/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129348831-0bcebe.jpg)
G rowing a better world together. Met dit motto voor haar duurzaamheidsbeleid trok Rabobank in 2017 een grote broek aan. Iets te groot zelfs: de bank werd dat jaar op de vingers getikt omdat ze in een reclame beloofde de honger in de wereld op te lossen.
Daarna oogstte de ‘boerenleenbank’ ook kritiek met investeringen in de bio-industrie en in gebieden met veel ontbossings. Hoe gaat het inmiddels met die belofte van een ‘betere wereld’? Anno 2025 voert de bank, sinds twee jaar met Stefaan Decraene als bestuursvoorzitter, nog steeds hetzelfde motto. „Die zin blijft bij deze bank”, vertelt de Vlaming aan zijn bureau met uitzicht op de „koer” (binnenplaats) van het hoofdkantoor in Utrecht.
„Die zin is een gegeven hier. Natuurlijk is het wel zo – dat geef ik grif toe – dat we slechts een deel van de oplossing zijn, en niet de volledige oplossing kunnen bieden. Wel kunnen we ons best doen.
” Rabobank heeft NRC uitgenodigd voor een gesprek over haar ‘impactrapport’. Dat verschijnt deze donderdag, tegelijk met het jaarverslag. Alle banken rapporteren over duurzaamheidsprestaties, maar Rabobank grijpt het moment aan om te laten zien dat ze als coöperatieve bank anders is dan de beursgenoteerde concurrenten ING en ABN Amro.
„Dat wij leden hebben, en geen aandeelhouders, geeft ons de mogelijkheid wat meer te doen voor de maatschappij”, zegt Decraene in rap Vlaams. „Wij banken hebben allemaal goede jaren achter de rug. Bij andere banken zijn de winsten naar aandeleninkoopprogramma’s gegaan, naar dividenden.
Wij hebben de afgelopen twee jaar samen 700 miljoen euro uitgekeerd aan de maatschappij, en dit ‘maatschappelijk dividend’ willen we jaarlijks blijven uitkeren.” In het 75 pagina’s tellende impactrapport, dat NRC een dag voor publicatie inzag, heeft Rabobank data opgenomen over haar totale CO 2 -uitstoot. Die betreffen 2023: het duurt even voor de gegevens over al haar klanten binnen zijn.
Zoals bij elke bank zijn die klanten verantwoordelijk voor meeste uitstoot. Dan gaat het om huiseigenaren met een hypotheeklening, bedrijven die een krediet hebben lopen, boeren die een machine of tractor leasen. Rabobank stelt sinds 2023 vrijwel alle klanten mee te nemen in de berekening van de uitstoot van broeikasgassen.
Die bedroeg dat jaar 46,9 megaton CO 2 -equivalenten. Die uitstoot is met 12 procent gedaald, vergeleken met het jaar ervoor, claimt de bank. Waardoor gaat die uitstoot naar beneden? Is dat dankzij Rabobank? „Een deel van de daling komt doordat wij ons werk doen: we proberen onze klanten echt te bewegen duurzamer te produceren.
Waar onze bankiers eerst dachten aan rendement en risico, is duurzaamheid erbij gekomen. Dat is nu echt een driehoek. Bij ieder gesprek met klanten wegen we die drie dingen.
„Een andere belangrijke verklaring van de daling is dat in 2023 sprake was van hoge energieprijzen. Heel veel mensen zijn daardoor efficiënter met energie omgegaan. „Sta ik nu te juichen aan mijn tafel? Nee.
Ik kan zeggen: ja, we zijn oké bezig. Misschien zeggen de ngo’s dat ook wel: jullie zijn goed bezig. Maar er moet meer impact komen, we willen meer duurzaamheid financieren.
En dan moeten we reëel zijn: als wij nu een windpark gaan financieren, gaat onze uitstoot eerst omhoog. Dan kun je volgend jaar zeggen dat we het slechter zijn gaan doen. Pas op lange termijn gaat de voetafdruk weer omlaag.
Dus moeten we eigenlijk over meer jaren kijken naar de uitstoot van onze portefeuille. En die trend is dalend.” Decraene maakt wel een kanttekening: „Dit is zonder rekening te houden met de groei die we als bank óók willen realiseren.
We hebben groeidoelen. Als we even groot blijven, gaat onze uitstoot mooi naar beneden. Maar behalen we onze groeidoelen, dan kan dat in absolute getallen anders liggen.
” Ngo’s als Milieudefensie vragen de banken juist daarom om absolute doelen, in plaats van een belofte om X procent van de portefeuille te vergroenen. „Daar hebben de ngo’s gelijk in. Ik kan inderdaad niet blijven zeggen dat we naar nul uitstoot streven in 2050, en dan de nieuwe productie niet meerekenen.
Op een bepaald moment moet je ook inclusief groei een knik naar beneden hebben. „Maar we zijn vandaag in 2025. Ik kijk naar wat we nu doen.
Of de maatregelen die we nemen, de leningen die we verstrekken – of die bijdragen aan lagere uitstoot. Ik geloof sterk in investeren in technologie. Ik ben ervan overtuigd dat er in 2050 ongelofelijk veel technologie zal zijn die veel duurzamer is dan wat we nu hebben.
Daarin moeten we investeren, dat kan ons groei opleveren. En dus eerst wat meer uitstoot. Maar die technieken zullen de CO 2 op een gegeven moment plots naar beneden brengen.
Wanneer die knik komt? I don’t know. ” Jullie klanten zijn grote ‘uitstoters’. Hoe krijg je ze in beweging? „Iedere klant is zich al bewust dat er iets moet gebeuren wat natuur en klimaat betreft.
