Tabak en olijfolie fors duurder, maar voor benzine en hondenbelasting was je goedkoper uit

Helaas werd het leven ook in september voor de meeste mensen weer duurder. Voor een mandje producten en diensten betaalde je 3,5 procent meer dan vorig jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. Maar dat is een gemiddelde.

Het maakt heel erg uit wat je koopt. Van sommige zaken stegen de prijzen juist veel meer, terwijl je voor andere spullen en diensten juist aanzienlijk minder kwijt was. Rokers waren slecht af in september, en dat is ook de bedoeling van de overheid.



Per 1 april is de accijns op tabak en tabaksproducten verhoogd en dat werkt nog steeds door. Shag was in september bijna 45 procent duurder dan in dezelfde maand van een jaar eerder, tabak steeg 35 procent in prijs en sigaretten 32 procent. Dit was ook meteen de top-3 van producten met de grootste prijsstijgingen.

Ook olijfolie werd duurder. Dat had niets te maken met accijnzen, maar wel met een tegenvallende oogst . In landen als Italië, Griekenland en Spanje was het heel droog en dan groeien er minder olijven.

Ook bij vruchten- en groentesappen (+20 procent), mineraalwater en frisdrank (+15,4 procent) en licht alcoholisch en maltbier (+9,9 procent) waren er flinke prijsstijgingen. Dat komt door een hogere belasting op alcoholvrije dranken. Hondenbezitters zat het mee, in september was de hondenbelasting 27 procent lager dan een jaar eerder.

Als je net toe was aan een nieuwe uitzet dan bofte je ook. De prijs van glas, kristal en aardewerk lag ruim 16 procent onder die van een jaar eerder, beddengoed was bijna 12 procent goedkoper en huishoudtextiel (zoals theedoeken) bijna 10 procent. Aan de pomp was er ook weer wat te lachen.

Diesel was een kleine 16 procent goedkoper, benzine bijna 11 procent. Dat komt doordat de olieprijs lager lag dan in september vorig jaar. Sommige producten waren in september precies even duur als een jaar eerder, de inflatie daar was dus 0.

Dat gold voor onder meer gehoorapparaten, gedroogde groenten en producten voor outdoor-recreatie. Je koopt die producten waarschijnlijk niet dagelijks, maar als je ze nodig hebt, is het mooi meegenomen. Sommige belangrijke producten, die je vaak of zelfs bijna dagelijks gebruikt, stegen maar weinig in prijs, in ieder geval minder dan de totale inflatie van 3,5 procent.

Dat geldt bijvoorbeeld voor voedingsmiddelen (+1,6 procent, zonder het effect van dranken en tabak) en kleding (+2,1 procent). Aardgas werd weliswaar 2,9 procent duurder, maar elektriciteit werd 3,9 procent goedkoper. In deze video zie je dat de hoge inflatie waar we eerder mee te maken kregen weinig schade opleverde:.