Na de geweldsexplosie tegen fans van Maccabi Tel Aviv bleef links in Nederland muisstil. Linkse partijen schieten in een kramp als de islam wordt bekritiseerd, stelt Nicky van Wanrooij. Zwijgen is ook wegkijken.
Angst, woede, ongeloof. De gebeurtenissen in Amsterdam van vorige week hebben iedereen opgeschrikt: de beelden van mensen die hun paspoort moeten laten zien en vervolgens in elkaar geslagen worden. Maar het meest verbazingwekkend: links Nederland is muisstil over deze Jodenjacht, of vooral geraakt door de provocaties van Maccabi-fans naar ‘onze mensen’, om in de termen van Kamerlid Ismail el Abassi van Denk te spreken.
Het is extreem provocatief en nul komma nul invoelend om vlaggen van een gevel te trekken en haatdragende leuzen te scanderen. Maar hoe verwerpelijk ook: je hóéft je niet te laten provoceren. Maccabi-supporters provoceerden niet enkel en alleen de Palestijnen, ze konden het ook niet opbrengen om een minuut stilte in acht te nemen voor de Spanjaarden.
‘Tussen 4 en 6 bij Centraal moeten ze metro pakken, daar gaan 300 zio’s (zionisten) zijn, wees daar strijders, kom met hele groepen.’ Dat is óók wat eraan voorafging: een breed verspreide oproep om Israëli’s aan te vallen. Ook toen zaterdag de Maccabi-aanhang allang gevlogen was, zijn ‘Joods uitziende’ mensen naar hun paspoort gevraagd, de taxi uitgezet en fysiek bedreigd.
Waarom spreken we ons niet onomwonden uit tegen de Jodenjacht door jongens op scooters? Het is misdadig, zonder verzachtende omstandigheden. Links lijkt stil te vallen als antisemitisme niet uit extreemrechtse hoek komt Maar als antisemitisme niet vanuit extreemrechts komt, dan lijkt links stil te vallen. Een blinde vlek? Bang om als intolerant gezien te worden? Het kan niet zo zijn dat we onze kleinste minderheid in de kou laten staan.
Dat gegronde frustraties over het geweld van de Israëlische regering in Gaza willekeurig worden botgevierd. Het kan niet zo zijn dat rode lijnen worden overschreden. Nederland kent ruimte voor debat, maar geen enkele ruimte voor eigenrichting.
Met geweld ‘gerechtigheid’ doorvoeren heeft geen plaats in onze rechtsstaat. Is links bereid ongemakkelijke gesprekken te voeren over integratievraagstukken waar antisemitisme en intolerantie deel van uitmaken? Of verstoppen we ons achter holle retoriek en wachten we op een volgende confrontatie? Wegkijken werkt evengoed polarisatie in de hand en ondermijnt ons progressieve en rechtsstatelijke verhaal. En dat verhaal is belangrijk in tijden waarin de leider van de grootste coalitiepartij mensen hun paspoort wil afpakken en de staatssecretaris van Participatie en Integratie achteloos roept dat een groot deel van de islamitische jongeren de Nederlandse normen en waarden niet onderschrijft.
Tegelijkertijd ligt bij dat laatste een zwakke plek op links. Waar rechts een hele bevolkingsgroep schoffeert, lijkt links blind voor de rotte appels. Het verkrampt soms wanneer de islam wordt bekritiseerd, neem de veelal stereotype reacties op Lale Gül en haar romans.
Terwijl religie- en integratiekritiek vroeger bij uitstek iets van linkse partijen was. Kritiek is gezond, haat niet. En waar vreemdelingenhaat is, is ook Jodenhaat dichtbij.
Links mag niet wegkijken, maar moet volharden in de strijd tegen haat en discriminatie. Laten we ons als links-progressieve beweging sterk maken voor échte verbinding, waarin vrijheid, begrip, dialoog en onderwijs de sleutel tot succes kunnen zijn. Want zwijgen is wegkijken, en wegkijken is zwijgen.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!.
Bovenkant
Tilburgs gemeenteraadslid GroenLinks: ‘Links Nederland heeft een groot wegkijkprobleem’
Na de geweldsexplosie tegen fans van Maccabi Tel Aviv bleef links in Nederland muisstil. Linkse partijen schieten in een kramp als de islam wordt bekritiseerd, stelt Nicky van Wanrooij. Zwijgen is ook wegkijken.