Tinnitus maakt Tom Boonen, Goedele Devroy en Milo Driessen hoorndol: ‘Ik heb euthanasie overwogen’

featured-image

15 procent van de bevolking heeft weleens last van tinnitus, een constante ruis-, zoem- of pieptoon in de oren. In de podcast Reis door de ruis vertellen ex-wielrenner Tom Boonen, VRT-journalist Goedele Devroy en Goldband-frontman Milo Driessen over hun piep en hun tuut. “Ik heb een goed en een slecht oor”, vertelt Tom Boonen, ex-coureur en vandaag rallypiloot.

Tom Boonen: “Door mijn linkeroor hoor ik nog maar veertig procent, naast een onophoudelijk gezoem.” Jouw tinnitus is dus geen pieptoon? “Nee, hij klinkt eerder als een oude analoge tv zonder ontvangst. Maar ik zeg er altijd bij dat het ook veel erger had kunnen zijn.



Mijn tinnitus herinnert me eraan dat ik vooral veel geluk heb gehad. Voor hetzelfde geld zat ik hier niet met jou te praten.” Hoezo? “In oktober 2015 heb ik een zware val gemaakt tijdens de tweede rit van de Ronde van Abu Dhabi.

Een stuk betonijzer raakte het voorwiel van Theo Bos. Ik moest uitwijken, maar zijn stuur sloeg in mijn voorwiel. Ik werd van mijn fiets gekatapulteerd en viel op de zijkant van mijn hoofd.

Mijn helm werd eraf geslagen, waardoor de impact bijna helemaal op mijn slaap terechtkwam. Ik was meteen bewusteloos en bloedde uit mijn oor. Eerst vreesden omstanders het ergste – mijn Poolse ploegmaat Lukasz Wisniowski heeft naar verluidt staan wenen.

Ook Theo Bos barstte in huilen uit, hij was ervan overtuigd dat ik dood op het asfalt lag. “Na een paar minuten kwam ik twee keer kort bij bewustzijn en begon ik als een dolle weg te rennen – een vluchtreactie van mijn lichaam – om vervolgens weer flauw te vallen. De derde keer dat ik wakker werd, lag ik vastgegespt in de ambulance.

Ik had een hersenbloeding, een hersenschudding en een breuk van vijftien centimeter in mijn schedel. Van die dag herinner ik me niets meer, alles is me later verteld. “Ik heb twee weken op intensieve zorg gelegen.

Het was onzeker of ik het zou halen, en of ik geen permanente hersenschade zou oplopen. Maar mijn schedelbreuk heeft mijn leven gered: doordat die door mijn oor liep, kon het bloed eruit en werd er geen druk op mijn hersenen opgebouwd. Daardoor had ik geen blijvende hersenschade en genas ik snel.

Mijn gehoor bleek aangetast, maar dat heeft me dus in zekere zin gered: anders was ik hier niet meer.” Wanneer merkte je daar voor het eerst iets van? “Op intensieve zorg. Ik hoorde voortdurend gezoem in mijn ene oor, het irriteerde me mateloos.

In de weinige uren dat ik wakker was, klaagde ik erover bij de dokters. Er zat nog een bloedprop achter mijn oor, dus ik hoopte dat het geluid daarmee zou verdwijnen, maar dat gebeurde niet. “Terug in België deed ik er alles aan om die tinnitus weg te krijgen.

Ik bezocht enkele specialisten, onder andere in het UZA. Ze konden me opereren, maar zonder garantie: misschien zou ik zelfs mijn volledige gehoor verliezen, of zou de toon erger worden. Daarom paste ik voor de operatie en ging ik zelf aan de slag.

“Ik probeerde van alles. Een hoorapparaat om het zoemen te neutraliseren, bijvoorbeeld, maar dat vond ik heel intens: de kleinste geluiden kwamen binnen als een verschrikkelijk kabaal. Als de kinderen met hun schooltassen gooiden, kon ik wel gek worden.

Ik heb dat apparaat niet lang gedragen (lacht). Kleine dingen hebben me het meest geholpen, zoals oordopjes in bed: daardoor leek het gezoem zich meer naar het midden van mijn hoofd te verplaatsen.” Welke impact hadden de val en de tinnitus op je carrière? “Ik heb maandenlang verschrikkelijk afgezien.

