Strengere zzp-regels en zero-emissiezones: dit verandert er voor ondernemers op 1 januari

Zelfstandigen zonder personeel en opdrachtgevers opgelet: vanaf 1 januari gaat de Belastingdienst strenger handhaven op schijnzelfstandigheid onder de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). In die wet staat onder meer dat zelfstandigen niet onder gezag mogen werken . Volgend jaar deelt de Belastingdienst nog geen boetes uit als bedrijven de mist in gaan, zolang ze maar wel werken aan beterschap.

Wel kunnen bedrijven naheffingen voor de kiezen krijgen. Hiervoor wordt niet verder teruggekeken dan 1 januari 2025 , tenzij er sprake is van 'kwaadwillendheid' of als de fiscus een bedrijf al heeft aangesproken op het overtreden van de wet DBA. De zelfstandigenaftrek, een bedrag dat zzp'ers onder voorwaarden mogen aftrekken van hun winst, gaat weer een stap omlaag.



Per 1 januari daalt het bedrag van 3750 euro naar 2470 euro. De mkb-winstvrijstelling , een deel van de winst waarover geen belasting hoeft te worden betaald, daalt komend jaar iets minder hard dan eerder aangekondigd: van 13,31 procent naar 12,7 procent in plaats van naar 12,03 procent. De tweede schijf van het belastingtarief in box 2 (de belasting over inkomen uit aanmerkelijk belang) gaat ook omlaag, van 33 naar 31 procent.

Een ander percentage gaat juist omhoog, maar opnieuw ten gunste van het bedrijfsleven. Bedrijven mogen 24,5 procent van wat ze aan rente betalen aftrekken van de belastbare winst. Dat percentage was 20 procent.

Het gevolg is dat er minder vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden. De kleineondernemersregeling (KOR) verandert. Ondernemers in Nederland met een omzet tot 20.

000 euro kunnen een btw-vrijstelling krijgen onder de KOR. Dan berekenen en verrekenen zij geen btw en doen hier ook geen aangifte over bij de Belastingdienst. Vanaf januari kunnen ondernemers zich sneller aanmelden en vervalt de verplichte periode van deelname.

Tot nu toe gold de KOR alleen voor Nederland, maar vanaf januari is het ook mogelijk om de vrijstelling aan te vragen in andere EU-landen waar je als ondernemer zaken doet. Ondernemers kunnen de zogenoemde EU-KOR voor meerdere landen aanvragen. Voor ondernemers die hun personeel het minimale betalen: vanaf 1 januari stijgt het wettelijk minimumloon voor fulltime werkenden vanaf 21 jaar naar 14,06 euro per uur.

Ook de minimumjeugdlonen stijgen mee. Actuele bedragen vind je hier. Zo'n dertig Nederlandse steden hebben besloten om zogenoemde zero-emissiezones in te stellen, en bij ongeveer de helft moeten die zones per 1 januari ingaan.

Vervuilende bestelauto's en vrachtwagens met benzine-, diesel of gasmotoren worden uiteindelijk niet meer toegelaten in de zones. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil echter dat die verplichting voor ondernemers wordt uitgesteld tot 2029. Het kabinet moet daarom komen met nieuwe plannen voor de zones.

Ondernemers moeten onder meer meer tijd krijgen om te wennen aan de overgang, bijvoorbeeld door vervuilers voorlopig niet te beboeten en uitzonderingen in te voeren voor bepaalde bussen. Vanaf 2025 betalen ondernemers bij het aanschaffen van een vervuilende bestelauto belasting op personenauto's en motorrijwielen (bpm). Deze belasting betaal je als je een nieuwe auto koopt.

Hoe meer uitstoot, hoe hoger deze belasting . Voor elektrische bestelauto's betaal je (nog) geen bpm . De werkkostenregeling ( wkr ) wordt deels verruimd.

Onder die regeling kunnen werkgevers extra's voor hun werknemers, zoals sportabonnementen of telefoons, onbelast vergoeden. Het bedrag dat onbelast mag worden vergoed, heet de vrije ruimte. In 2025 is die ruimte over het fiscale loon tot en met 400.

000 euro (de zogenoemde eerste schijf) 2 procent. Dit jaar was dat nog 1,92 procent. Het btw-tarief op een aantal agrarische producten stijgt van 9 naar 21 procent.

Het gaat om granen en peulvruchten die geen voedingsmiddel zijn, pootgoed voor de teelt van groenten en fruit, (pluim)vee en slachtafval, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, en vlas en wol. Een overzicht van de goederen en bijbehorende tarieven vind je hier . Werkgevers gaan minder belasting betalen over het overwerk van werknemers met een vast contract, de zogenoemde AWf-premie.

Dat is de premie die is gekoppeld aan de Werkloosheidswet (WW). De werknemers mogen tot 30 procent extra uren werken, zonder dat daarvoor de hogere premie voor hoeft te worden betaald. Blijkt achteraf dat de werknemer over het hele jaar toch boven die 30 procent uitkomt, dan betaalt de werkgever die hoge premie alsnog met terugwerkende kracht.

De regel geldt voor contracten waarbij het personeel maximaal 30 uur per week werkt. Gaat het om meer dan 30 uur, dan is de hoge premie niet van toepassing. Vanaf januari vervalt de tegemoetkoming die werkgevers kunnen krijgen voor werknemers met een laag inkomen, het zogenoemde lage-inkomensvoordeel ( LIV ).

De regeling was bedoeld als stimulans voor werkgevers om vaker mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen, maar heeft maar beperkt effect, zegt het kabinet . Het geld dat vrijkomt wordt onder meer ingezet om werkgevers te stimuleren om meer mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen . Het jaar is overigens nog niet voorbij.

In de video hieronder geeft Maarten Veeger nog vijf tips om wat belasting te besparen op de valreep..