Tien jaar Dekmantel Festival: van lokale clubnacht naar internationaal toonaangevend muziekplatform

Progressief dancefestival Dekmantel viert zijn tiende editie met een tiendaags festival op dertien locaties in Amsterdam. Hoe groeide Dekmantel uit van clubnacht tot internationaal muziekplatform en label, met festivaledities in Kroatië, Australië en Brazilië?

featured-image

Het is 2007. Een groep Haagse vrienden van een jaar of twintig stapt met stoute schoenen aan over de Amsterdamse Nieuwezijds Voorburgwal, richting Club NL. Een nachtclub met een Moulin Rouge-achtige sfeer door de rode banken, waar vooral dertigers komen.

Of ze er een wekelijkse clubnacht mogen organiseren. Dat mogen ze. De jongens zijn niet lang daarvoor vanuit de Hofstad naar de hoofdstad verhuisd.



Nachtelijk Den Haag bleek te stil voor de ambities van de vriendengroep, waar jaren later het grote festival Dekmantel uit zou ontspruiten. Eenmaal in Amsterdam komt de groep terecht in een scene die zich nog het best laat omschrijven als een muzikaal bad, waar bijvoorbeeld ook de Jeugd van Tegenwoordig in opkwam. „Iedereen ging in die tijd met elkaar om”, vertelt Casper Tielrooij (39), medeoprichter van Dekmantel.

„Mijn opa speelde in een bandje en had een eigen hifi-winkel. Ik had mijn eerste Technics (dj decks, red.) toen ik negen was.

Op mijn zestiende verkocht ik mijn opgevoerde scooter en schafte ik mijn eerste twee echte draaitafels aan. Op een strandfeest in Scheveningen kwam ik Guy Blanken tegen (echte naam van dj Talismann, red.), die ook draaitafels had.

We raakten bevriend en begonnen samen te draaien en alle platenwinkels af te struinen.” Door de passie voor muziek ontstaat een hechte vriendengroep, waar ook Thomas Martojo zich in begeeft, die een tijd Tielrooijs compagnon wordt. „Toen we uit huis gingen verhuisden we met z’n allen naar Amsterdam, want muzikaal gebeurde ‘het’ daar.

” En toch ontbreekt er aan ‘het’ nog iets. In de late jaren nul slaat minimal techno de scepter in clubs, een subgenre van techno met nadruk op eenvoud, subtiliteit en herhaling. De Hagenezen missen de soulvolle, warme house en disco uit Detroit of Chicago.

Dus blijven ze liever thuis in de Warmoesstraat, pal boven een Chinees restaurant, om op de salontafel hun eigen muziek te draaien. Maar al snel blijkt de passie te groot om binnenskamers te houden. En dus besluiten ze om, in tegenspraak met de tijdsgeest, feesten te gaan organiseren waar de nadruk op oudere, warme house ligt.

Tielrooij: „We draaiden alleen wat we zelf wilden horen en mixten alles door elkaar: van Larry Levan en Paradise Garage tot Stevie Wonder, Ron Hardy en Juan Atkins. Dat sloeg aan, die vintage-achtige sound.” De feesten worden populair en de stoute schoenen gaan steeds beter passen.

„We waren jonge honden met een grote mond, maar wel met een duidelijke visie en een helder verhaal”, aldus Tielrooij. Albert (Appie) Pappot, eigenaar van Club NL en voormalig portier van de in 1999 afgebrande legendarische club RoXY, ziet de potentie in de groep en gaat akkoord. In 2007 wordt ‘Dekmantel presents Detroit Spirit’ in Club NL vaste prik voor veel Amsterdammers.

Na vijf jaar vol succesvolle clubnachten begint de ambitie weer te kriebelen. „Met een festival kan je toch een breder verhaal laten zien, een andere ervaring aanbieden, vanuit dezelfde visie: alleen artiesten op de line-up die we zelf willen horen, en internationale legendes programmeren samen met lokaal talent.” Tielrooij en Thomas Martojo slaan daarom in 2012 de handen ineen met Matthijs Theben Terville, die al wat ervaring heeft met het organiseren van festivals.

