Syriërs verbaasd en opgelucht over plotselinge opmars van rebellen: ‘Het voelt alsof Aleppo bevrijd is’

Met duizelingwekkende snelheid boeken tienduizenden Syrische rebellen de afgelopen dagen terrein op het regime van president Bashar al-Assad. De militaire en politieke situatie in Syrië is weer vloeibaar. „Het moreel van de strijders gaat door het dak.”

featured-image

Toen Yamen vrijdagavond naar bed ging, stond zijn wijk in Aleppo nog onder controle van het Assad-regime. De volgende ochtend was de stad vrijwel geheel in handen van rebellen. „De regimetroepen hebben zich gewoon teruggetrokken”, zegt de 35-jarige Syrische man telefonisch.

„Het is bizar. We gingen naar bed in de ene werkelijkheid en werden wakker in de andere.” Veel mensen in de tweede stad van Syrië (2 miljoen inwoners) zijn verbaasd, op hun hoede, maar ook opgelucht, vertelt de Syriër, wiens achternaam bekend is bij de redactie.



„Iedereen vraagt zich af wat er komen gaat”, zegt hij. „Maar natuurlijk zijn we blij dat het regime vertrokken is, want het regime verstikte ons. Onder Assad konden we ons nooit vrijuit uitspreken, en was er overal corruptie, afpersing en onderdrukking.

Het voelt alsof Aleppo bevrijd is.” Een lang vergeten oorlog is terug van nooit weggeweest. Met duizelingwekkende snelheid boeken tienduizenden Syrische rebellen de afgelopen dagen terrein op het regime van president Bashar al-Assad.

Woensdagochtend rukten de strijders op vanuit noordwestelijk oppositiegebied, vrijdag begonnen ze aan de inname van Aleppo, zaterdagavond stonden ze voor de poorten van Hama (bijna een miljoen inwoners). Frontlinies die sinds 2020 bevroren waren zijn ontdooid, de militaire en politieke situatie in Syrië is weer vloeibaar. Het zal grote gevolgen hebben voor de toekomst van het land – en de geopolitieke verhoudingen in de regio.

„Ik beschouw dit als de grootste aanval in de geschiedenis van de Syrische revolutie”, zegt Ali, een Syrische fotograaf die zaterdag mee was met de rebellen in Aleppo, via spraakberichten over Whatsapp (zijn achternaam is bekend bij de redactie). „Het moreel van de strijders gaat door het dak. Niemand had verwacht dat dit zo snel zou gaan, de verwachting was dat er een jaar nodig zou zijn voor wat er in een paar dagen is gebeurd.

” Tot nu toe zijn ongeveer driehonderd mensen bij het offensief zijn omgekomen, meldt de BBC zaterdagavond, maar het aantal burgerslachtoffers lijkt vooralsnog relatief beperkt. Volgens de mensenrechtenorganisatie Syrian Observatory of Human Rights zijn zeker twintig burgers gedood, met name bij Russische luchtaanvallen. Het offensief wordt geleid door Hayat Tahrir al-Sham (HTS), een islamistische rebellengroep die aan de macht is in de noordwestelijke provincie Idlib.

Daarnaast vechten ook veel facties mee binnen het door Turkije getrainde en betaalde Syrische rebellenleger SNA (Syrian National Army). HTS is strakker georganiseerd en telt naar schatting zo’n 30.000 strijders, de SNA is een losser en chaotischer verbond van zo’n 40.

000 strijders. Dat verschillende facties die elkaar in het verleden te lijf gingen nu samenwerken is significant – en gevaarlijk voor het regime. De aanval is deels een reactie op toegenomen bombardementen van het regime en de Russen in Idlib.

Daarnaast bood de regionale context een opening: sinds 7 oktober 2023 heeft Israël veel schade toegebracht aan Hezbollah en andere pro-Iraanse milities die Assad tegen de rebellen in het noordwesten van Syrië. Iran lijkt niet happig hen te hulp te schieten uit angst voor verdere confrontatie met Israël en de Amerikanen, en Rusland heeft zijn handen vol in Oekraïne. Dat het offensief direct na het staakt-het-vuren tussen Israël en Hezbollah in Libanon van start ging, is evenmin toeval.

„De Syrische rebellen wilden niet de indruk wekken dat ze samen met Israël optrekken", zegt Ömer Özkizilcik, een analist verbonden aan de Amerikaanse denktank Atlantic Council. Daarnaast wijst de Syrië-kenner op de rol van Turkije, dat de SNA-rebellen laat deelnemen aan de aanval vanwege Ankara’s frustratie met Assads desinteresse in Erdogans recente handreikingen naar het regime. „Ankara heeft geconcludeerd dat de poging de banden met het regime te normaliseren zijn mislukt.

” Via sociale media verschijnen steeds meer beelden van de inname van Aleppo. Daarop is onder andere te zien hoe rebellen in de lucht schieten terwijl ze een standbeeld van Bassel al-Assad, de overleden broer van de president, naar de grond trekken. Ook lopen de strijders rond in het hoofdkwartier van de politie van Aleppo en zouden ze politieke gevangenen hebben vrijgelaten uit de gevangenissen van Assads beruchte geheime dienst.

Het lijkt er vooralsnog op dat de rebellen anders omspringen met de burgerbevolking dan in eerdere stadia van de oorlog, zegt Ali Aljasem, een onderzoeker in conflictstudies verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij komt zelf uit Aleppo en heeft veel contact met zijn kennissen daar. „Voorheen namen ze stadsdelen in en doodden ze wie niet aan hun kant stond”, zegt de academicus telefonisch.