Elke training was een gevecht. Fysiek zag ik er normaal uit, je zou het niet aan me hebben gemerkt, maar na drie uur fietsen kwam ik totaal uitgeput thuis. Op sommige dagen moest ik ’s middags twee uur slapen, en zelfs dan was ik ’s avonds weer stikkapot.

Mijn lichaam dwong me tot rust, maar tegelijk voelde ik de drang om door te gaan. Het topsporten zat zo diep in me verankerd, het was bijna dwangmatig: aan het einde van mijn carrière wilde ik nog één keer alles geven. “Ik ben er na veel afzien toch doorheen gekomen, sneller dan de dokters hadden verwacht.

Ze voorspelden een half jaar puur herstel, voor ik nog maar kon beginnen te trainen. Wel, precies zes maanden na die val reed ik alweer mee in Parijs-Roubaix. Ik werd tweede.

” Hadden de tinnitus en gehoorschade dan geen impact op je als coureur? “Zeker wel. Door het gehoorverlies was ik mijn radar kwijt tijdens trainingen: je linkeroor waarschuwt je op de fiets voor achterliggend verkeer. En toen ik weer begon te koersen, was ik angstiger.

Ik liet me wegdrummen in het peloton, iets wat me tot dan toe zelden was overkomen. Het moment om in een gat te duiken liet ik telkens passeren, waardoor ik nooit meer op de juiste plek zat als het erop aankwam. Ik was me ineens heel bewust van mijn sterfelijkheid.

Vergeet niet: ik was al 35, thuis zaten twee kleine mannen op me te wachten. Het heeft zeker een halfjaar geduurd voor ik weer echt de oude was. Het seizoen daarna, mijn laatste als prof, heb ik mijn carrière in schoonheid kunnen afsluiten.

Ik won zelfs nog een massasprint, tegen de topper Elia Viviani.” Hoe gaat het intussen? “Veel beter. Ik heb geleerd die zoemtoon een plek te geven.

Na verloop van tijd lijkt mijn brein zich erop te hebben ingesteld: de toon is er nog altijd, maar ik kan hem vaak naar de achtergrond verdringen. Ook in bed: ik slaap meestal op mijn goede oor, zodat het slechte oor naar buiten is gericht, en dan heb ik er minder last van. “Eigenlijk heb ik nog het meest last van mijn gehoorverlies.

Ik ben graag in lawaai en rumoer, maar niet in een ruimte met veel geroezemoes: dan kan ik gesprekken niet goed volgen. Ik heb ook geleerd om strategisch te zitten aan tafel, altijd met mijn goede oor naar het gesprek gericht. “Al bij al mag ik me gelukkig prijzen.

Veel ex-renners zijn er erger aan toe. Natuurlijk heb ik wat kwaaltjes – een knie die soms stroef is en een pijnlijke schouder die opspeelt door oude breuken – maar eigenlijk ben ik er goed van afgekomen.” Niet iedereen gaat zo vlot met tinnitus om als jij.

(knikt) “Voor sommigen is die toon zo overweldigend dat ze zelfmoordgedachten krijgen. Dat ik hem vrij snel onder controle heb gekregen, heeft volgens mij veel te maken met mijn ervaring als topsporter. Ik ben beginnen te koersen op mijn 12de en heb vaker verloren dan gewonnen – in het wielrennen verlies je alleen en win je samen, zeggen ze weleens (lachje).

Al die ervaringen hebben me gehard. Elk seizoen moest ik minstens één of twee keer herstellen van een tegenslag: een blessure, een val, noem maar op. “Sommige dingen overkomen je gewoon, je kunt er niets aan veranderen.

Ik heb op een dag gewoon besloten dat die zoemtoon mijn leven niet mocht beheersen. ‘Laat maar komen,’ zei ik, en van dan af ging het beter. Dat kán dus, je mag de moed niet verliezen.

” Ben je dan nooit bang dat het erger wordt? Je bent nu rallypiloot, niet bepaald een stille hobby. “Ik heb nergens zo weinig last van mijn tinnitus als in een sportwagen. Ik heb oortjes in om te communiceren, en er is overal achtergrondgeluid: al dat lawaai werkt als een soort demper op mijn zoemtoon.

