Twee verkeersborden op één vierkante meter: 'Vrij absurd'

DE LIER - Het is een opmerkelijk tafereel: langs een drukke N-weg in het Westland staan twee verkeersborden op welgeteld één vierkante meter van elkaar verwijderd. Het gaat om exemplaren van het bekende rood-witte driehoekige voorrangsbord. Wij laten een verkeersdeskundige en de wegbeheerder hun licht over de maffe situatie schijnen.

Want, is dit normaal? 'Verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg.' Dat is de exacte ANWB-omschrijving van het verkeersbord B06. Bij dit bord moet je voorrang verlenen, maar als er niks aankomt, hoef je niet eerst te stoppen.



De twee exemplaren dicht op elkaar staan langs de N223, de doorgaande provinciale weg tussen De Lier en de A4 bij Den Hoorn. Als je precies in het midden van de twee voorrangsborden gaat staan, kun je met gestrekte armen beide borden aanraken. Het lijkt erop alsof de verkeersborden er zijn neergezet voor fietsers en bromfietsers, die vanaf de parallelweg langs de Burgemeester van der Goeslaan (N223) bij een afvalverwerker aan de andere kant van de provinciale weg willen geraken.

Ook merkwaardig: op het bewuste stuk N-weg geldt een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, waarbij auto- en vrachtverkeer met waarschuwingsborden worden gewaarschuwd voor de overstekende fietsers. Hoe zit dat? Verkeersdeskundige Dick de Waard van de Rijksuniversiteit Groningen laat er geen twijfel over bestaan: 'Het oogt inderdaad vrij absurd. De borden staan er vast volgens de regels, maar de vraag is of je altijd strikt de regels moet volgen.

' Er is inderdaad sprake van een oversteekplaats voor fietsers, beaamt de adjunct hoogleraar verkeerspsychologie. 'De strepen dwars op de rijbanen geven dat aan. Ook mag je je vanaf de parallelweg opstellen in de kleine bermp om linksaf naar het bedrijf af te slaan.

' Toch heeft hij bedenkingen bij het tafereel. 'Als je deze situatie wil handhaven, dan lijkt het me afdoende om haaientanden te verven.' Denkt de provincie Zuid-Holland, wegbeheerder van de N223, er ook zo over? Het is uiteindelijk woordvoerder Frank Beijen van gedeputeerde Frederik Zevenbergen (VVD, verkeer) die helderheid in verwarring schept.

'In het kort: deze verkeersborden op deze plek zijn inderdaad niet standaard, maar wel effectief vanwege de uitzonderlijke situatie hier op de weg.' Het zit namelijk zo: om bij de afvalverwerker te komen, moet je de provinciale weg oversteken. Een andere optie is er simpelweg niet.

'Er is hiervoor een smalle doorsteek aanwezig in de tussenberm tussen de hoofdrijbaan en de parallelweg.' Beijen geeft toe: 'Strikt genomen is het volgens de landelijke richtlijnen niet wenselijk om hier ook voorrangsborden te plaatsen'. Maar omdat het bedrijf als een van de weinigen direct aansluit op de drukke N223 'hebben we gemeend er toch goed aan te doen om deze borden te plaatsen'.

'Soms is nu eenmaal maatwerk nodig.' Al sinds het planten van de borden in 2016 zijn er geen ongelukken bij de oversteek gebeurd. 'Al met al zien wij dan ook geen aanleiding om de verkeerssituatie ter plaatse aan te passen.

' Een heel ander geluid is te horen bij Veilig Verkeer Nederland (VVN). Deze vereniging noemt de oversteek zorgwekkend. 'Ook al vermoeden we dat het niet om grote aantallen fietsers gaat.

' Deze oversteek op de N-weg met een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur vraagt volgens VVN om extra oplettendheid van de fietser. 'Het blijft een gevaarlijke oversteek, met of zonder de aanwezigheid van borden zoals B06.' 'We begrijpen dat een overvloed aan verkeersborden een verwarrend effect kan hebben, maar de kern van het probleem ligt hier bij de veiligheid van de oversteek zelf.

Een heroverweging van de inrichting of aanvullende maatregelen zou deze situatie mogelijk veiliger kunnen maken', besluit VVN. Afvalverwerker GP Groot, waartoe het fietspad met de twee voorrangsborden leidt, laat aan Omroep West weten zelf om de borden te hebben gevraagd. 'Naar onze mening kun je overstekende fietsers beter te vaak dan te weinig waarschuwen dat ze een voorrangsweg gaan oversteken.

' 'Mochten de borden er niet staan en er zou een ongeluk gebeuren, dan zou men terecht wijzen op het ontbreken van de borden die er nu wel staan. Beter voorkomen dan genezen.'.