Trans-zijn wordt een muzikaal concept op ‘Transa’ - Het donkere nachtsfeertje van Ulver

Het imposante benefietproject ‘Transa’ heeft vier uur aan muziek ter ere van de internationale transgemeenschap. Kers op de taart: de terugkomst van Sade. En onvoorstelbaar dat Ulver ooit een keiharde blackmetalband was. Nu kun je er op dansen óf een potje huilen.

featured-image

Toen in 2022 goede vriendin, muzikant, activist en trans vrouw Sophie plotseling overleed, besloot Dust Reid, bestuurslid van de Red Hot-organisatie, een benefietalbum samen te stellen ter ere van de internationale transgemeenschap. Red Hot werd opgericht in 1990 om geld in te zamelen en kennis te verbreiden over aids. Maar bezorgd over de toenemende transfobie in de Verenigde Staten, verlegde Reid de focus naar de trans mannen en vrouwen, en nonbinaire mensen.

Het idee groeide uit tot Transa, een bijna vier uur durende verzameling songs: 46 stuks van ruim 100 artiesten – beginnend, bijna vergeten én gevestigd – met onder anderen Anohni, Fleet Foxes, Clairo, Kara Jackson, Jeff Tweedy (Wilco). En er zijn onverwachte samenwerkingen, zoals van de nonbinaire superster Sam Smith met de tachtigjarige dichteres Beverly Glenn-Copeland. Opvallend is de meditatieve sfeer van een groot deel van de nummers.



Ook opmerkelijk is de akoestische klank, volgens initiatiefnemer Reid om de ‘natuurlijkheid’ van trans-zijn te onderstrepen. Elektronische beats zijn in de minderheid. Dat geldt ook voor artiesten die bekendstaan om hun elektronische stijl, zoals rapper Yaya Bey (hier als crooner) en de Koreaanse dj Yaeji, die een sfeervol en spookachtig liefdesliedje zingt.

Popzangeres Calore klinkt hier breekbaar en intiem. Het begrip ‘trans’ kreeg ook een muzikale invulling. Experimenteren bleek hier de drijvende kracht, ‘experiment’ is een vorm van bevrijding, zowel van gendernormen als muzikale normen.

Het is een mild experiment, geen schrille noten of woest getier. Het experiment schuilt in de uitgerekte songstructuren en ijle instrumentaties, en is daarmee zowel koesterend als een beetje ouderwets: als de New Yorkse avant-garde uit de vorige eeuw. Een van de nummers heet ‘Something Is Happening and I May Not Fully Understand But I’m Happy to Stand for the Understanding (Awakening)’.

En al lijkt deze zesentwintig minuten durende meditatie van de tot de blokfluit bekeerde voormalig rapper André 3000 (ex-Outkast) ontmoedigend, het nummer biedt een verrassende exploratie van de trage apotheose, als een vulkaanuitbarsting of onweersbui in slow motion, versierd met een pulserende klank als van een milde schuurmachine, met blokfluit en een enkel saxofoonaccent. Op dezelfde manier bouwt de experimentele zangeres L’Rain, in het nummer ‘People Are Small/ Rapture’ (geschreven door Anohni) aan sfeerverandering, zo langzaam dat je de ontwikkeling bijna niet registreert. Maar ineens is het zover.

Wijlen Pharoah Sanders legt zijn multifone saxofoonkronkels over een steady ritme van hiphop-pionier Arthur Baker, en zangeres Anohni zingt een prachtige cover met Moses Sumney van Sophie’s ‘Is It Cold in the Water?’ Kers op de taart is de langverwachte terugkeer van zangeres Sade die een nummer voor haar zoon Izaak, die transpersoon is, schreef. ‘Young Lion’ ontroert door de boodschap én de muziek. Ze maakt hem zonder omhaal excuses omdat ze niet genoeg begrip had getoond tijdens zijn transitie: „ Young man, I feel so heavy for you, you must have felt so alone .

” De sobere omlijsting is geheimzinnig alsof geesten dansen rond Sade’s indringende zangstem. Hester Carvalho Je moet het er elke keer weer bij zeggen, omdat het zo onvoorstelbaar is: Ulver was ooit een keiharde blackmetalband. De groep uit Oslo rond Kristoffer Rygg maakte halverwege de jaren negentig met akoestische folklore doorspekte metal, soms snoeihard maar ook inventief.

Dankzij die rusteloosheid trok Rygg Ulver (net als zijn andere bands, Arcturus en Borknagar) steeds verder het experiment in. Zeker toen eind jaren negentig toetsenist Tore Ylwizaker bij de band kwam en ze het ambitieuze, elektronische Themes from William Blake’s The Marriage of Heaven and Hell (1998) uitbrachten. Aan de industrial en avantgarde-rock voegden ze op het briljante Perdition City (2000) onversneden elektronica, ambient, triphop en jazz toe.

De laatste jaren draait hun donkere dance soms richting drone, dan weer meer naar de triphop en jazz (zo werkten ze eerder met Mathias Eick, Stian Westerhus en op dit nieuwe album met Nils Petter Molvær). Het dertiende album Liminal Animals gaat enigszins door op het brede pad vol afslagen en onderbrekingen dat de band met The Assassination of Julius Caesar (2017) heeft ingeslagen: gitzwarte jarentachtig-new wave en synthpop, ergens tussen Depeche Mode, Sunn 0))) en Burial in. Dansbaar, maar ook heel geschikt om een potje op te huilen.

Alle reden toe, omdat in augustus toetsenist Ylwizaker overleed, op zijn 54ste verjaardag. Vooral een song als ‘Forgive Us’ lijkt wel een requiem voor de muzikant – hoewel dat nummer ruim voor zijn dood uitkwam. Somberte sijpelt vervolgens ook uit het donkere maar sfeervol instrumentale intermezzo ‘Nocturne #1’ en het langzaam ontbrandende ‘Locusts’ – een van de beste nummers van de band in jaren.

Het donkere nachtsfeertje past een beetje bij de desolate maar glimmende landschappen van Blade Runner . Futuristisch en nostalgisch tegelijk, mooi maar toch ook verontrustend. Enige vrolijkheid zit wel in de twee openingsnummers, ‘Ghost Entry’ en ‘A City in Skies’, maar je blijft het gevoel houden dat er iets mis is.

De hangende, nasale stem van Rygg, de gezwollen bas, de op afstand rinkelende gitaarsnaren, de opzwepende beats. Je wil erin mee, ook al weet je dat het niet goed voor je is. Tekstueel wringt het soms een beetje veel („ Don’t fuck with America / they’ll shoot you anyway ”, in ‘Hollywood Babylon’, of de overdreven knipoog naar Depeche Mode met „ A barrel of a gun ” in ‘The Red Light’), maar dat is misschien wel de bedoeling.

Dat expliciete werkt wél in het openingsnummer, waarin Rygg de luisteraar herinnert aan de vreemde gewaarwording dat hij – ook maar een bewegend object in de ruimte – wat je hoort eerder heeft opgenomen, met woorden die al eens zijn gebruikt, als een geest uit het verleden. Het album eindigt wat meanderend, maar niet minder mooi, met het meer dan tien minuten aanhoudende ‘Helian (Trakl)’, waarin bandlid en schrijver Jørn H. Sværen hypnotiserend voorleest in het Noors.

Peter van der Ploeg.