“Ik blijf wel voorzichtig. Op luide plekken zoals festivals draag ik altijd gehoorbescherming. En heel af en toe verandert de ruis in mijn oor, alsof hij van dat ‘televisiegeluid’ naar een scherpe piep gaat.

Dan raak ik wel wat in paniek, want stel je voor dat het op een dag zo’n permanente, intense fluittoon wordt. Ik kan mijn tinnitus momenteel verdragen, maar erger hoeft het niet te worden.” “Bij mij is het in de andere richting gegaan”, zegt Goedele Devroy, het gezicht van Villa politica .

“Vroeger was mijn tinnitus een hoge, onophoudelijke pieptoon: dat was verschrikkelijk. Nu klinkt het meer als de sneeuwruis van een oude televisie. Ik heb het al tien jaar in beide oren.

” In 2014 veranderde Devroys leven van de ene dag op de andere. Naar aanleiding van de Septemberverklaring van de Vlaamse regering sprak ze de kijkers van Het journaal toe vanuit de Wetstraat. Toen ze haar oortjes uitdeed, hoorde ze een hoge toon.

Goedele Devroy: “Ik keek om me heen, naar mijn collega’s, en vroeg: ‘Horen jullie dat ook?’ Niemand wist waarover ik het had. Ik maakte me er niet al te druk over en ging naar huis, hopend dat een goede nachtrust het zou oplossen. Maar de volgende dag was die pieptoon er nog altijd.

En de dag daarna ook. Toen begon ik me zorgen te maken. Ik vreesde dat ik gehoorschade had opgelopen door het te hoge volume van mijn oortjes, maar ik heb me laten testen en dat bleek niet zo te zijn.

Er was alleen de pieptoon.” De oorzaak lag dus elders. Devroy: “Ik stortte in die periode volledig in.

Het probleem bleek dieper te zitten – waarschijnlijk had ik een burn-out. Bij de psychiater kreeg ik te horen: ‘Ik ben niet verbaasd dat je hier bent, ik ben verbaasd dat je al niet veel eerder bent gekomen.’” Hoezo? “Naast mijn erg onregelmatige uren voor Het journaal was ik al zestien jaar moeder van een zoon met een zware handicap.

De zorg voor hem was intens, zeker omdat hij toen nog zeven dagen per week thuis was. Jarenlang voelde ik me bijna elke dag opgejaagd, van ’s ochtends vroeg tot ik naar bed ging. Ik rende van taak naar taak zonder controle over mijn agenda.

Tot die fluittoon kwam, als een kanarie in de kolenmijn.” Je bleef negen maanden thuis. “Het was een loodzware periode.

Ik was fysiek uitgeput en allergisch voor het nieuws: ik kon geen krant meer openslaan, ik kon het journaal niet meer zien. Tegelijk werd ik bijna gek van de tinnitus. Ik kreeg er paniekaanvallen van.

” Kun je dat gevoel beschrijven? “Het voelt als claustrofobie. Je bent opgesloten, er is geen ontsnappen aan: waar je ook gaat, dat irritante gepiep is er altijd. Ik kon er niet meer door slapen, ik lag angstig wakker.

Het werd een vicieuze cirkel, want door de vermoeidheid leek het alleen maar luider te worden.” Wat zeiden de dokters? “Dat ik ermee moest leren leven, maar dat was héél moeilijk te aanvaarden. De eerste weken was het gepiep echt ondraaglijk.

Het idee dat ik dat de rest van mijn leven zou moeten horen, was onvoorstelbaar. Ik dacht zelfs even aan euthanasie, kun je dat geloven? (lachje) Ik was radeloos.” Wie of wat heeft je geholpen? “Lotgenoten.

Ze vertelden me dat het geluid na verloop van tijd minder luid wordt en dat je hersenen leren het in zekere mate te negeren. Ik heb veel gehad aan een handvol vrienden en collega’s, onder wie Martine Tanghe. Zij had ook tinnitus, opgelopen door gehoorbeschadiging op het werk.

” Dat wist ik niet. “Martine liep er niet mee te koop, zo was ze. Ze drukte me op het hart dat ik moest volhouden.

