hele rits artiesten als A$AP Rocky, Frank Ocean, Mac Miller en Miley Cyrus.
Dat hij een hattrick van muzikale kunst zou scoren met IGOR (Grammy in 2020), Call me if you get lost (Grammy in 2022) en nu Chromakopia , dat had niemand zien aankomen toen hij zo’n vijftien jaar geleden doorbrak. Als kapitein van de radicale skatermuzikantengroep Odd Future uit Los Angeles, met stuurmannen Earl Sweatshirt en Frank Ocean, leek Tyler van rebellie een levensdoel te maken. Die brutale stijl sloeg aan, en werd een nieuw genre op zich, zowel in muziek als in lifestyle en in mode.
Een soort hiphoppunk, met een stevige snuf stijl, sierlijkheid. Inmiddels is Tyler een rijpe 33 jaar, ontwerpt hij modecollecties voor Louis Vuitton en zal hij met Chromakopia wederom hoge ogen gooien bij de aankomende Grammy Awards. Weinig punks meer aan.
En daar probeert Tyler al jaren aan te wennen. Waar hij op IGOR naarstig zijn radicaliteit probeerde te kaderen, vol liefdesverdriet en twijfels over zijn seksualiteit, kwam op Call me if you get lost een paranoïde gejaagdheid al richting oppervlakte drijven. Daar rapt hij bijna wanhopig dat zijn leven alleen in het geheim kan bestaan en dat hij met een pistool slaapt.
Dat gevoel is op Chromakopia zeker niet verdwenen (het is nog erger), maar hij probeert het wel te doorgronden. Zijn achtste soloalbum begint met een track die via de stem van zijn eigen moeder hamert op trouw blijven aan zichzelf: „ Don’t you ever in your motherfucking life dim your light for nobody! ” Het lijkt een soort vergeefse poging tot geruststelling van zichzelf: de twee volgende tracks ‘Rah Tah Tah’ en ‘Noid’, klinken zowel qua beats als qua teksten als een gejaagde achtervolging: „ Paranoid, paranoid, paranoid/ Things feel out of order/ Living between cameras and recorders, ah/ I want peace but can’t afford it. ” De zachtaardige sample van de Zambiaanse Ngozi Family op ‘Noid’, is een aanwijzing dat de muziek daarna gas terug zal nemen.
Op ‘Darling I’ en ‘Hey Jane’ duikt Tyler op groovy synthbeats in zijn complexe verhouding tot het vaderschap. Zijn eigen vader was er nooit, maar Jane (een vluchtige liefde?) werd per ongeluk zwanger. Tyler wil het niet.
„ Hey Jane, I’m terrified, petrified. ” Toch is hij tegelijkertijd begripvol en rapt vanuit haar perspectief: „ It’s a voice inside me begging me to keep it. I’m 35 and my ovaries might not reset.
” Het volgende nummer draagt de onheilspellende titel ‘I Killed You’ – of hij daarmee op een abortus hint, laat hij in het midden. Ook de rest van het album heeft twee gezichten: aan de ene kant wil hij niet dat mensen oordelen en zichzelf accepteren (op het zoete ‘Judge Judy’ met een hook als uit een kinderliedje), aan de andere kant heeft hij daar zelf moeite mee (op oorwurm ‘Sticky’, met rapqueens GloRilla en Sexyy Red). Die gespletenheid is ook te horen in de beats, die slingeren van zachtaardige melodielijntjes naar intimiderend grootse, gedetailleerde arrangementen met abrupte tempowisselingen en akkoordenschema’s van slechts vier maten – vaak binnen dezelfde track en vaak geniaal, duidelijk geïnspireerd door leermeesters Pharrell Williams en Kanye West.
