/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128095901-55ab8f.jpg)
De Taiwanese chipfabrikant TSMC zou overwegen een meerderheidsaandeel in het noodlijdende Intel te willen nemen. Dat meldt Bloomberg op basis van anonieme bronnen. Het idee komt uit de koker van de regering-Trump, die dreigt met importtarieven op chips.
Taiwan levert de geavanceerde rekenkracht voor Apple, Nvidia en Tesla. Die techbedrijven ontwerpen de processors, TSMC zorgt voor de massaproductie – zoals een krant een externe drukkerij gebruikt. Die afhankelijkheid van één klein eiland, binnen handbereik van China, is echter een strategisch risico.
De VS proberen daarom de productie van halfgeleiders terug te halen naar Amerikaanse bodem, door miljardensubsidies te verstrekken. TSMC bouwde al enkele chipfabrieken in Arizona , maar die leveren nog maar een fractie van de benodigde chips. Trump denkt dat tarieven heffen op geïmporteerde chips – tot 100 procent – beter werkt dan subsidie geven.
Het duurt echter jaren om nieuwe chipfabrieken te bouwen en zo’n hoog tarief zou meteen leiden tot grote prijsstijgingen voor Amerikaanse consumenten en bedrijven. Dreigen lijkt vooral een tactiek om TSMC aan de onderhandelingstafel te krijgen. De Trump-onderhandelaars vragen de Taiwanezen om te helpen Intel op de been te houden.
Intel was ooit de grootste chipfabrikant ter wereld, maar ligt technologisch jaren achter op TSMC en zit in de financiële problemen. Topman Pat Geslinger moest in december opstappen en het Amerikaanse bedrijf staat op het punt zichzelf op te knippen in twee delen: één divisie die de chips ontwerpt en één divisie die de chips produceert, ook voor andere klanten. De regering-Biden had TSMC al gevraagd om de Taiwanese productietechniek te licenseren aan Intel, maar TSMC weigerde dat.
Nu Trump dreigt met tarieven zou TSMC een deelname in Intel wel willen overwegen, al zijn de onderhandelingen volgens Bloomberg nog in een pril stadium. TSMC zou deel gaan uitmaken van een consortium met meerdere Amerikaanse chipontwerpers, inclusief steun van de Amerikaanse overheid. Zulke joint ventures zijn in de chipindustrie gebruikelijk: in het Duitse Dresden bouwt TSMC bijvoorbeeld een eigen Europese fabriek ‘ESMC ’ waarin NXP, Bosch en Infineon ook een belang hebben.
Ook in Singapore en in Japan heeft TSMC van die joint ventures, fabrieken die draaien op Taiwanese expertise en vol staan met chipmachines van Nederlandse techbedrijven als ASML en ASM International. Intel sleutelt aan betere productieprocessen in nieuwe fabrieken. Maar het benodigde kapitaal droogt op en klanten voor de nieuwe fabrieken zijn er amper – die willen eerst bewijs zien dat Intel moderne chips kan maken .
Vooralsnog laat Intel zelf ook zijn meest geavanceerde ontwerpen bij TSMC drukken. Een volledig overname van Intels fabrieken door een buitenlands bedrijf is ondenkbaar. Onlangs blokkeerden de VS de overname van staalbedrijf US Steel door het Japanse Nippon Steel.
De chipindustrie is minstens zo’n cruciale sector voor de Amerikaanse economie, waarin de VS graag minder afhankelijk willen worden van het buitenland..