Ze gaf me moed en hoop toen ik die hard nodig had. “Aanvankelijk redde ik het niet zonder medicatie. Een lichte dosis Xanax heeft me heel goed geholpen, want als ik meer sliep, werd de pieptoon minder luid.

Daarnaast deed ik yoga en ademhalingsoefeningen en maakte ik veel wandelingen. Ik zag zo weinig mogelijk mensen. Rust en ontspanning: dat was de kern van mijn herstel, en dat is het nog altijd.

“Toen ik stopte met vechten tegen de pieptoon, werd hij minder overheersend. Ik heb tinnitus, waarschijnlijk voor altijd. Maar het geluid wordt veel draaglijker zodra je het accepteert.

Ik heb geleerd er vreedzaam mee samen te leven. Daarom is mijn boodschap aan lotgenoten: je kunt het je nu misschien niet voorstellen, maar het wordt beter. Er komt weer rust in je hoofd.

Kijk naar mij: 99 procent van de tijd heb ik er geen last meer van.” Je pieptoon is wel nog altijd een ‘stressmeter’. “Inderdaad.

Als hij luider wordt, weet ik dat het tijd is om gas terug te nemen. Mijn tinnitus heeft me gedwongen om bewuster om te gaan met mijn tijd en energie. Ik weet bijvoorbeeld dat ik er meer last van heb na een korte nacht.

Daarom is slaap een prioriteit geworden.” Heb je ooit overwogen om te stoppen als journalist? “Dat was ergens logisch geweest, want de combinatie van intensieve mantelzorg en een zware job vergroot de kans op overbelasting. Destijds leek de situatie voor mij en mijn zoon volledig uitzichtloos.

Hij stond op een wachtlijst voor meer hulp, maar we hadden geen idee hoelang we nog moesten wachten. “En toch heb ik nooit getwijfeld. Ten eerste omdat ik een alleenstaande moeder ben: ik heb mijn inkomen nodig.

En ten tweede omdat mijn werk mijn passie blijft. Hoe meer ik herstelde, hoe meer ik me opnieuw aangetrokken voelde tot het nieuws.” Kreeg je veel steun van de VRT bij je terugkeer? Kon je zeggen: ‘Ik heb iets ernstigs meegemaakt, dus ik wil het wat rustiger aan doen’? (denkt na) “ Nee.

Daar is niet meteen rekening mee gehouden. Verder wil ik daarover niets kwijt.” Je werkt nu voor Villa politica , niet meer voor Het journaal .

Bewust? “Ja. Nog altijd live, maar mijn werkuren zijn nu tenminste voorspelbaar. De hectiek en onvoorspelbaarheid van Het journaal hoef ik niet meer.

Villa politica voelt echt als mijn plekje binnen de VRT, ik hoop nog enkele jaren met veel plezier door te gaan.” Hoe aanwezig is het geluid nog? Hoor je het nu? “Ja, want ik heb niet al te best geslapen en gisteravond op een receptie twee glazen gedronken – alcohol maakt het erger. Het geluid is er altijd wel een beetje, maar op goede dagen merk ik het nauwelijks.

Ik heb geleerd niet meer te panikeren, ik richt mijn aandacht er niet op. “Soms schrik ik nog. In het VRT-gebouw klinkt er een hele luide pieptoon als je een deur laat openstaan.

Dan word ik gek: is het echt de deur, of zit die oude piep weer tussen mijn oren? Hetzelfde met scènes in actiefilms waarin een fluittoon klinkt na een explosie: zap!” Wat mis je het meest aan het leven vóór je tinnitus? “Echte stilte. Vroeger genoot ik enorm van de sereniteit van een bergwandeling of een verlaten skipiste, nu is er altijd dat geruis. Dat voelt als een groot verlies.

Vooral omdat stilte al zo zeldzaam is in de wereld.” Al sinds zijn 18de heeft Goldband-frontman Milo Driessen een hoge pieptoon in de oren. Vlak voordat zijn groep doorbrak, zo rond 2020, had hij zoveel last dat festivals platspelen gewoonweg ondenkbaar was.

Zijn toekomst als zanger hing aan een zijden draadje. Milo Driessen: “Corona kwam voor ons op het slechtst mogelijke moment. We zouden op grote podia staan, onze tweede ep kreeg best veel aandacht.

