Tjeerd Top is de nieuwe concertmeester van het RCO: ‘Mijn nieuwe collega’s kunnen na afloop gelukkig om mijn vergissing lachen’

Violist Tjeerd Top is sinds een week eerste concertmeester van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, al vliegt hij ook nog even mee met het Concertgebouworkest naar Barcelona. „Naast mij zit trompettist Bert, en hij wijst naar buiten: ‘Kijk daar, de Doelen!’”

featured-image

Na twintig jaar Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) ben ik deze maand begonnen bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ik heb in september proefspel gedaan voor eerste concertmeester, en vorige week was mijn eerste officiële week in de Doelen. In overleg met beide orkesten kon ik op korte termijn een sabbatical bij het KCO krijgen, en daarmee heb ik de eer om even lid te zijn van de twee beste orkesten van het land.

Mijn eerste productie met het Rotterdams is opera, en vanavond vindt de generale repetitie plaats van Die ersten Menschen van Rudi Stephan. De componist, die op 28-jarige leeftijd sneuvelde aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog, schreef de gelaagde muziek op de aangrijpende versie van het scheppingsverhaal door Otto Borngräber. Een generale repetitie in de opera voelt altijd een beetje als een première.



Zangers zingen en acteren in kostuums; decor en rekwisieten werken in volle gang, en de zaal is goed gevuld met publiek. We zijn nog maar amper met de generale begonnen, of ik maak een vergissing. Kwamé Ryan, die deze opera zeer goed dirigeert, helpt me een handje.

Mijn nieuwe collega’s kunnen er na afloop gelukkig om lachen. De generale verloopt verder heel goed, het orkest speelt prachtig en de zangers zingen fantastisch. Dinsdag is mijn lesdag op het Conservatorium van Amsterdam.

Ik geef vandaag les van 9.30 tot 19.00 uur aan zes vioolstudenten.

Één van mijn studenten speelt loepzuivere kwarten, ik besef daar ook weer wat beter bij mezelf op te moeten letten. Ik merk de afgelopen jaren dat de observaties en feedback tijdens het lesgeven ook mijn eigen vioolspel verbeteren. Tussen de lessen door fiets ik snel even naar de school van onze jongste zoon Paul (7).

Zijn favoriete juf Suze neemt afscheid, en de ouders mogen erbij zijn. Na het afscheid neem ik Paul en z’n vriendje Otto mee naar huis, waar ze worden opgevangen door de oppas. En nu weer terug naar het conservatorium.

‘s Avonds sport ik een uurtje op de fietstrainer. Daarna komt mijn vrouw Ursula thuis van twee operavoorstellingen in Apeldoorn. Samen met onze oudste zoon Jonathan (14) kletsen we nog even.

Dag van de première van Die ersten Menschen . Ik studeer een paar uurtjes viool in de ochtend, en haal dan Paul van school. Direct door naar zijn celloles in Amstelveen.

Weer thuis spelen we samen een uurtje LEGO. Terwijl hij bouwt zingt hij zijn zelfbedachte liedje; ik geniet. ’s Avonds gaat de première heel goed.

De zangers zijn weer subliem, en het orkest speelt ontzettend goed en oplettend. Ik ga gelukkig niet weer de fout in. Annette Dasch (Eva) geeft mij bij het applaus de bloemen.

Die zijn voor het orkest. Op de première-borrel heb ik even tijd om ontspannen met een aantal nieuwe collega’s te kletsen. Een donateur van het KCO is er ook, hij lijkt wat verontwaardigd over mijn overstap, maar benadrukt dat hij ook het Rotterdams geweldig vindt.

Als ik thuis kom, tref ik Jonathan wat sombertjes aan: Bayern heeft verloren van Feyenoord. Op mijn vraag hoe ik hem op kan vrolijken, reageert hij: ‘Laat me maar even boos zijn.’ Voorbereiding voor de komende concerten: ’s ochtends en ’s middags viool studeren.

Aan het eind van de middag gaan Ursula en ik naar de sauna. Met de ontspanning komen ook goede gesprekken met elkaar op gang. Geen telefoons, en écht met ons tweeën, dat zouden we veel vaker kunnen doen.

Het KCO wil graag dat ik stand-by ben op de komende tournee naar Spanje onder leiding van de toekomstig chef-dirigent Klaus Mäkelä. Want op het programma staat Ein Heldenleben van Richard Strauss. Deze compositie heeft een mooie maar lastige vioolsolo, die de eerste concertmeester en mijn lessenaargenoot Vesko Eschkenazy voor zijn rekening neemt.

Als er zo’n grote vioolsolo geprogrammeerd is, moet de plaatsvervangend concertmeester die solo concertrijp voorbereid hebben. Dit was de afgelopen twintig jaar mijn baan bij het KCO, en in die tijd heb ik bijna tweehonderd concerten voor de eerste concertmeester ingevallen. Ik fiets door de regen naar het Concertgebouw en zie bij de repetitie mijn collega’s en vrienden van het KCO weer: vertrouwd, gezellig en toch wat vreemd voelt het nu.

’s Middags rust ik thuis wat uit en studeer een uurtje of twee viool. ’s Avonds de tweede voorstelling van Die ersten Menschen . Ik slaag er niet in me optimaal te concentreren en ik zit er niet helemaal bovenop, maar mijn nieuwe collega’s zijn na afloop gelukkig heel blij met deze voorstelling.

Om 8.00 uur op het voetbalveld met Paul. De coach is er niet vandaag, daarom probeer ik zijn taak op me te nemen deze ochtend.

De twee beste spelertjes van het team ontbreken, en na de 5-1 nederlaag tegen Ouderkerk ben ik opgelucht dat de jongens nog vrolijk zijn. Daarna weer thuis en aan de vioolstudie. Het kost me de nodige discipline en vier uur studie om de vioolsolo van Ein Heldenleben weer op peil te brengen.

De kans dat ik de solo speel is immers superklein. Eenmaal klaar met studeren voel ik me toch weer opgelucht en een betere violist – loon na werk. Daarna nog een uurtje voetballen met de jongens en als Paul slaapt kijken Jonathan, Ursula en ik ’s avonds de film Goodbye Lenin .

Ik zit in het vliegtuig naar Barcelona samen met mijn collega’s van het KCO. Naast mij zit trompettist Bert, en hij wijst naar buiten: ‘Kijk daar, de Doelen!’ We vliegen over Rotterdam. Het Palau de la Música Catalana is een prachtige zaal met mozaïeken, mooie beeldhouwwerken en een schitterend glas-in-lood plafond.

De zaal en het podium zijn echter klein, merken we als we Ein Heldenleben repeteren. Klaus werkt tijdens deze zaalrepetitie heel precies, hij laat ons naar elkaar luisteren, en in korte tijd heeft het orkest zijn klank weer te pakken. Het concert gaat goed en Vesko speelt de soli met een prachtige klank; passie en tederheid weet hij subliem met elkaar af te wisselen.

Na het concert een hapje en een drankje met mijn vrienden, heel gezellig. Volgende stop is Madrid – en dan weer verder met het Rotterdams Philharmonisch en de Nationale Opera!.