Maar dat het bij inspiratie blijft, en Tyler, the Creator een werkelijk eigen sound heeft gecreëerd, bewijst hij met zijn derde voltreffer op rij, Chromakopia . Jonasz Dekkers Stel: je ziet ergens een dagboek liggen. Wat doe je? Natuurlijk weet je ook wel dat gluren niet deugt, maar aan de andere kant: hoe vaak krijg je nou de kans om écht in iemands hoofd te kijken? Misschien toch heel even loeren dan? Gelukkig zijn er alternatieven.
Het oeuvre van zanger, gitarist, producer en pechvogel Phil Elverum biedt uitkomst. De albums van zijn eenmansband Mount Eerie klinken als spontaan opgenomen voice-memo’s van zijn leven, met alle dagelijkse sores, geluksmomentjes en drama’s die daarbij horen. Maar stiekem meeluisteren is wel geheel op eigen risico.
Vooral in 2017, toen Elverum zijn huiveringwekkende rouwgetuigenis A Crow Looked at Me uitbracht en luisteraars meesleurde in de diepe afgrond van zijn ellende. In de kamer waarin zijn vrouw aan kanker was overleden nam hij elf hartverscheurende nummers op. Met een huilend hart op de tong deed hij minutieus verslag van de verwoestende leegte waarin hij was achtergebleven.
Over kaal en argeloos gitaargetokkel zong hij leeg en lamgeslagen, alsof hij een boodschappenbriefje voorlas: „Our daughter is one and a half. You have been dead eleven days.” Na nog twee verwerkingsplaten – Now Only (2018) en Lost Wisdom pt.
2 (2019) – bleef het vijf jaar stil. Op zijn rentree Night Palace schudt hij alle treurnis van zich af en lijkt hij het leven weer te omarmen. Het dubbelalbum is een overweldigende marathon van muziekstijlen en emoties die maar liefst een uur en twintig minuten duurt.
Natuurlijk doet Elverum op een groot deel van de 26 (!) nummers waarin hij het best is: met minimale middelen simpele doch doeltreffende gitaarliedjes maken. De allermooiste neemt slechts 57 seconden in beslag. Maar hoe kort ook: ‘My Canopy’ is de dierbaarste liefdesbetuiging die een dochter ooit van haar vader kan krijgen.
Elverum is gaan mediteren, bekent hij in ‘Demolition’ waar je letterlijk hoort hoe de wind zijn zware gemoed wegblaast. „In the dark life becomes clear” , mompelt hij door de storm heen. „Behind me is turbulence, I have so many hopes.
” Ook vluchten in de natuur heeft het leed verzacht. Hij praat er met vogels en vissen ( „I told a fish: ‘I like how you move through the water as one flowing muscle.’ The fish said: ‘I dig your style too man!’” ) Maar geen nood: Night Palace is allerminst een zweverig new-agemanifest, maar een moedige en goudeerlijke zoektocht naar wat er van hem is overgebleven.
Extra raadselachtig en indrukwekkend is hoe belachelijk divers die zelf-safari klinkt en tóch een logische eenheid vormt. In het opgetogen ‘Writing Poems’ en ‘I Saw Another Bird’ klinkt Mount Eerie als Granddaddy of Weezer. De psychedelische jam ‘Co-Owner of Trees’ had van de zweefhippies Wooden Shjips kunnen zijn, maar ontspoort dan weer in oorverdovende stonerdrones en schelle feedback die aan Sunn O))) doen denken.
En ja: de gillende chaos van ‘Swallowed Alive’ is toch echt onversneden extatische blackmetal, waarin – hoe schattig – zijn dochter de tekst mag voordragen. Vader en dochter die samen ongenadig harde herrie maken, dat is nog eens het leven vieren. Dat is de dood overwinnen.
Frank Provoost.
Vermaak
Tyler, the Creator overstijgt zichzelf voor de derde keer – Mount Eeries goudeerlijke zoektocht naar zichzelf
Tyler, the Creator, een unieke eend in de hiphopbijt, heeft zijn derde voltreffer uitgebracht. En Mount Eerie schudt op Night Palace alle treurnis van zich af en omarmt het leven weer.