Het leek alsof die zomer onze grote doorbraak zou inluiden, en plots stopte de wereld met draaien. Voor veel mensen was het een periode van rust en reflectie, voor mij vooral van angst en stress. Ik maakte me zorgen over de band.

Was ons grote moment nu voorbij? “Er kwamen bovendien onverwerkte trauma’s naar boven. Mijn moeder was in 2018 gestorven, maar ik was gewoon blijven doorwerken, zonder stil te staan bij mijn gevoelens. Ik worstelde ook al jaren met een angststoornis.

Tijdens de lockdown, zonder werk of sociale afleiding, moest ik de waarheid wel onder ogen zien. Al mijn emoties klonterden samen tot een dikke brij. Ik ging kopje-onder.

“Ik had al jaren tinnitus, maar nu werd die pieptoon ondraaglijk luid. Hij leek me constant te achtervolgen, zelfs tijdens momenten die me normaal rust brachten. Ik kon me niet meer ontspannen op een bankje in de duinen, films kijken was onmogelijk, lezen in bed kon ik al helemaal vergeten.

Alles werd een beproeving. Het hield me uit mijn slaap en putte me volledig uit. “En ik vreesde dat die piep mijn muziekcarrière zou dwarsbomen.

Optreden kon toen niet, dus testen kon ik het evenmin. Ik was zelfs bang dat ik nooit meer zonder zorgen zou kunnen genieten van muziek maken. Het was alsof mijn droom niet alleen gepauzeerd was, maar in rook opging.

” Hoe heb je die pieptoon opgedaan? “Ik was 18, net van de middelbare school, en ik had geen zin om verder te studeren. Ik werkte in de bouw en ging voortdurend uit. Op een nacht stond ik urenlang op techno te dansen in de club Perron in Rotterdam, een zaal met een plafond van amper drie meter hoog.

De hele nacht gaf ik het beste van mezelf, op twintig centimeter van een muur vol luidsprekers, zonder gehoorbescherming. “Bij het slapengaan merkte ik al een fluittoon, maar ik maakte me geen zorgen. Normaal verdween die na een nachtje slapen wel.

Maar de volgende ochtend was hij er nog altijd. Na een paar dagen heb ik mijn gehoor laten testen. ‘Alles prima,’ zei de audioloog, en dat was dat.

De piep was er gewoon, ik moest ermee leren leven.” En dat lukte? “Eigenlijk wel, ik raakte nooit in paniek. Ik bleef gewoon uitgaan, maar droeg wel oordoppen en bleef wat verder van de luidsprekers.

Meer niet. Ik bleef ook in de bouw werken. Pas tijdens de lockdown begon de piep mijn leven te domineren.

Plots móést ik ervan af. Ik zou er alles voor over hebben gehad.” Zoals? “Ik verdwaalde in de misleidende informatie op het internet.

Charlatans in doktersjassen beloofden een wonderbaarlijke genezing met hun pillen. ‘Deze vader overwoog zelfmoord door zijn tinnitus, maar genas met onze medicatie.’ Pure onzin, natuurlijk, maar wanhopige tinnituspatiënten vormen een lucratieve markt.

Zo geloofde ik in de absurde methode van een ‘arts’ die beweerde dat je de piep kon wegmasseren. Ik zie mezelf nog met ingehouden adem aan mijn oorlellen trekken, hopend dat de piep zou verdwijnen (lacht). Mijn advies aan lotgenoten: blijf weg van het internet.

Het staat vol quatsch en angstverhalen die je niet helpen.” Roméo Elvis vond verlichting voor zijn tinnitus in cannabis. “Bij mij was het andersom.

Ik blowde regelmatig, maar daardoor werd ik net helemaal op die pieptoon gefocust. Ik ben er toen volledig mee gestopt.” Hier en in de podcast stel je je best kwetsbaar op.

Weet de rest van de band dat je zo diep hebt gezeten? “Ze merkten het wel aan me. Tijdens de opnames van ons eerste album, midden in de coronacrisis, was ik mezelf niet. Het geluid moest almaar zachter, ik droeg oordopjes in de studio en ik was panisch en prikkelbaar.