„Nu zien we dat ze geen gebouwen bezetten en hun narratief veranderen. Ze zeggen tegen de lokale bevolking: we zijn hier niet om jullie kwaad te doen, we zullen geen wraak nemen.” Ook Yamen in Aleppo spreekt lovend over zijn eerste contact met de rebellen.

„Ik was in de winkel van mijn vriend toen een paar HTS-mannen binnenkwamen. Ze vroegen beleefd of ze mijn hotspot mochten gebruiken omdat ze geen internet hadden. Daarna kochten ze wat koekjes.

De man rekende met zijn telefoon uit hoeveel Turkse lira (een veelgebruikte munt in noordwest Syrië) hij moest betalen en gaf zelfs wat extra. Dat zou een regime-soldaat dus nooit doen, die komen altijd binnen en stelen waar ze zin in hebben.” In een statement deze zaterdag riep HTS-leider Abu Mohammad al-Jolani zijn strijders op „een voorbeeld van tolerantie en vergevingsgezindheid” te zijn.

„In de manier waarop we ons met het volk gedragen stelt God ons op de proef [...

] Jouw moed in de strijd is niet hetzelfde als wreedheid en onrechtvaardigheid jegens onze burgerbevolking.” Lege propagandapraat van een jihadist die eens trouw zwoer aan IS en al-Qaida? Dat is te kort door de bocht, zegt Orwa Ajjoub, die aan de Universiteit van Malmö in Zweden onderzoek doet naar jihadisme binnen de Syrische opstand. Jolani is een sluw en pragmatisch leider en voert in Idlib een autoritair bewind, maar kan volgens de academicus niet langer een jihadist genoemd worden – zoals veel media nog altijd doen.

Ajjoub gaat de lijst redenen daarvoor af. HTS is in 2017 juist opgericht na een breuk met al-Qaida. De groepering richt zich niet op internationale jihad, maar enkel op het binnenlandse strijdtoneel in Syrië.

Bovendien liet Jolani massaal IS-leden oppakken, verdreef hij de meest radicale elementen uit HTS, bezocht hij religieuze minderheden en trok hij een maatpak aan voor een interview met een Amerikaanse journalist. Niet heel jihadistisch. Jolani is bovenal bezig met besturen, zegt Ajjoub.

Zo trok hij de militaire organisatie van HTS strak en kwam er een aparte regering van technocraten met eigen ministeries die betere dienstverlening moest brengen. „Jolani heeft gezorgd voor stabiliteit, bestuur en een professioneel leger”, zegt Ajjoub. „Natuurlijk is er veel armoede in Idlib, maar de doorsnee burger is er in veel opzichten tevredener dan die in regimegebied.

” „In zekere zin kun je zeggen dat HTS volwassen geworden is”, zegt ook academicus Ali Aljassem. „Daar ligt precies het contrast met Assad: die verandert niet, of is alleen maar een ergere versie van zichzelf geworden. Ook de Russen zijn daar onderhand wel klaar mee.

Die denken: dit gaat nergens heen, we kunnen niet eeuwig je babysitter blijven.” Nu Iran verzwakt is, zal vooral Ruslands optreden bepalen of Assad het offensief het hoofd kan bieden. Zaterdagmiddag begon Rusland al enkele luchtaanvallen in Aleppo, wat bij de bevolking donkere herinneringen oproept aan de tijd dat de Russen Aleppo tussen 2015 en 2016 platbombardeerden.

„Onze grootste angst is dat ze Aleppo weer zullen verwoesten”, zegt Yamen. Maar de capaciteiten van de Russen zijn niet meer was ze geweest zijn, benadrukt Özkizilcik. „Ze hebben hun meest geavanceerde vliegtuigen uit Syrië weggehaald om die in te zetten in Oekraïne”, zegt de analist.

„Het lijkt erop dat noch Rusland noch Iran op dit moment de kracht hebben om het tijd te keren.” Ondertussen kan Assad er nóg meer problemen bijkrijgen. Zo is het niet ondenkbaar dat prominenten binnen het regime in Damascus zich tegen hem zullen keren – mogelijk met Russische of Iraanse steun.

Daarnaast kan hij bovenop het noordwestelijke offensief te maken krijgen met onrust in andere delen van het land. Op sociale media circuleren al beelden van protesten rondom Damascus en in de zuidelijke stad Daraa, waar in 2011 de Syrische opstand begon. En tot slot is daar nog Turkije.

Het land beschikt over grote militaire macht en is op twee manieren gebaat bij verdere terreinwinst van de rebellen. Enerzijds kan dit Ankara ruimte bieden om de Koerdische militanten van de YPG in het noordoosten van het land en rondom Aleppo een kopje kleiner te maken. Anderzijds hoopt Turkije dat het verdrijven van het regime ertoe zal leiden dat meer Syrische vluchtelingen terug naar huis durven.

De ontheemden in Idlib verheugen zich daar in ieder geval nu al op, ziet de Syrische fotograaf Ali, die zelf in het gebied woont. „Veel van deze mensen komen oorspronkelijk uit de gebieden die nu bevrijd worden en hopen dat ze over een paar maanden eindelijk weer naar huis kunnen”, zegt hij. „Ze zijn ontzettend blij, alsof ze een pasgeboren kind hebben gekregen.

”.