Na de val van het Assad-regime in Syrië willen EU-landen hun vluchtelingenbeleid herzien. Is een massale terugkeer realistisch? ‘Het regime is weg, maar het gevaar nog niet.’ Keren Syriërs terug naar huis nu Assad weg is? Aan de grens met Turkije schuiven duizenden Syriërs aan om naar huis te keren.
Om de drukte te verminderen wil Turks president Erdogan een derde grensovergang heropenen. Hij voorspelt dat meer mensen vrijwillig zullen terugkeren naarmate de stabiliteit in Syrië verbetert. Persagentschap AP sprak er enkele aan een grenspost.
“Mijn oudste broer zat in de gevangenis en ik heb hem dertien jaar lang niet gezien”, zegt Mustafa Sultan. “Ik ga kijken of hij in leven is. Insha’allah.
” Ook vanuit Libanon kwamen Syriërs de grens over. De getuigenissen bij AP suggereren dat het te vroeg is om van een definitieve terugkeer te spreken. De kritische infrastructuur in Syrië is zwaar gehavend na meer dan tien jaar oorlog.
Van de mensen die bleven, doet 90 procent een beroep op humanitaire hulp en die staat nu weer onder druk door de huidige chaos. “De onstabiele veiligheidssituatie op dit moment maakt het voor vluchtelingen moeilijk om een weloverwogen beslissing te maken”, zegt Frederik Bordon van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. “De meesten zullen wachten tot ze beter zicht krijgen op een nieuw bestuur en hoe dit bijvoorbeeld de mensenrechten respecteert.
” Dat zegt ook Layla Zibar, een Syrische onderzoekster die in ons land doctoreerde in verband met vluchtelingen. Ooit studeerde ze in Aleppo, maar in 2012, op haar 25ste, verliet ze Syrië. Zibar: “Ik was dit weekend voor het eerst hoopvol dat ik ons appartement in Aleppo zou terugzien en eindelijk het graf van mijn vader bezoeken, maar ik ben niet zo zeker meer.
Het regime is weg, maar het gevaar nog niet.” Over hoeveel vluchtelingen gaat het? Door de oorlog en het geweld sloegen sinds het uitbreken van de burgeroorlog in 2012 naar schatting 14 miljoen van de 22 miljoen Syriërs op de vlucht. Meer dan 5 miljoen intern ontheemden zijn binnen Syrië zelf op de vlucht.
Een kwart van hen moest door het oplaaiende geweld van de laatste weken opnieuw vluchten. Nog eens 5 miljoen Syriërs verblijven in de bredere regio, voornamelijk in Turkije. In tien jaar tijd hebben ook veel Syriërs de oversteek naar Europa gemaakt.
In Duitsland, dat onder bondskanselier Angela Merkel een ‘wir schaffen das’ -beleid voerde, wonen 1,3 miljoen mensen met Syrische roots. In ons land kregen in totaal 44.000 Syriërs een positieve beslissing op hun asielaanvraag.
Ook meer dan tien jaar na de start van de revolutie zijn Syriërs nog altijd elke maand de grootste groep vluchtelingen die België binnenkomt. Wat willen de Europese landen? Voormalig dictator Bashar al-Assad was nog niet goed en wel in Moskou of EU-landen maakten al duidelijk dat ze de beschermingsstatus voor Syriërs willen herzien. Een resem landen, waaronder België, bevriest meteen de lopende asieldossiers, in afwachting van meer duidelijkheid over het nieuwe bewind.
Voor ons land zou dat gaan om 3.000 Syriërs, die nu dus in limbo zijn. In Oostenrijk, waar ongeveer 100.
000 Syriërs wonen, besliste de regering zelfs om een terugkeer- en deportatieprogramma voor te bereiden. Dat zijn beladen woorden, maar het programma zou pas in werking treden als de veiligheid in Syrië gegarandeerd is en in die zin verschilt het niet van wat de Belgische staatssecretaris Nicole de Moor (cd&v) zegt. “Als de situatie in Syrië duurzaam verbetert, zal ik vragen aan het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen om de vluchtelingenstatus te herbekijken van Syriërs die hier de laatste vijf jaar aankwamen”, zei de Moor.
Elk jaar trekt het CGVS een honderdtal statussen weer in, maar niet omwille van de veranderde situatie in het herkomstland. Het gaat om statushouders die veroordeeld zijn voor een ernstig misdrijf, een gevaar vormen voor de nationale veiligheid of gelogen hebben om hun status te bekomen. Het komt nu eenmaal zeer zelden voor dat een regimewissel plots voor een radicaal positieve omslag in veiligheid zorgt, klinkt het bij de administratie.
Is grootschalige terugkeer realistisch en al eerder gebeurd? Er zijn enkele bekende voorbeelden van massale terugkeer naar het land van herkomst. In 1994 sloegen 1,7 miljoen Rwandezen op de vlucht voor de genocide. Een jaar later keerden er 230.
000 terug, hoofdzakelijk Tutsi’s die niets te vrezen hadden van het nieuwe bewind. Een groot deel van hen leefde al decennia in het buitenland en maakte dus geen deel uit van de groep die in 94 op de vlucht sloeg. Enkele jaren later, in 1998, was er het etnische geweld in Kosovo.
Maar enkele maanden na de oorlog, eind 1999, waren volgens de Verenigde Naties bijna 850.000 van de 1,1 miljoen gevluchte Kosovaren teruggekeerd. Die oorlogen zijn amper te vergelijken.
Nog los van de vraagtekens over het post-Assad-Syrië, heeft het conflict veel langer geduurd. Syrische vluchtelingen hebben zich vaak ergens duurzaam gevestigd, werk gevonden en schoolgaande kinderen. Dat maakte ook deel uit van de voorwaarden die hun gastland vaak stelde zoals integratie en het leren van de taal.
Bovendien leeft een groot deel van hun familie niet meer in Syrië, maar verspreid over de wereld. “Wie definitief terugkeert, moet toch een plan hebben voor een beter leven”, zegt Zibar. “Het lijkt me eerder een daad van wanhoop, voor wie hier echt niet kan aarden.
” Geselecteerd door de redactie.
Bovenkant