Ze schreven toen een nummer om me op te beuren. Misschien brengen we dat ooit nog wel uit. “Maar volgens mij beseften ze niet hoezeer ik in mijn eigen hoofd gevangen zat.

We hebben deze week naar mijn aflevering geluisterd, op weg naar een optreden. Het bleef even stil in de auto.” Waar en wanneer klom je uit het dal? “In de lente van 2022, in de Vooruit in Gent.

Onze geluidsman overtuigde me die avond om, net als Karel (Gerlach, red.) en Boaz (Kok, red.), met in-ear -monitors te spelen.

Ik had dat altijd geweigerd, door mijn tinnitus was ik als de dood voor oortjes. ‘Ik beloof je, Milo, dat ik het volume eigenhandig laag zal houden,’ zei hij. “Ik was nerveus: al twee jaar probeerde ik krampachtig alles onder controle te houden, dit voelde als een groot risico.

Het was een bevrijding. De show verliep geweldig, en de volgende dag had ik niet meer last dan normaal. Dat gaf me eindelijk weer vertrouwen: het zou goed komen.

In de weken en maanden erna is alles gekanteld. Ik stopte met vechten tegen de pieptoon. Het is paradoxaal: hoe harder je de piep probeert te negeren, hoe meer hij op de voorgrond treedt.

Nu was het omgekeerd: omdat ik de piep losliet, werd hij almaar stiller.” Hoe gaat het nu? “De fluittoon is er nog altijd, maar hij maakt me niet meer gek. Ik zie hem als een deel van mezelf.

Een oude vriend. Soms duikt hij op, en dat moet ik accepteren, hoe irritant ook. Het is soms erger, na een korte nacht bijvoorbeeld, als ik verkouden ben, of net vóór een optreden in het Sportpaleis, maar ik heb geleerd het een plek te geven.

Tinnitus beheerst mijn leven niet meer.” Je bent er alvast niet rustiger van geworden op het podium. (lacht) “Zeker niet.

Ik sta weer met volle plezier op het podium, en ik ga nog altijd uit. Mijn advies aan lotgenoten: blijf doen wat je leuk vindt. Die piep wordt niet zachter door jezelf dingen te ontzeggen.

Sterker nog, als je je leven stillegt en elke avond thuis zit te balen, maak je het erger. Suist het de dag na een concert wat meer? Hoor ik een fluittoon wanneer ik naar een film kijk? Geen probleem – ik heb tenminste een leuk weekend gehad. “Maar alsjeblieft: bescherm je oren! Dat laatste zal ik tot mijn laatste dag herhalen (lacht).

Het is zoals met ex-rokers: ze raden iedereen sigaretten af, ook wie het niet wil horen.” Ik heb je wel nog nooit een statement horen maken op het podium. Kijk je niet met afgrijzen naar fans die, net als jij in je tienerjaren, zonder oordopjes losgaan op je muziek? “Het is belangrijk voor mij om mijn verhaal te delen, zoals in de podcast of nu in dit interview, maar op het podium ligt mijn focus uitsluitend op de show.

Ik ben dan zo geconcentreerd dat ik niet met de oren van mijn fans bezig kan zijn. Ik reken op hun gezond verstand en dat van onze geluidsman. Gelukkig zie ik een positieve verandering: muziekliefhebbers dragen vaker gehoorbescherming.

Tien jaar geleden was dat wel anders.” Boonen, Devroy en Driessen moesten leren leven met het constante gezoem en gepiep. Hoe kan het dat er in een tijdperk van schijnbaar eindeloze medische mogelijkheden geen oplossing is voor hun probleem? We zoomen – jazeker! – met Dirk De Ridder, hoogleraar neurochirurgie aan de University of Otago in Nieuw-Zeeland en een wereldvermaard expert op het gebied van tinnitus.

Voor eens en voor altijd: wat is tinnitus precies? Dirk De Ridder: “Kort door de bocht: een geluid dat je hersenen verzinnen. Meestal wordt tinnitus veroorzaakt door gehoorverlies. De hersenen merken dat er belangrijke informatie – geluid – ontbreekt en vullen die leegte op met huisgemaakte geluiden.