Bedrijven moeten ook meer doen door nieuwe regelgeving. En de rest van de keten zet druk en probeert te helpen. Die rol proberen wij te spelen.
Wij geven als bank rentekortingen, we delen onze kennis met boeren, wij zitten aan de keukentafel en praten over wat er kan. We financieren de energietransitie – daarin groeien we fors. „Maar ik zie hier wel een maximum, en dat komt door de regelgeving.
Veel energieprojecten hebben een hoog risico en zijn met veel geleend geld opgezet. Banken moeten oppassen dat ze niet te veel risico lopen, wij moeten risico’s spreiden. Daarom ben ik een groot pleitbezorger van een betere Europese kapitaalmarkt [waar bedrijven hun groei ook kunnen financieren, buiten banken om].
Dat is een no-brainer . Banken kunnen niet alles financieren wat Europa nu nodig heeft, inclusief de defensieplannen. Een betere kapitaalmarkt is daarvoor essentieel.
” Jullie zeggen steeds: wij zitten aan de keukentafel van onze klanten. Wat horen jullie in Nederland? De boerensector lijkt in de wachtstand. „Dat is het goede woord: men wacht.
Kijk: wij zien geen groei in de Nederlandse landbouw. Dat vertellen wij de boeren ook. Ik heb de afgelopen twee jaar bij zestig boeren aan tafel gezeten.
Een deel zegt: ik wil stoppen. Die wachten op stoppersregelingen. En je hebt boeren die willen investeren, in duurzaamheid.
Die wachten ook, want ze weten – bijvoorbeeld door de stikfstofproblematiek – niet wat mag. En een derde groep twijfelt nog over de toekomst. „Ik herhaal daarom mijn oproep: er moet snel alsnog een landbouwakkoord komen.
Er moet duidelijk beleid komen. Wij hebben anderhalf jaar geleden 3 miljard euro ter beschikking gesteld om boeren op weg te helpen in de transitie. Dat zijn leningen waarop we echt bijna geen marge hebben.
Daarvan is nog maar 500 miljoen opgenomen. We willen die andere 2,5 miljard ook uitgeven. Die boeren willen dat ook.
Dus, politiek: probeer duidelijk te zijn. Maak een plan.” Slaat u met de vuist op tafel? „Wij hebben onze rol.
We staan in nauw contact met veel partijen, want we financieren niet alleen boeren, maar ook voedselverwerkers, verpakkers, transporteurs. We proberen onze steen bij te dragen en mensen weer aan tafel te krijgen voor een landbouwakkoord. Maar ik ben geen politicus.
” Rabobank wil de ‘grenzen van de planeet’ respecteren. Een belangrijke factor is ontbossing. Ngo’s zijn heel kritisch over jullie rol daarbij, vooral wat betreft Brazilië.
„We zijn al jaren actief in Brazilië, sommige klanten daar hebben we al 25 jaar. Het is tegelijk een van belangrijkste beboste gebieden ter wereld. Onze ambitie is daar duidelijk: wij zijn tegen elke vorm van ontbossing.
„Toch pleit ik wel een beetje voor wat realisme. Van de ontbossing is 95 procent illegaal. Wij proberen overheden te helpen dat tegen te gaan.
Wat de legale ontbossing betreft: landbouwbedrijven daar hebben het recht om een deel van hun gebied te ontbossen. En ik ga nu heel eerlijk zijn: we hebben onze klanten gevraagd of ze afstand kunnen doen van dat recht. Dat is eigenlijk niet gelukt; we zijn daarmee van een koude kermis thuisgekomen.
Nu proberen we het met rentekorting: je betaalt een lagere rente als je afstand doet van het ontbossingsrecht. Maar ook dat zal niet bij iedereen werken.” In jullie rapport staat expliciet dat Rabobank zich niet terugtrekt uit Brazilië, zoals ngo’s willen.
„Ja. We zijn daar en we blijven daar. Tegengaan van ontbossing blijven we op de agenda van onze klanten zetten.
Dat gaat soms lukken, soms niet. Maar wat gebeurt er als we weggaan? Met alle respect, de meeste andere banken, zeker lokale, hebben dit helemaal niet op hun agenda staan. Wij zijn zeer vooruitstrevend in duurzaamheidsbeleid en de discussies hierover met onze klanten.
Daarom vinden we dat we er moeten blijven, en moeten blijven proberen die transities te versnellen en dat te financieren. Soms lukt dat, soms gaat het niet snel genoeg. Maar we blijven het proberen.
” Wereldwijd is er veel druk om duurzaamheidsbeleid af te zwakken, vooral op Amerikaanse financiële instellingen en andere bedrijven. Voor Rabobank is de Amerikaanse markt de belangrijkste na de Nederlandse. Volgens Decraene merkt zijn bank in de VS nog weinig van een omslag in het denken over duurzaamheid.
„Wij blijven het op de agenda plaatsen. Daarbij helpt het dat wij geen aandeelhouders hebben. Onze leden vragen ons om goede service, goede producten én impact op de maatschappij.
” Hij peinst er daarom niet over om op duurzaamheidsgebied een stap terug te zetten. „Geen haar op mijn hoofd. Maar ik baal er wel van dat duurzaamheid in de huidige geopolitieke omgeving wat naar de achtergrond verschuift.
Natuur en klimaat is voor altijd, dat moet altijd op de agenda staan.” Een paar uur na het gesprek met Decraene komt er een bericht van persbureau Bloomberg. Het gaat over de Net Zero Banking Alliance, waarbij ook de Nederlandse grootbanken zijn aangesloten.
Deze internationale koepel van banken die beloofd hebben zich te houden aan het klimaatakkoord van Parijs, overweegt zijn klimaatdoel af te zwakken..