Voor zijn nieuwe, vierdelige album trok de Brusselse globetrotter Susobrino naar Latijns-Amerika, het continent waar hij geboren werd. “Ik wil tonen dat ik deel van die scene ben.” Zes jaar geleden debuteerde Suso Pérez, alias Susobrino, met de ep Mapajo, een verwijzing naar de majestueuze kapokboom die voor veel Latijns-Amerikaanse inheemse culturen een brug vormt tussen de aardse en de spirituele wereld.
Voor Susobrino, die geboren werd in Bolivia, opgroeide in de Kempen en na een tussenstop in Hasselt vier jaar geleden in Brussel belandde, vormt de exotische reus de navelstreng die hem verbindt met zijn geboorteland. De ep was het resultaat van een reis die Susobrino ondernam voor zijn eindwerk aan de Hogeschool PXL. In zijn eentje was hij naar het geboorteland van zijn moeder getrokken om er zich te verdiepen in de lokale culturen en om er field recordings te maken, tot in het Amazone-bekken toe.
“Voor mij was dat meer dan een eindwerk,” blikt hij terug, “het was een soort van coming-of-ageproject. Ik had die trip nodig voor mijn persoonlijke ontwikkeling.” Vorig jaar keerde Susobrino terug naar het continent, maar Bolivia liet hij bewust links liggen.
“Ik wilde al lang nieuwe Latijns-Amerikaanse culturen ontdekken, de mensen, het eten, en vooral de muziek. Een van mijn songs is in 2022 opgepikt door Apple om reclame te maken voor de nieuwe iPad Pro. Al het geld dat ik daarmee verdiende, heb ik in die tournee gestopt.
Ik kwam blut terug, maar als mens was ik veel rijker.” Met de hulp van een Amerikaanse tourmanager die een paar jaar in Latijns-Amerika had gewoond, stippelde Susobrino een drie maanden durende route uit door Argentinië, Uruguay, Ecuador, Colombia en Mexico. “Ik wilde niet gewoon wat optreden en in de studio gaan zitten, ik wilde de lokale artiesten met wie ik muziek maakte ook echt leren kennen.
Ook al bleef het soms bij speeddates.” Die dates leverden wel een nieuw album op, een in vier ep’s opgedeelde plaat die een soundtrack vormt bij Susobrino’s spirituele en muzikale reis, van moderne bolero’s over cumbia, de clubmuziek van Latijns-Amerika, tot folklore en filmmuziek. Die melange van traditie en moderniteit typeert Susobrino, je hoort hem net zo goed in de weer met een guitalele als met synthetische beats.
De Brusselaar etaleert graag zijn liefde voor zuiderse ritmes. “Tijdens corona zag ik in de film Ya no estoy aquí bendeleden uit de Mexicaanse stad Monterrey dansen op cumbia. Via een Mexicaanse vriend die alles over cumbia weet, ben ik daar helemaal in gedoken.
Uiteindelijk heb ik ginds ook zélf kunnen optreden. De mensen waren aan het dansen net zoals in de film, maar dan op mijn muziek. Dat was echt insane .
” Zijn eigen nummer ‘Cumbia gorda’ wordt er nu ook opgepikt, zegt hij. Maar toch blijft hij met een dubbel gevoel zitten. “Dat ze mijn muziek aanvaarden en begrijpen, vind ik heel waardevol.
Maar ik blijf een Europeaan. Ik wil niet overkomen als een buitenstaander die met hun muziek gaat lopen, dus ben ik heel voorzichtig en respectvol.” In februari trekt hij niettemin opnieuw naar Mexico, “om nog harder te gaan.
” Zoals zo vaak met kinderen uit een gemengd huwelijk voelt Susobrino zich nergens helemaal thuis, maar tegelijk prijst hij de extra rijkdom die beide culturen in zijn rugzak stoppen. “Ik word altijd heen en weer geslingerd tussen die twee, zoals ik ook heen en weer reis tussen Europa en Latijns-Amerika. Ik spreek goed Spaans, maar ik heb nog altijd een accent.
Het is zoals met dat bekende liedje, ‘No soy de aquí, ni soy de allá’. Dat is de titel van mijn leven.” Weer in België belanden na zijn Latijns-Amerikaanse avontuur vond Susobrino confronterend.
“Het regende, niemand zei nog ‘hallo’ op straat, iedereen vertoefde in zijn eigen wereldje. Ik werd echt depressief. ( Lacht) Ik wilde die vibes van ginds meenemen naar hier, maar als je eenmaal hier bent, zit je snel weer in je oude routine.
Niet dat ik me hier niet goed voel, maar het is anders.” Ginder begrijpen ze hem veel meer, zegt hij, hier voelt hij zich weleens alleen. Maar dan gaat hij naar Kiosk Radio, “en dan voel ik me weer opgenomen in hun kerk.
” Susobrino besefte ook hoe goed artiesten het in België hebben. “Wij hebben enorme privileges. Een artiestenstatuut, daar kunnen ze ginds alleen maar van dromen.
” Hij wil meer dan ooit een ambassadeur zijn voor de muzikanten uit Latijns-Amerika, zegt hij, het is zijn droom om ze ook in Europa te laten optreden. “De latinscene is de voorbije jaren populairder geworden, ze heeft ook veel meer erkenning gekregen. Ik wil nadrukkelijker tonen dat ik deel van die scene ben, dat dit niet gewoon een hype is.
Ik wil representatief zijn. Toen ik aan een vriend vertelde dat ik op die trein wilde hoppen, zei hij: ‘Je moet niet gewoon springen, je moet de conducteur zijn.’ Dat is exact wat ik wilde horen.
” Deel vier van SUSOBRINO verschijnt op 15/11 bij Noannaos. Dat album stelt hij op 20/11 voor in de Ancienne Belgique, abconcerts.be.
Bovenkant
Susobrino trok naar Latijns-Amerika: 'Ik kwam blut terug maar als mens ben ik veel rijker'
Voor zijn nieuwe, vierdelige album trok de Brusselse globetrotter Susobrino naar Latijns-Amerika, het continent waar hij geboren werd. “Ik wil tonen dat ik deel van die scene ben.”