Het probleem zit dus niet in je oren, maar tussen je oren.” Eigenlijk is het geen oorsuizen, maar hersensuizen? “Inderdaad. Veel mensen horen oorsuizingen, maar de meesten hebben er totaal geen last van.

Anderen zijn er jammer genoeg veel gevoeliger voor. Gelukkig weten we inmiddels vrij goed wie dat zijn.” Ja? “Er zijn vier risicofactoren: angsten of depressies, een neurotische persoonlijkheid, gehoorproblemen en slaapproblemen.

Hoe meer vakjes je aanvinkt, hoe groter de kans dat je last krijgt van het gesuis. Het klopt dus niet dat er niets aan tinnitus te doen valt: door je angsten of je slaapproblemen aan te pakken werk je óók aan je tinnitus. En omgekeerd: je kunt jaren oorsuizen hebben na een luid concert en er pas last van krijgen door zware stress.

Het komt erop aan die risicofactoren aan te pakken. Dat brengt meestal al veel verlichting.” Hoe doe je dat? “Hoorapparaten helpen goed bij 20 procent, maar voor de meeste patiënten hebben ze weinig effect.

Psychologische behandelingen maken de tinnitus slechts bij 10 procent draaglijker. Hersenstimulatie, waarbij je overprikkelde hersengebieden kalmeert, geeft ook maar bij 1 op de 10 verbetering. Het is een kwestie van trial-and-error, maar ik schat dat zo’n 60 procent van alle patiënten met een of andere methode, of een combinatie van methoden, wel wat verlichting vindt.

” U hebt het over ‘verlichting’ en ‘draaglijker maken’. Als in: je raakt er niet van af? “Precies. Ik kijk naar het brein zoals een mecanicien naar een auto.

Bij mensen met tinnitus lopen er twee signaalroutes door de hersenen: eentje voor dat suizende geluid zelf en eentje voor hoe je eronder lijdt. We kunnen mensen almaar beter leren omgaan met die last, maar het geluid zelf elimineren lukt nog niet. Dat is de heilige graal van het tinnitusonderzoek: het oorsuizen zelf aanpakken.

We weten dat het foutieve hersensignalen zijn. Welke specifieke netwerken in het brein die veroorzaken, weten we nog niet.” Zullen we dat ooit wel weten? Zullen we tinnitus ooit via bijvoorbeeld chirurgie of hersenstimulatie kunnen onderdrukken? “Misschien wel.

We hebben toegang tot ongeziene aantallen hersenscans, en met de spectaculaire vooruitgang in artificiële intelligentie kunnen we binnenkort misschien eindelijk de ‘handtekening’ van tinnitus ontcijferen. Als dat gebeurt, kan het snel gaan. Dan kunnen we hopelijk de snelweg van tinnitus in het brein blokkeren, met hersenstimulatie en medicijnen.

” Tot slot: almaar meer jongeren lijden aan tinnitus. Is onze samenleving te luid geworden? “Er is veel lawaai. Dat is slecht voor je mentale gezondheid, maar het veroorzaakt geen tinnitus.

Oorsuizen ontstaat meestal door plotselinge gehoorschade, die krijg je niet van het verkeer of de werkzaamheden voor je deur. We moeten niet overdrijven, hè.” Interessant: ik had een ander antwoord verwacht.

“Paniek helpt ons niet vooruit, integendeel. Als je een pieptoon hoort en je haalt er je schouders bij op, is de kans groot dat die vanzelf verdwijnt. Als je er al je aandacht op richt en panikeert, zit je waarschijnlijk met de gebakken peren.

“Natuurlijk wil ik dat discotheken en bouwwerven zich aan de regels houden, maar de geluidsnormen in Vlaanderen zijn correct en gebaseerd op wat we wetenschappelijk weten. Je mag als samenleving niet in een kramp schieten. Dat zorgt ervoor dat meer mensen er last van zullen krijgen.

” ‘Reis door de ruis’ is een samenwerking tussen geluidsstudio Sonhouse en Tinnitus Connects. Gastvrouw ­Natalie ­Welleman, de oprichtster van de organisatie, lijdt zelf aan tinnitus. Tinnitus Connects steunen kan via GoFundMe .

© Humo Geselecteerd door de redactie.