Tijdsdruk in pensioentransitie loopt op: moet sneller

De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel verloopt over het algemeen goed, maar de tijdsdruk loopt merkbaar op. Om de uiterste deadline van 1 januari 2028 te halen moet het proces sneller. "Alleen dan zal de transitie binnen de gestelde termijn haalbaar zijn", schrijft Fieke van der Lecq, de regeringscommissaris transitie pensioenen, in haar tweede rapport.

featured-image

Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) hebben alle pensioenfondsen bij elkaar 18.635.982 deelnemers.

Daarnaast zijn er ook werknemers die pensioen opbouwen via een verzekeraar of een premiepensioeninstelling (ppi). In beide gevallen gaat het om zo'n 1,5 miljoen deelnemers. Die laatste twee groepen maken nog weinig vaart.



Financiële tussenpersonen moeten pro-actiever zijn richting werkgevers om hen sneller en beter te helpen met pensioenadvies. Welke stappen moet een werkgever doorlopen om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel? Uit dit tweede rapport blijkt dat zo'n 40 procent pas op het allerlaatste moment (op 1 januari 2028) wil overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Mocht er dan een kink in de kabel komen, dan mis je de deadline.

Dus begin op tijd, zodat alle betrokken partijen de informatie goed kunnen verwerken, luidt het advies. Dat de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel niet makkelijk is, blijkt wel uit het feit dat in eerste instantie 25 pensioenfondsen op 1 januari zouden 'invaren'. Slechts drie is het daadwerkelijk gelukt.

Ook miste zo'n vijf procent van alle pensioenfondsen de deadline om op 1 januari 2025 hun transitieplan klaar te hebben. Dat is onwenselijk. Er blijft vervolgens minder tijd over voor de uitvoering en alle benodigde controles om de grote gezamenlijke pensioenpot om te zetten naar individuele potjes voor alle deelnemers.

Volgens regeringscommissaris Van der Lecq is rust en duidelijkheid over de wet- en regelgeving belangrijk om het benodigde tempo te maken en te houden. Een aantal pensioenfondsen heeft de overstap naar het nieuwe stelsel zelfs met één jaar uitgesteld. Zo zouden eigenlijk 61 pensioenfondsen op 1 januari 2026 overstappen: nu hebben nog maar 49 pensioenfondsen dat voornemen.

En op 1 januari 2027 zouden het eerst 35 pensioenfondsen zijn en dit aantal is opgelopen naar 44. Volgens Van der Lecq is het noodzakelijk dat het tempo waarin de pensioenfondsen de transitie doorlopen, wordt verhoogd. Dit kan alleen door te leren van ervaringen van andere pensioenfondsen die het proces al hebben doorlopen.

Nu hebben veel pensioenfondsen die op 1 januari 2026 willen overstappen nog geen concreet plan ingediend richting de toezichthouders AFM en DNB. Ruim een half jaar is kort dag om alles te regelen. Bovendien, als ieder pensioenfonds steeds de transitiedatum naar achteren verschuift, heb je last van een 'opstroopeffect'.

De vertraging komt door diverse tegenvallers. Zo moet de datakwaliteit - de pensioenadministratie van alle deelnemers – beter. Ook de IT-systemen werken niet altijd goed en waren niet direct alle rekenkundige adviseurs beschikbaar om extra berekeningen te maken.

Dan raak je kostbare tijd kwijt. De conclusie tot nu is dat het hele proces bij de drie koplopers relatief lang duurde en er intensief contact nodig was tussen de pensioenfondsen en alle toezichthouders. "De doorlooptijd moet korter worden", schrijft van der Lecq in haar rapport.

"Nu de transitie daadwerkelijk moet worden gerealiseerd, blijkt concreet waar zaken nog niet gereed zijn en processen haperen. Dat leidt tot veel - en soms onvoorziene - uitdagende situaties voor diverse partijen.".