Een jaar later vindt het eerste driedaagse Dekmantel festival plaats in het Amsterdamse Bos, dat direct een daverend succes is. In 2014 al komt de helft van de bezoekers uit het buitenland. Die editie wordt door het toonaangevende online magazine Resident Advisor uitgeroepen tot beste festival ter wereld: „Voor mensen die van deze muziek houden zijn de dj’s belachelijk en adembenemend goed.

” Even vooruitspoelen. Juli 2024. Het is een drukte van jewelste op het kantoor van Dekmantel, niet ver van de Warmoesstraat.

Aan de vele computers wordt stoïcijns door getypt, het harde werken af en toe onderbroken door de verleiding van een geurende espresso in een voorverwarmd kopje uit een glimmend groot koffiezetapparaat. De voorbereidingen voor de tiende editie van het festival zijn in volle gang. Dekmantel Ten, een mega jubileumfestival van tien dagen, verspreid over dertien locaties in de stad.

Van 26 juli tot en met 4 augustus kan men zich laven aan conferenties, interviews, legendarische artiesten en talentvolle lokale dj’s. Tielrooij somt een paar hoogtepunten op: „In het Amsterdamse Bos op 2, 3 en 4 augustus, hebben we LB Dub Corp (alias van de legendarische Luke Slater, red.) met een nieuwe liveset samen met housegrondlegger Robert Owens.

Op zondag verzorgt grootheid Jeff Mills een speciale afsluitset en de mannen van Octave One gaan voor het eerst een oud album live spelen. Oh, en heel bijzonder: vrijdag worden alle stages afgesloten door lokale dj’s.” En dan zijn er nog de dagen ervoor, op dertien verschillende locaties in de stad: van technolegende Bicep in het HEM (voor de laatste keer, want het pand is verkocht en sluit op 1 augustus), tot een voetbaltoernooi bij het Skatecafé met Resident Advisor.

Organist Kali Malone zal het eeuwenoude orgel van de Oude Kerk bespelen en op woensdag en donderdag zijn er openingsconcerten op locaties aan het IJ, zoals het Muziekgebouw en museum Eye. „Het is een dol programma, maar wel heel gelaagd”, lacht Tielrooij. Ze kunnen dol doen, want er is ook een eigen label, Dekmantel Records, waar al meer dan honderd platen op zijn uitgebracht.

Het maakt dat Dekmantel onafhankelijk is en volledig de eigen koers kan bepalen. Tielrooij: „Daardoor kunnen we blijven innoveren. We kunnen dingen laten horen die echt nieuw zijn, primeurs brengen, jong talent laten doorbreken.

Allemaal door al die disciplines aan elkaar te koppelen, van label en festival tot conferentie en platform. Ons grote bereik op sociale media helpt ook.” Zo is Dekmantel, zo’n 17 jaar na de stoute schoenen op de Nieuwezijds, uitgegroeid tot een internationaal muziekinstituut met festivaledities in São Paulo, Melbourne en Tisno en Kroatië.

Ook daar wortelen ze in lokale grond, door op de line-up lokaal talent te koppelen aan grote namen. Tielrooij: „Ik graaf zelf nog altijd in platenbakken en draai veel.” Hij is net terug uit een dj-gig in Kazachstan.

„Het gevoel dat muziek kan losmaken, is het beste ter wereld. Verbinding creëren tussen mensen door middel van muziek is zo belangrijk, zeker nu. Iedereen zou dat moeten kunnen ervaren.

Helaas wordt alles duurder en lijken ook festivals steeds meer ontoegankelijker. Dat moeten we echt voorkomen – die magie van muziek is van belang voor iedereen. „Ook wij worstelen met torenhoge kosten.

We werken we met goedkope early bird tickets en stappen we binnenkort over van muntjes op pin, zodat je makkelijker kan variëren in de prijzen op het terrein. We proberen van alles, maar of het genoeg is, blijft de vraag.”.